19 mythes over onze gezondheid

© .

Melk is goed voor elk: onder die algemeen aanvaarde wijsheid werd vorige week een stevige bom gelegd. De afgelopen jaren zijn er wel meer gezondheidsmythes door de wetenschap onderuitgehaald, meldde het Duitse weekblad Die Zeit onlangs. Wij deden een rondvraag bij specialisten en lijsten de meest hardnekkige op.

Het vakblad The British Medical Journal publiceerde een aantal maanden geleden de resultaten van een grootschalige Zweedse studie over de melkconsumptie bij volwassenen. Die brengt aan het licht dat naarmate iemand meer melk drinkt, het risico toeneemt dat hij aan een hart- en vaataandoening zal overlijden of een breuk zal oplopen. Melk blijkt vooral voor vrouwen niet zonder gevaar te zijn: een vrouw die dagelijks drie of meer glazen melk drinkt, loopt bijna dubbel zoveel risico om aan een hart- en vaatziekte te overlijden en heeft zestig procent meer kans op een heupfractuur dan een vrouw die gruwt van melk.

19 mythes over onze gezondheid
© Reuters

Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) reageerde onderkoeld. ‘We hebben onlangs nog een aantal wetenschappelijke studies over melk op een rijtje gezet, ook kritische, en de voordelen van melk blijven doorwegen.’

‘De kracht van wetenschappelijk onderzoek is dat het onze medische kennis voortdurend corrigeert en bijschaaft’, zegt dokter Marleen Finoulst, hoofdredactrice van Bodytalk en medewerkster aan het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM). ‘Wat vandaag in de reguliere geneeskunde algemeen aanvaard is, kan morgen door degelijk onderzoek zoals dat over de consumptie van melk op de helling komen te staan.’ Wat ooit als ‘waarheid’ gold, kan zo dus teruggebracht worden tot wat het werkelijk is: een gezondheidsmythe.

Het succes van die mythes is een gevolg van onze overlevingsdrang, zegt de Duitse gedragspsycholoog Gerd Gigerenzer in Die Zeit . ‘Als we als mensensoort zo lang mogelijk willen blijven voortbestaan, is het niet verstandig om met onze gezondheid te experimenteren. Dus leggen we voor het bestrijden van onze kwaaltjes ons oor te luisteren bij ervaringsdeskundigen uit onze omgeving die hetzelfde hebben meegemaakt.’ Het gevolg is dat de ene mens de andere besmet methardnekkige mythes, bij de kapper, in de winkel, op café of op het internet. ‘Als zo veel mensen het zeggen, moet het wel waar zijn.’

1. We moeten ons lichaam regelmatig ontgiften

Allemaal kosten op het sterfhuis, want ontgiftingstherapieën zijn waardeloos en in het geval van darmspoelingen soms zelfs gevaarlijk. Ons lichaam wordt vanzelf ontgift door onze lever en nieren, zij voeren alle afvalstoffen continu af richting toilet. Wat niet wil zeggen dat we onze lever niet af en toe rust moeten gunnen. Een paar alcoholloze dagen per week hebben meer nut voor onze ontgifting dan een dure, onsmakelijke detoxkuur.

2. De uren slaap voor middernacht tellen dubbel

Die uitspraak is nergens op gebaseerd en wordt waarschijnlijk door bezorgde ouders

gebruikt om hun kroost tijdig in bed te krijgen. Het is wel zo dat we allemaal een biologische klok hebben. De meeste mensen hebben behoefte aan zeven uur slaap per nacht. Het is niet echt verstandig om vaak tegen die biologische klok in te gaan, want dan raakt je slaap-waakritme ontregeld.

3. Koffie helpt je te ontnuchteren

19 mythes over onze gezondheid
© iStock

Op trouwfeesten is het een klassieker: vlak voor de zatte oom achter het stuur van zijn auto kruipt, drinkt hij een paar koppen sterke koffie om te ontnuchteren. De universiteit van Philadelphia onderzocht de effecten van cafeïne op alcohol. Nuchterder werden mensen er niet van, alleen kregen ze onder invloed van het cafeïneshot even de illusie dat ze zich ‘frisser en alerter’ voelden. Daardoor schatten ze hun staat van dronkenschap fout in en namen ze nog meer risico’s dan soortgenoten die evenveel alcohol gedronken hadden en de koffie links lieten liggen.

