Niet méér, maar minder

HONDSHAAI UIT DE NOORDZEE In de degrowthfilosofie wordt de vis direct bij de consument gebracht - zelf te fileren. © JONAS LAMPENS

Degrowth: een nieuw businessmodel om de planeet te redden

De klimaatverandering, de financiële crisis, de maatschappelijke ongelijkheid: volgens de almaar grotere ‘degrowth’-beweging ligt het antwoord op die en andere 21e-eeuwse uitdagingen niet in méér, maar in mínder produceren en consumeren. ‘De groei-economie botst op haar grenzen.’

‘Nu we de bevolking eindelijk voor duurzame ontwikkeling hebben gewonnen, komen ze met een concept dat nóg verder gaat. “Degrowth” zal de mensen afschrikken, waardoor ze opnieuw op de rem gaan staan.’ Bruno Tobback, Vlaams Parlementslid voor de SP.A en in een vorig leven federaal minister van Leefmilieu, is niet mals voor de verdedigers van degrowth. Die Engelse term is moeilijk te vertalen: ‘ontgroei’ is het courantste Nederlandse woord, maar dat dekt de lading niet helemaal. Daarom wordt ook in ons taalgebied meestal de Engelse term gebezigd.

Degrowth staat voor een economie die niet gestoeld is op groei. Klassiek geschoolde economen lachen het concept daarom weg als een vorm van spielerei. Volgens critici is het niet eens een economisch principe maar een ideologie. Naargelang de context omschrijven ze degrowth als ‘een zoveelste antikapitalistische reflex’, ‘een oprisping van de hippiebeweging’ of ‘een poging om de linkerflank van de maatschappij te reanimeren’.

Maar de verdedigers van degrowth weren zich. ‘Misschien is Bruno Tobback oud aan het worden’, schampert zijn partijgenoot Levi Vermote, ‘en draait hij al te lang mee in een achterhaald systeem.’ Vermote, econoom aan de Vrije Universiteit Brussel en gemeenteraadslid in Oostende, is de drijvende kracht achter de ‘volkscoöperatieve’ Vesche Vis. Die brengt duurzaam gevangen vis uit de Noordzee rechtstreeks bij de consument, zonder de tussenstadia van bewerking en distributie – je moet het dier thuis fileren. ‘Zo krijgen mensen weer rechtstreeks contact met de oorsprong van hun voeding’, zegt Vermote.

‘Degrowth bevindt zich in dezelfde sfeer als onthaasten. Het mag allemaal wat relaxter, wat vriendelijker voor mens en milieu. Behalve om een nieuw economisch model gaat degrowth ook om een nieuwe manier van denken. Vandaag denken we nog: “Geld maakt succesvol en gelukkig.” Wie de gevolgen van die mentaliteit overziet, weet: dat klopt niet. Je wordt pas gelukkig door te doen wat je graag doet, ongeacht hoeveel geld je daarmee verdient. En verdien je wat minder, dan kun je je consumptiegedrag daar perfect aan aanpassen. Jammer genoeg is het begrip “vooruitgang” nog onlosmakelijk verbonden aan de toename van productie en consumptie. Die toename leidt volgens mij net tot achteruitgang. Met Vesche Vis willen we aantonen dat er een alternatief is voor de klassieke groeiprocessen, die funest zijn voor – onder meer – het visbestand.’

Geen nieuwbouw meer

Als je in bepaalde plannen de concrete invulling van degrowth leest, is het wel schrikken: geen nieuwbouw meer, bijna geen reclame meer, een basisinkomen van 4000 euro bruto per maand voor iedereen en een maximuminkomen van 16.000 euro bruto per maand. Believers hebben met zulke maatregelen weinig moeite. ‘De aarde is een begrensde planeet. We kúnnen gewoon niet eindeloos met materiële productie en consumptie doorgaan’, zegt Jan Mertens van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en Oikos, de onafhankelijke denktank voor sociaal-ecologische verandering. ‘De vraag is dan ook niet meer: hoe kunnen we de aarde zo aanpassen dat ze blijft leveren wat we nodig hebben? Nee, de vraag is nu: hoe kunnen we onze economie aanpassen aan de mogelijkheden van de aarde? Alleen zo kunnen we een waardige welvaart voor iedereen garanderen.’

