Luk Lambrecht

In the galleries

Amerikaanse “cool art” in een uithoek van Nederland…!

Het overvalt een relatief klein en onbekend Rijksmuseum zoals dat in Enschede niet alle dagen dat een heuse privé-collectie in een permanente bruikleen wordt gegeven.

Het Rijksmuseum Twenthe in Enschede kan nu uitpakken met een bijzondere tentoonstelling met werken geplukt uit de zogenaamde private No Hero Foundation. De tentoonstelling met de lekker lange titel “Abstract USA 1958-1968 In the Galleries” is een expo die beroert omdat hier de Amerikaanse kunst wordt getoond die geprangd zit tussen het inmiddels goed bekende Amerikaans Expressionisme en de minimal en concept art.

De bakens van deze zeer goed, onderbouwde tentoonstelling zijn uitgezet door Belg Wouter Davidts die een expo afleverde waar een bezoeker niet alleen in alle rust kan genieten van bijzonder goede (schilder)kunst maar tegelijk via het oordeelkundig én leesbaar aanbrengen van contextualiserende boeken en vroege kunstkritische teksten van wijlen Donald Judd een breder inzicht kan verwerven op deze periode. De titel “In the Galleries” verwijst trouwens naar de gelijknamige rubriek in Arts Magazine waarvoor Donald Judd heel veel recensies schreef (ondermeer) over het werk van de kunstenaars op deze deugddoende expo.

In Enschede komt dus het werk aan bod van de zogenaamde “koele abstracten”; een etiket dat perfect past bij de tegenreactie van vele kunstenaars die toen naar het einde van de jaren vijftig vervlakking en al te veel pathos vaststelden in de schilderkunst.

Maatstaf

Frank Stella was de eerste die in 1959 op de proppen komt met schilderijen die niet de interne logica van de kunstenaar/maker volgen en op een kunstzinnige manier fixeren maar wel de logica van het object (opgespannen canvas). Het vroege werk van Frank Stella positioneert zich als mechanisch en ontdaan van alle emotie. Dit soort schilderkunst was het picturale tegendeel van wat zich eerder in de schilderkunst afspeelde. Vanaf de periode waarin het werk van Frank Stella ontstaat, vormt zich stilaan een beweging van schilders die niet de symboliek maar het “feitelijke handelen” van de schilder centraal plaatst.

Heel straf en mooi op de expo is het sublieme werk “Wild” uit 1965 van Frank Stella. Op één drager die de perfecte maat aanneemt van twee vierkanten is twee keer het zelfde motief geschilderd dat uitgaat van de breedte van de zijkant van het schilderij. Die breedte wordt vervolgens de maatstaf voor een compositie die zichtbaar met de hand geschilderd zichzelf een “weg” baant tot in het hart van de compositie.

Heerlijk dolen

Stella herhaalt in “Wild” een zelfde figuur twee maal. De ene kant is in heldere kleuren geschilderd; de andere is als bij een röntgenfoto in neutrale grijstonen ingekleurd. Het is een schitterend topwerk waarin niets meer en niets minder gebeurt dan wat de specifieke eigenschappen van het opgespannen canvas biedt als uitgangspunt. De fameuze Amerikaanse beeldhouwer Carl Andre die nog de studio deelde met Frank Stella schreef:

“De schilderijen van Frank Stella zijn niet symbolisch. Zijn strepen zijn de paden van de kwast op het doek. Deze paden leiden alleen naar de schilderkunst”.

De expo is heel helder en strak opgebouwd en start met werk van Donald Judd uit 1987 dat hier mooi aantoont hoe de “koele schilderkunst” van groot belang was op bv het minimale werk van Judd zelf. Zijn kleurrijke structuren uit 1987 blijven “objectief” en tonen zelfs de boutjes waarmee de aparte onderdelen aan elkaar werden gemonteerd. De cirkel lijkt rond.

Naast werk van andere bekende kunstenaars zoals Sam Francis, Kenneth Noland, Jules Olitski en Larry Poons springt hier vooral het werk in het oog van Gene Davis (1920-1985).

Een meesterlijk werk van hem is het monumentale “Homage to Matisse” (1960) waarin de invloed van Kenneth Noland onmiskenbaar is alsook de opgeroepen sensatie van de zichtbaar IN het canvas aangebrachte, sterk verdunde verf.

Het is ronduit heerlijk dolen in dit museum met de architecturale allures van een klooster met kunst die eerder wordt verwacht in witte lokalen van een modernistische signatuur…

Naast deze expo is het meer dan de moeite waard te grasduinen in de vaste collectie van dit museum met goed werk van Ger Van Elk, Richard Long en top-ensembles van vooral de Nederlandse kunstenaars Ad Dekkers en Jan Schoonhoven.

Luk Lambrecht

Nog tot 20 februari in het Rijksmuseum Twenthe in Enschede.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content