4. Twee liter water per dag drinken, is een absoluut minimum

Water drinken is alleen nodig als ons lichaam daarom vraagt, als we dorst hebben dus. De diep ingeburgerde mythe dat we dagelijks minstens twee liter water moeten drinken om ons lichaam te zuiveren, hebben we te danken aan de verkeerde interpretatie van een rapport uit 1945 van de Amerikaanse National Research Council. Daarin stond dat de mens één milliliter water nodig heeft om elke calorie die hij naar binnen krijgt te kunnen verwerken. Gemiddeld consumeren we dagelijks 2000 calorieën.

Conclusie: we hebben elke dag twee liter water nodig om onze calorievoorraad onder controle te kunnen houden. In het rapport stond ook nog dat we het grootste deel van onze dagelijkse dosis water uit ons voedsel halen. Die laatste belangrijke nuance is in de loop der tijden ondergesneeuwd geraakt. Te veel water drinken, kan trouwens levensgevaarlijk zijn. Zo stierf in 2013 een twintigjarige Nederlandse studente aan de gevolgen van watervergiftiging. Nadat ze op een festival een mespuntje MDMA-poeder, het belangrijkste bestanddeel van xtc, genomen had, kreeg ze razende dorst. Ze dronk liters water, belandde in het ziekenhuis en stierf daar aan een hartstilstand. Symptomen van watervergiftiging: onregelmatige hartslag, trillende oogleden en draaierigheid.

5. Scheren zorgt voor woekerende haargroei

19 mythes over onze gezondheid
© iStock

In 1970 onderzochten Amerikaanse dermatologen het effect van scheren op de haargroei. Ze lieten vijf jonge mannen een oppervlakte van 10 bij 10 centimeter op beide dijbenen afplakken. Maandenlang scheerden de heren wekelijks één vierkantje, het andere lieten ze onaangeroerd. De geschoren haren werden na elke scheerbeurt gedroogd en gewogen. Aan het einde van het experiment was er geen verschil te meten in groeisnelheid, lengte en gewicht. Conclusie: door veel te scheren, wordt ons haar niet dikker en gaat het ook niet sneller en intensiever groeien.

6. Suiker is een oorzaak van ADHD

Van overvloedig veel snoep en frisdrank raken kinderen zeker opgepept, maar dat is nog iets anders dan dat ze aan de basis zouden liggen van een concentratiestoornis als ADHD. Er is geen aantoonbaar verband te vinden tussen ADHD en voeding. Er zijn verschillende langer lopende onderzoeken gevoerd waarbij kinderen met en zonder ADHD ofwel snoep met suiker, ofwel snoep met een andere zoetstof te eten kregen. Niemand wist wie suiker at en wie niet. Bij geen enkel kind werd een verandering in gedrag vastgesteld.

7. Van laat eten word je dik

Uit onderzoek dat in 2011 verscheen in het vakblad voor diëtisten Obesity bleek dat de calorieën die na acht uur ’s avonds verorberdworden, het risico op obesitas vergroten. Het onderzoek werd snel op de korrel genomen. Een van die critici is Remco Havermans, onderzoeker naar de psychologie van eetgedrag aan de universiteit van Maastricht. ‘De studie toont alleen aan dat wie langer wakker is na acht uur, meer eet’, zegt hij. ‘Dat is niet meer dan een open deur intrappen, je kunt immers niet eten wanneer je slaapt. Daarnaast ‘ontdekten’ de wetenschappers dat wie na acht uur veel eet, een hoger BMI heeft. Ook dat ligt voor de hand: hoe meer calorieën je eet, hoe dikker je wordt. Op geen enkel moment hebben de onderzoekers een oorzakelijk verband aangetoond tussen laat eten en dik worden.’ Het maakt dus met andere woorden niet veel uit of je een keer om negen uur eet in plaats van om zes uur.

8. Van gsm-straling krijgen we een hersentumor

19 mythes over onze gezondheid
© iStock

De talloze onderzoeken die tot nu toe gebeurd zijn, hebben geen verband tussen gsm-straling en hersentumoren aangetoond. Al is er wel een tien jaar oude Franse studie die een licht verhoogd risico op één bepaald type tumor, namelijk glioom, bij zeer zware bellers vastgesteld heeft. De voorbije jaren zijn steeds meer mensen steeds jonger beginnen te bellen, toch is er geen stijging in het aantal diagnoses van hersentumoren. In april 2010 ging COSMOS van start, een grote langetermijnstudie over de effecten van de straling van gsm’s en smartphones op onzegezondheid, waaraan 300.000 mensen uit vijf Europese landen deelnemen. In 2015 worden de eerste resultaten verwacht.

