De voorbije dagen zijn al zeker 1.600 Syriërs gevlucht naar buurland Turkije.
Sinds woensdag zijn opnieuw meer dan 1.000 mensen in Noord-Syrië de grens met Turkije overgestoken. De voorbije dagen zijn al zeker 1.600 Syriërs gevlucht naar het buurland, uit vrees voor een militair offensief van het leger in de stad Jisr ash-Shughur.
De Turkse premier Tayyip Erdogan heeft gezegd dat vluchtelingen uit Syrië niet zullen worden tegengehouden aan de grens.
Bloedbad
Het verwachte offensief van het Syrische leger is een gevolg van de berichten van de regering dat afgelopen weekend meer dan 100 leden van de veiligheidstroepen in Jisr ahs-Shughur zijn gedood door gewapende bendes. Volgens Damascus heeft de bevolking van de stad zelf gevraagd om een tussenkomst van het leger, om de vrede en rust te herstellen.
Maar er zijn ook berichten dat de soldaten door collega’s zijn gedood omdat ze niet op ongewapende burgers wilden schieten.
Geweld
Sinds het begin van de volksopstand in Syrië midden maart zijn naar schatting al 1.300 mensen om het leven gekomen. De Verenigde Naties (VN) en paus Benedictus XVI hebben de Syrische autoriteiten al opgeroepen het geweld tegen burgers te stoppen.
In de VN-Veiligheidsraad wordt intussen onderhandeld over een Syrië-resolutie. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk dienden woensdag een resolutie in die de repressie in Syrië veroordeelt, maar tot een stemming kwam het nog niet. De permanente leden Rusland en China, die beide vetorecht hebben, zijn gekant tegen buitenlandse inmenging in het Syrische conflict. (Belga/BBC/KVDA)
Jisr ash-Shughur op Google Maps
Grotere kaart weergeven