Is een economie zonder groei mogelijk? Hoogleraar economie Koen Schoors van de Universiteit Gent vindt van wel. ‘De oude economie moet langzaam afsterven en vervangen worden door een nieuwe, groenere economie. In sommige sectoren zal dat tot destructie leiden, in andere tot groei. Om met minder middelen meer te kunnen maken, blijft een zekere groei nodig. Bijvoorbeeld om groene energie te produceren, een andere mobiliteit te creëren of nieuwe zakenmodellen te ontwikkelen. Die zakenmodellen zullen op het gebruik van goederen gebaseerd zijn, in plaats van op het bezit ervan. Op microvlak zal er altijd wat groei en verandering zijn – anders bevriezen we de maatschappij op een vast punt in de tijd. Maar op macrovlak is een economie zonder groei zeker haalbaar.’

Wat professor Schoors over degrowth zegt, lijkt toch verdacht veel op de duurzame ontwikkeling die Bruno Tobback bepleit. Koen Schoors: ‘Duurzame ontwikkeling en degrowth zijn allebei nogal vage begrippen. De kern van het verschil is: degrowth legt de nadruk op minder produceren en consumeren, terwijl duurzame ontwikkeling draait om anders produceren en consumeren. Ik ben vandaag wel een voorstander van duurzame ontwikkeling, omdat ik geloof dat we mensen daarmee sneller zullen overtuigen om in een nieuwe economie mee te stappen.’

Met dat laatste is Jan Mertens het niet eens. Voor hem is duurzame ontwikkeling een ‘containerbegrip’ geworden: ‘Het is een illusie dat we daarmee een win-winsituatie kunnen creëren: blijven groeien én minder impact op het milieu hebben. De werkelijkheid bewijst dat we onze planeet zo onder te hoge druk zetten. In de beleidsnota’s van al onze regeringen van de voorbije vijfentwintig jaar was er volop aandacht voor duurzame ontwikkeling. Als het zo eenvoudig was, was de ecologische crisis al lang opgelost. Onze beleidsmakers blijven die crisis voor zich uit duwen – dat is de realiteit.’

Hoe moeten we degrowth dan concreet invullen? Jan Mertens: ‘Behoud van kapitaal in plaats van groei van kapitaal: daarnaar moeten we streven. Dat zal al een directe aanval op onze verspillingseconomie zijn. We moeten nóg meer recycleren, tot we een volledig circulaire economie hebben. En we moeten het begrip “waarde” dringend anders definiëren. Vandaag heeft dat een bijna vanzelfsprekende economische connotatie, waarvan we het moeten loskoppelen. Een vulpen die twintig jaar meegaat, is zoveel waardevoller dan al die balpennen die iedereen om de haverklap moet vervangen.’

Minder prullen printen

‘Het is zeker mogelijk om minder van natuurlijke rijkdommen af te hangen’, zegt Koen Schoors. ‘Maar daarvoor moeten we wel totaal anders naar productie en consumptie kijken. Dat kan op twee manieren. Ten eerste moeten we de strijd opvoeren tegen de verspilling die ingebakken zit in de manier waarop we produceren en consumeren. En dus moeten we bijvoorbeeld isoleren, toiletten met regenwater doorspoelen, minder prullen printen, de fiets nemen in plaats van de auto, minder vlees eten enzovoort. In al onze dagelijkse handelingen gaat wel een besparing verscholen.’

‘Ten tweede moeten we inzetten op een stroom aan diensten met een kleinere ecologische voetafdruk. Sommige mensen willen producten gewoon “hebben om ze te hebben”, de meesten willen die producten vooral gebruiken. De waarde van een goed bestaat dus vooral uit de diensten die het ons levert. Als je de eigendom van dingen loslaat en voor die stroom aan diensten kiest, koop je geen auto meer, maar kilometers ‘multimodale mobiliteit’ met fiets, openbaar vervoer en – als het echt niet anders kan – een deelauto. Je koopt geen koelkast meer, maar uren koeling. Geen wasmachine, maar wasbeurten. Dan hebben producenten er ook baat bij duurzame producten te maken, want ze hebben een langetermijncontract met hun klanten. Met andere woorden: we moeten de deeleconomie naar een industriële schaal brengen. Het productiesysteem zal dan ook veel meer op lokale diensten steunen. Dat is goed voor de tewerkstelling en brengt minder vervuilend transport met zich mee. Burgers, organisaties en overheden moeten allemaal hun rol spelen. Door zich in netwerken te verenigen, bijvoorbeeld, en door te aanvaarden dat de producten die ze gebruiken ook ter beschikking van anderen staan.’