9. We moeten opnieuw eten als een oermens

Diëten die gebaseerd zijn op het voedsel dat onze voorouders in hun grotten tot zich namen, zijn razend populair. Ze vertrekken vanuit de illusie dat de holbewoners van meer dan tienduizendjaar geleden een gezondere levensstijl hadden dan wij. Ze baseren zich op de ‘evolutionairediscordantietheorie’ uit 1985 van dokter Boyd Eaton en antropoloog Melvin Konner. Zij beweren dat onze genen de laatste 50.000 jaar ongewijzigd gebleven zijn, terwijl onze levensstijl en ons voedingspatroon wel drastisch veranderd zijn. Ons lichaam heeft zich volgens hen niet aan de evolutie aangepast en onze beschavingsziektes zijn daar een reactie op. We moeten weer aansluiting vinden bij onze natuurlijke staat van oermens-zijn, radicaal afscheid nemen van zuivel en zetmeel en ons uitsluitend voeden met vlees, vis, groenten, eieren, fruit, paddenstoelen, wortels en noten. Vele onderzoeken hebben inmiddels aangetoond dat er geen enkel bewijs is voor de stelling dat ons lichaam zich niet aan de moderne tijd heeft aangepast. Integendeel, veranderingen in onze genen hebben het wel degelijk mogelijk gemaakt dat we zuivel en zetmeel kunnen verteren.

10. Een kind dat tegen de mazelen gevaccineerd is, heeft meer risico op autisme

In 2000 werden de mazelen door de Amerikaanse overheid als uitgeroeid verklaard. Vandaag lijkt dat alweer voltooid verleden tijd, want de eerste acht maanden van dit jaar maakten bijna 600 Amerikanen de kinderziekte door. Ook in België zijn mazelen opnieuw in opmars. Dat is voor een groot deel op rekening te schrijven van de Britse dokter en onderzoeker Andrew Wakefield. In 1998 publiceerde hij in The Lancet een wetenschappelijk artikel waarin hij op een mogelijke link wees tussen autisme en vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond. Het artikel werd opgepikt door de Britse mainstreammedia en zorgde voor paniek in het Verenigd Koninkrijk. In de maanden na Wakefields publicatie daalde de vaccinatiegraad van 90 procent tot 70 procent. Andrew Wakefield kreeg bijna de titel redder des vaderlands, tot onderzoeksjournalist Brian Deer hem in 2004 ontmaskerde als een fraudeur die in ruil voor geld en roem zijn onderzoeksresultaten had gemanipuleerd. Veel grote studies hebben ondertussen onomstotelijk aangetoond dat er geen verband is tussen vaccineren en autisme.

11. Alcohol doodt hersencellen

19 mythes over onze gezondheid
© iStock

De ochtend na een drankovergoten avond kan het lijken alsof een fikse voorraad hersencellen zachtjes aan het afsterven zijn. In werkelijkheid valt dat nogal mee. In de jaren tachtig en negentig van vorige eeuw voerde de Amerikaanse biologieprofessor Roberta Pentney uitgebreid onderzoek naar de effecten van alcohol op ons brein. Zij ontdekte dat alcohol de werking van onze hersenen danig verstoort, maar dat het goedje geen hersencellen doodt. Te veel alcohol beschadigt wel de uitlopers van zenuwcellen in de kleine hersenen, waardoor de communicatie tussen die cellen vertraagt.

12. Met een dagelijkse dosis omega 3 kunnen we beter zien en harder nadenken

Omega 3 zijn gezonde vetzuren die we in normale omstandigheden voldoende binnen krijgen via onze vis- en notenconsumptie. De laatste jaren is omega 3 uitgegroeid tot een heuse hype. Een pakje margarine ‘met extra omega 3’ gaat vlotter over de toonbank dan een pakje zonder en het brengt nog meer op ook, want voor dat extra shot gezond vetzuur moet extra betaald worden.

