Rector Rik Torfs (KU Leuven): ‘Ik heb het niet goed gedaan in de politiek’

Rik Torfs © Belga

De pluchen zetel van de Senaat was zijn biotoop niet, de universiteit van Leuven is dat des te meer. Rik Torfs geniet van zijn rectoraat aan de oudste universiteit van ons land.

Twee weken Californië en drie dagen Graubünden, Zwitserland. Zo zag de vakantie eruit van Rik Torfs, in oktober 59. En hij heeft ervan genoten. Heel intens. “Ik heb het Sequioa Nationaal Park bezocht. Prachtig. Ik ben een grote fan van oude bomen. Als die tweeduizend jaar oud zijn, zien ze er nog mooi uit, een eigenschap die Miss België nooit zal bezitten. Het Nationaal Park van Graubünden is het oudste van Europa en heeft als kenmerk dat de natuur er ongemoeid gelaten wordt.

Als er een boom omvalt, blijft die liggen. Mensen mogen alleen op afgebakende paden en voor de rest zijn de beesten er baas. Ik heb er drie dagen rondgewandeld. Dat doe ik trouwens elk jaar. Ik hou van Zwitserland en zijn inwoners, heel ruimdenkende mensen.”

Op Twitter lees ik dat je ook houdt van drukke festivals en voetbalwedstrijden .

Torfs: “(pikt in) Want zo blijven er andere plekken over om alleen te zijn. (lacht) Ik vind het geweldig om helemaal alleen te zijn, ik zoek dat ook op, al lukt dat moeilijk in mijn beroep. Het verwondert mij dat mensen zo graag in groep zijn. Neem die Dodentocht in Bornem. Als je wil wandelen, waarom moet dat in massa? Ik voel daar weinig voor. Het collectief gejuich van mensen tijdens een sportwedstrijd geeft mij eerder een gevoel van kilte dan van warmte. Ik heb me eens een week teruggetrokken in de abdij van Orval. Heerlijk. Wat schrijven. Wat diepgaande teksten lezen waar je anders niet toe komt.”

Je bent nu twee jaar rector van de KU Leuven. Ligt dit je beter dan senator zijn?

Torfs: “(resoluut) Duizend keer. Mijn hart ligt hier. Dit is een prachtige universiteit, we behoren tot de Europese top, ik kan werken met fantastische mensen. Je kan hier ook effectief iets verwezenlijken. Dat is het grote verschil. In de politiek heb ik niet kunnen doen wat ik wou. Eigenlijk kun je daar alleen iets doen als je een uitvoerend mandaat hebt. Nee, dat waren zeker niet de gelukkigste jaren van mijn leven.”

Was je ook gestopt met de politiek als je geen rector was geworden?

Torfs: “(knikt) Dan zou ik andere wegen bewandeld hebben. Meer publiceren bijvoorbeeld. Ik heb het eigenlijk niet goed gedaan in de politiek. Ik kende het spel onvoldoende. Ik behoor niet tot een politieke dynastie, ik had zelfs geen partijpolitieke bindingen toen ik in 2010 op de CD&V-lijst ging staan. Dan mis je toch de contacten. Ik heb dat gevoeld.”

Schort er iets aan onze democratie?

Torfs: “Partijen moeten minimum vijf procent halen voor een zetel in het parlement. Dat blokkeert vernieuwing. Ik sta ook sceptisch tegenover onze particratie. Partijen hebben te veel macht. En intern functioneren zij niet meteen democratisch. Je hebt een kleine kring die het voor het zeggen heeft. Anderzijds moet je ook toegeven dat alternatieven zoals de G-1000 van David Van Reybrouck tot niets geleid hebben. Ik heb het moeilijk met de gedachte dat je burgers kan bijeenzetten en denken dat die het algemeen belang voor ogen houden. (denkt na) Nu, ik ben blij dat ik de politiek geprobeerd heb. Het komt mij vandaag goed van pas. Het was een goede leerschool om als rector te functioneren.”

CD&V krijgt veel kritiek. Doet ze er slim aan in de regering-Michel te blijven?

