Hubert van Humbeeck

VVD en PvdA, de hoop in bange dagen

De Nederlandse kiezer besliste laat en hij koos tactisch. Het resultaat is dat VVD en PvdA niet anders kunnen dan proberen samen te regeren.

De eerste reactie op de uitslag van de verkiezingen in Nederland was er een van opluchting. Het beest van het populisme leek getemd. Het land leek de oude nuchterheid te hebben teruggevonden. Voor het eerst sinds de stormachtige passage van Pim Fortuyn goed tien jaar geleden bieden de cijfers uitzicht op een regering met gewoon twee traditionele partijen – de liberale VVD van Mark Rutte en de sociaaldemocratische PvdA van Diederik Samsom.

De opluchting leek bij een eerste oogopslag logisch en terecht. Nederland zat de voorbije tien jaar op een politieke rollercoaster. Het moest vijf keer naar de stembus, wipte in de peilingen tussendoor van links naar rechts en joeg internationale bondgenoten en partners met isolationistische prietpraat in de gordijnen. Dat de rechtse en linkse populisten Geert Wilders (PVV) en Emile Roemer (SP) het niet zo goed deden als verwacht, is daarom vooruitgang. Maar alles is relatief. Het zou niet wijs zijn om uit dit resultaat te besluiten dat de kiezer het programma van die twee radicale partijen ook radicaal heeft afgewezen. Zeker in Europese kringen klonk vorige week woensdagavond net geen gejuich, toen duidelijk werd dat de Eurosceptische partijen niet zo goed scoorden als was gevreesd.

Onderzoek na afloop leerde dat bijna een derde van de kiezers pas in de laatste 48 uur voor de verkiezingen besliste op welke partij ze zou stemmen. Tegelijk zou bijna 20 procent van de kiezers een tactische stem hebben uitgebracht. Dat kan de hoge score verklaren zowel van Rutte als van Samsom. De PvdA haalde meer dan dubbel zoveel zetels als minder dan drie weken voor de verkiezingen was voorspeld. Omdat Samsom in de televisiedebatten veel beter uit de verf kwam dan andere kandidaten ter linkerzijde, plukte hij zowel bij de SP als bij GroenLinks stemmen weg. Rutte van zijn kant profiteerde van de match met Samsom om kiezers aan te trekken, die anders wellicht voor Wilders of voor de christendemocraten van het CDA hadden gestemd.

De VVD en de PvdA zijn niet meer de partijen die in de jaren negentig samen een paarse regering maakten. Ze hebben de voorbije tijd, ook onder druk van de omstandigheden, aansluiting gezocht bij de meer radicale rechter-, respectievelijk linkerzijde. De VVD loopt al langer een eind met Wilders mee. De PvdA moest hoe dan ook proberen om een brug te slaan naar de oude achterban om de leegloop naar de partij van Roemer te stoppen. Liberalen en sociaaldemocraten houden vol dat ze weer met elkaar willen regeren en naar verluidt schieten Rutte en Samsom persoonlijk goed met elkaar op. Maar het water tussen diepblauw en donkerrood blijft zo diep dat het niet vanzelfsprekend is om snel akkoorden te vinden.

De middenpartijen hebben dus wel gewonnen, maar het zijn niet meer de middenpartijen van vroeger. De middenpartij bij uitstek, het CDA, is tot onder de tien procent van de stemmen gezakt. Om een stabiel kabinet te vormen, nemen VVD en PvdA wellicht beter een of twee andere partijen als buffers mee in de boot. Toch lijkt Nederland dit keer politiek beter gewapend voor de dag van morgen. Het mag daarom hopen dat het niet weer over enkele maanden moet gaan stemmen.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content