13. Vaccinaties ondermijnen onze weerstand

De overtuiging dat vaccineren niet deugt, is heel hardnekkig. In West-Europa en in de Verenigde Staten is er een sterke antivaccinatielobby actief. Bij klassieke vaccins worden verzwakte virussen toegediend die de productie van antistoffen opwekken. Veel ouders twijfelen aan het nut van het vaccineren van hun kinderen tegen bepaalde ziekten, terwijl het juist belangrijk is om dat wel te doen. Ze zijn bang dat de weerstand van hun kinderen daardoor ondermijnd zal worden. We hebben vaccins tegen een vijftiental bacteriën, terwijl we in ons dagelijks leven met miljoenen andere bacteriën geconfronteerd worden. Die miljoenen bacteriën scherpen onze natuurlijke weerstand aan. Dat handvol waartegen we een vaccin hebben, maakt dus geen enkel verschil en zal onze weerstand niet verzwakken.

14. Van testosteron word je agressief

Hanig gedrag en zelfs moord en doodslag zouden een gevolg zijn van het duivelse mannelijke hormoon testosteron. Onderzoek uit 2009 van neurowetenschapper Christop Eisenegger zet die algemeen aanvaarde link tussen testosteron en agressie op de helling. Wie veel testosteron in zijn lijf heeft, is vooral begaan met zijn status. Dat geldt ook voor vrouwen met een overschot aan oestrogeen. Ze smachten naar een hogere plek in de pikorde. Hoe ze die hogere status bereiken, hangt volledig af van het milieu waarin ze gedijen.

15. Pubers krijgen acne als ze te veel chocolade of frieten eten

19 mythes over onze gezondheid

Er is nog nooit een verband gevonden tussen acne en vet voedsel. Maar dat wil niet zeggen dat pubers die alle dagen verse groenten en fruit eten en vette hamburgers links laten liggen, gevrijwaard zullen blijven van acne. Huiduitslag in de puberteit heeft meer met genetica en hormonen te maken dan met friet met mayonaise.

16. Vrouwen die dagelijks deodorant gebruiken, hebben meer kans op borstkanker

Deodorant bevat parabenen, chemische stoffen met conserverende eigenschappen. Volgens die verontrustende berichten zouden parabenen oestrogeenachtige eigenschappen hebben die de ontwikkeling van kanker bevorderen. Er wordt dan vaak verwezen naar een onderzoek uit 2004 van de Britse biomedicus Philippa Darbre van de universiteit van Reading. Zij probeerde te bewijzen dat er sporen van parabenen te vinden zijn in borstkankerweefsel. Ze vónd ook minimale sporen, maar in een onvoldoende hoge concentratie om enige uitwerking te kunnen hebben. Ze liet ook na om te checken hoe het gesteld was met de aanwezigheid van parabenen bij vrouwen zonder borstkanker. Latere onderzoeken maakten die vergelijking wel en kwamen allemaal tot dezelfde conclusie: deodorant is veilig.

17. Een toiletbril is dé broedplaats voor bacteriën

Dat valt best mee. Op het klavier van een computer zitten vierhonderd keer meer bacteriën dan op een toiletbril. De afdeling microbiologie en immunologie van de Universiteit van Arizona haalde alle stof, broodkruimels en huidschilfers uit doorsnee toetsenborden en kon niet anders dan vaststellen dat een computerklavier de favoriete verblijfplaats is van tienduizenden bacteriën én virussen. Een mens loopt meer kans op een verkoudheid via contact met zijn klavier, computermuis of telefoon, dan via de bril op zijn toilet.

18. Een ei per week is meer dan voldoende

.
.© iStock

In een eierdooier zit 200 mg cholesterol. Voor veel mensen is dat een doorslaggevend argument om hun eitjesconsumptie tot een strikt minimum te beperken. Ten onrechte, want het cholesterol in de eidooier heeft geen invloed op ons eigen cholesterolgehalte. Het eiwit is zo goed als vetvrij, waardoor een ei een caloriearm product is. Onze verhoogde cholesterol is bijna altijd het gevolg van een teveel aan verzadigd vet uit vet vlees, vette kazen, room, charcuterie en echte boter. Een eitje om de dag mee te beginnen, kan geen kwaad.

19. Na een bezoek aan het toilet moet je je handen niet alleen wassen, maar ook desinfecteren

Handen wassen met zeep is ruim voldoende. Wie zijn handen desinfecteert, doodt niet alleen de mogelijk gevaarlijke ziektekiemen, maar ook de talloze nuttige bacteriën die op de huid krioelen. Dat is niet zo verstandig, want de goede bacteriën leveren strijd tegen de ‘kwaadaardige’ en houden ze onder controle. Daar komt bij dat desinfectiemiddel de huid uitdroogt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content