In het oosten van Oekraïne zijn sinds maart 2014 al minstens 42 kinderen gestorven en 109 kinderen gewond geraakt door landmijnen en niet-ontplofte munitie.
In Oekraïne zijn al zeker 42 kinderen sinds maart 2014 om het leven gekomen door landmijnen en niet-ontplofte munitie. Dat meldt de kinderrechtenorganisatie Unicef. 109 kinderen raakten gewond. Alle slachtoffers vielen in de buurt van Donetsk en Loehansk, de regio waar pro-Russische rebellen strijden tegen het regeringsleger.
De organisatie vreest zelfs dat het werkelijke cijfer nog hoger ligt, wanneer ook gebieden die gecontroleerd worden door de pro-Russische rebellen worden meegerekend.
‘Hoewel de staatshulpdienst in het land probeert zoveel mogelijk mijnen en niet-ontplofte bommen op te ruimen (al 34.000 werden ontruimd), slingeren er nog altijd onnoemelijk veel bommen rond’, klinkt het in een persbericht. ‘De explosieve materialen zijn fel gekleurd wat onmiddellijk de aandacht trekt van kinderen. Met alle gevolgen vandien’, aldus Unicef.
Meer dan 1,1 miljoen vluchtelingen in eigen land
De VN-organisatie lanceert samen met enkele partners een campagne om de bewustwording rond bommen bij kinderen (en hun ouders) te vergroten. Tijdens educatieve momenten trachten honderd leraars en psychologen kinderen alert te maken voor de gevaren.
Minstens vijf miljoen Oekraïners zijn getroffen door het conflict in het oosten van het land, waaronder 1,7 miljoen kinderen. Meer dan 1,1 miljoen Oekraïners zijn vluchtelingen in eigen land. (AVE)