Torfs: “Dat vind ik wel. Het is mijn aanvoelen dat deze regering de maatregelen neemt die noodzakelijk zijn om onze welvaartsstaat te moderniseren. Je kan dat niet met de PS, dat hebben we al gezien. Maar je mag dat ook niet alleen aan de rechterzijde overlaten. CD&V is nodig om die modernisering een sociaal gelaat te geven. En dat doet de partij, ook al zou ze misschien nog meer willen binnenhalen. Dit type regering had er al in 2007 moeten komen. Ons land heeft zeven jaar stilstand gekend.”

Moet de politiek eens niet meer out of the box durven denken? Een basisinkomen voor iedereen bijvoorbeeld?

Torfs: “Wie een systeem helemaal omgooit, zal op veel kritiek botsen van de middenklasse. Je moet daar heel gevoelig voor zijn. Het is eigen aan de middenklasse dat ze weigerachtig staat tegenover verandering, omdat ze bang is zelf lichtjes achteruit te gaan. Dat is misschien een kleinburgerlijke houding, maar wie daarop neerkijkt, erkent de mens niet als wie hij is. Kleinburgerlijkheid is menselijkheid. Je moet de middenklasse goed koesteren, haar gebreken inbegrepen. Ik geloof meer in kleine hervormingen.”

Hoe doet Hilde Crevits (CD&V) het als minister van Onderwijs?

Torfs: “Heel goed. Ze is heel sympathiek. En heel verstandig. Of toch voor een politica. Dat is niet de regel. (lacht) Ik kan me ook vinden in haar visie op onderwijs. Ze schenkt ons, de scholen en de universiteiten, veel vertrouwen. Dat past in onze positieve visie op de mens.”

Waarom krijgen eerstejaars dan geen nieuwe kans meer als ze geen dertig procent halen? Hebben achttienjarigen geen recht op een jaartje falen?

Torfs: “Minder dan één procent van de studenten die onder de lat van de dertig procent blijven, haalt op vijf jaar tijd een bachelor. Dan moet je normerend optreden, vind ik. Natuurlijk hebben studenten recht om te falen, maar ze hebben geen recht op een sabbatical. Zij hebben ook een verantwoordelijkheid. Er zijn zoveel mensen die al op hun achttiende gaan werken. Het kan toch niet dat zij de prijs betalen voor de mensen die een jaartje willen feesten. Ik ben er trouwens van overtuigd dat sommige jongeren beter eerst enkele jaren zouden werken vooraleer verder te studeren.”

Wat vind jij van bindende toelatingsproeven voor elke opleiding?

Torfs: “Dat zou een stap te ver zijn. Ik ben wel voorstander van bindende proeven voor studenten die een totale ommezwaai willen. Als je een heel praktische richting gevolgd hebt in het secundair, en je kiest voor burgerlijk ingenieur, dan zouden we best een toelatingsproef verplichten. Maar dat ligt maatschappelijk en politiek heel moeilijk. Ik geloof ook in de oriëntatieproeven, waar de minister mee bezig is, voor leerlingen van het secundair onderwijs.”

Ik heb Hilde Crevits gevraagd jou te omschrijven. Haar antwoord: “een moderne Socrates die even makkelijk heilige huisjes opbouwt als afbreekt om erna de scherven weer minzaam te lijmen”.

Torfs: “(lacht luid) Fantastisch. Dat is mooi gezegd. Al was Socrates wel slimmer dan ik. Het klopt dat ik niet bang ben voor wat scherven. Ik heb het conflict nooit geschuwd. Begin jaren tachtig lag ik al overhoop met de Kerk door mijn licentiaatsthesis over de priesterwijding van de vrouw. Ik vind dat je af en toe ideeën moet durven lanceren waar niet iedereen het mee eens is.”

Dat is wat ook Socrates deed. Hij is ervoor ter dood veroordeeld.

Torfs: “Daarin verschil ik van Socrates. Ik zou die gifbeker nooit uit vrije wil gedronken hebben. (lacht) Ik ben wel veranderd met het ouder worden. Ik heb het bijvoorbeeld wel voor aartsbisschop Léonard. Hij zegt vaak dingen waar ik het oneens mee ben, maar hij is een ongelooflijk vriendelijk man. Dat primeert meer en meer voor mij. Ik heb liever zo iemand dan een onvriendelijk man die vaak gelijk heeft. Als rector is het ook beter om niet te veel scherven te maken.”

Paul Cobbaert/De Zondag

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content