Volgens critici van de degrowth-gedachte bewijst de huidige barre economische situatie dat een krimpeconomie geen realistisch concept is, omdat ze tot werkloosheid en armoede leidt. ‘Ik draai die redenering graag om’, zegt Jan Mertens. ‘Wat de jongste jaren gebeurt, bewijst net dat de groei-economie op haar grenzen botst. De milieuproblemen en de maatschappelijke ongelijkheid nemen toe. Financiële crisissen volgen elkaar op. Bedrijven reageren daarop door meer te produceren met minder input, waardoor mensen hun werk verliezen of overbelast raken. Dat is het N-VA-verhaal: de sociale verdediging afbouwen en de onderlinge competitiviteit laten toenemen.’

Jan Mertens: ‘Onze economische problemen hebben misschien ook hiermee te maken: alle goedkope grondstoffen zijn uitgeput. We betalen nu de prijs voor wat we vroeger te veel hebben verbruikt, omdat het té goedkoop was. We hebben altijd veel kosten uit de boekhouding van de economische groei gehouden, met name de impact op het milieu. Die kosten krijgen we nu voorgeschoteld.’

Nog een bezwaar: de-growth zou ‘antitechnologie’ zijn. ‘Integendeel’, countert Koen Schoors. ‘Technologie kan misschien net voor de doorbraak van degrowth zorgen. Door de digitalisering kun je gemakkelijk nieuwe deelplatformen organiseren en het nieuwe gebruiksmodel uitrollen. Dat bewijzen de taxi’s van Uber: die rijden zelden leeg rond, waardoor ze goedkoper zijn dan klassieke taxi’s. Door de doorbraak van 3D-printen kunnen we onze wegwerpcultuur dan weer vervangen door een onderhouds- en herstelcultuur. Ook die kan de lokale arbeidsmarkt nieuw leven inblazen. Degrowth zal het uiteindelijk halen, daarvan ben ik overtuigd. Niet alleen omdat het duurzaam is, maar ook omdat het een beter businessmodel is voor individuele bedrijven en de maatschappij.’

‘Ik vind het een gevaarlijk geloof dat technologie zal volstaan om de crisis op te lossen’, zegt Jan Mertens. ‘Zolang grotere schepen met langere netten ons antwoord zijn op de dalende visbestanden, zullen we er niet raken. Het enige efficiënte antwoord op de crisis in de visserij is: tijdelijk minder vissen. Waarom zou dat een probleem moeten zijn? We zijn tenslotte veel meer dan wat we consumeren. Als je aan mensen vraagt wat ze nodig hebben om gelukkig te zijn, zullen de meeste antwoorden geen geld kosten. Maar voortdurend krijgen we de omgekeerde boodschap ingelepeld: dat ongebreideld consu-meren gelukkig maakt, terwijl ik het net met spirituele leegte associeer. En we zijn zo bang geworden om te moraliseren dat we zelfs geen moreel debat meer durven te voeren, terwijl dat net nodig is om een nieuwe economie op poten te zetten. Maar ik ben optimistisch, hoor. Keer op keer bewijst het huidige model dat het simpelweg niet meer leefbaar is.’

Door DIRK DRAULANS, foto’s JONAS LAMPENS

‘Degrowth bevindt zich in dezelfde sfeer als onthaasten. Het mag allemaal wat relaxter, wat vriendelijker voor mens en milieu.’ Levi Vermote (Vesche Vis)

‘Koop geen auto meer, maar kilometers mobiliteit. Koop geen koelkast meer, maar uren koeling.’ Koen Schoors (Universiteit Gent)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content