Siegfried Kracauer verovert eindelijk Berlijn

Het werk van Siegfried Kracauer is subliem. Nu is ook een Berlijns plein naar de grote Joodse essayist en romancier genoemd.

In een van zijn sublieme essays over straten en pleinen beschrijft de Duitse Jood Siegfried Kracauer (1889-1966) in de ‘Frankfurter Zeitung’ van 8 november 1931 op onnavolgbare wijze wat hij vanuit zijn venster in zijn Berlijnse woning ziet. Hij heeft het over een pleintje waarvan niemand de naam kent, omdat het niet door een bewuste menselijke ingreep een plein is geworden, maar door urbaan toeval. Vandaar de anonimiteit van het plein. Haast niemand kent zijn naam. Het pleintje is een plaats van doorgaand verkeer. ‘Zo geniet het het onvergelijkbare geluk in zekere zin incognito in het gewoel te mogen leven.’

Er moeten wel bomen groeien, want Kracauer vertelt dat hij vanuit de hoogte ziet hoe het pleintje zich onzichtbaar kan maken door zich te verhullen onder een muts (van kruinen en bladeren wellicht). We moeten als een detective te werk gaan als we het pleintje willen identificeren, een gedachte die Kracauer als schrijver van een groot essay over de detectiveroman moet hebben aangestaan. Er is sprake van spoorwegen die uit de richting van station Charlottenburg komen en verder verraadt de schrijver van ‘Strassen in Berlin und anderswo’ dat een radiotoren in de hemel priemt, ‘een loodrechte streep die met een trekpen dun door een stuk hemel getrokken is’. Kracauer voegt eraan toe: ‘Dit landschap is onvervalst Berlijn.’ Ze zijn er nu nog allemaal: de spoorwegen, het plein, de radiotoren.

Toen Kracauer zijn essay schreef, heette het Berlijnse pleintje Holtzendorffplatz, genaamd naar een Pruisische rechter. Maar vorige week werd de plek herdoopt. Nu heet het driehoekige pleintje, waar nog altijd zes straten samenkomen, Kracauerplatz. Op het hoekhuis nummer 35 van de Sybelstrasse, die uit het oosten komt, woonde Siegfried Kracauer samen met zijn vrouw Lilli Ehrenreich luttele drie jaar, van 1931 tot 1933. Daarna vluchtte de Joodse schrijver, journalist, socioloog en film-, theater en literatuurcriticus voor de nazi’s eerst naar Parijs, daarna, in 1941, verder naar de Verenigde Staten, waar hij werkte in het New Yorkse Museum of Modern Art.

Ook het pand waarin Kracauer in de Berlijnse Sybelstrasse aan de voormalige Holtzendorffplatz een woning betrok, staat nog altijd overeind. Behalve dat de geveldecoraties eraf zijn gebikt, heeft het gebouw de oorlog getrotseerd. In de jaren vijftig heeft de erudiete emigrant het nog een keer bezocht.

Nu hangt er een gedenkplaat aan de gevel, en dat is maar goed ook. Nergens in Berlijn, dat zo rijk aan monumenten is, werd aan het bestaan van Siegfried Kracauer herinnerd. Hij was de auteur van de spitse roman ‘Die Angestellten’ (De bedienden) over een nieuwe klasse van werknemers die volgens de auteur spiritueel verarmd waren omdat ze alleen maar hun toevlucht zochten tot ontspanning en vermaak. Bovendien was Kracauer de auteur van het grote filmessay ‘From Caligari to Hitler: A Psychological History of the German Film’ (1947) en van ‘Theory of Film: The Redemption of Physical Reality’ (1960).

Siegfried Kracauer had een ongemeen scherpe blik voor de mensen en de dingen om hen heen. Zijn essays en grootstadromans zijn nog altijd een genot om te lezen. Zijn oeuvre is niet minder belangwekkend dan dat van een geestesgenoot als Walter Benjamin. Kracauer was een goede vriend van Adorno, die geregeld op de vierde verdieping in de Sybelstrasse te gast was.

Uitgeverij Suhrkamp laat niets onverlet om aan de naam en het werk van de scherpzinnige analist en taalvirtuoos Kracauer de verspreiding te geven die ze verdienen. Van zijn verzameld werk in negen delen publiceerde de uitgeverij er tot nog toe zes, en de reeks gaat onverminderd door.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content