Johan Van Overtveldt (N-VA)

De lange weg naar de bankenunie

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Een bankenunie zou inderdaad een enorme stap vooruit zijn voor de overlevingskansen van de eurozone. Alleen: wat nu op tafel ligt is géén bankenunie.

Er viel minstens één belangrijke beslissing tijdens de voorbije Europese top. Het nieuwe stabiliteitsfonds ESM (European Stability Mechanism) kan voortaan leningen rechtstreeks aan noodlijdende banken toekennen. Het ESM hoeft daarvoor niet langer via de overheid van het land van oorsprong van de behoeftige banken te passeren. Er werd aan die opmerkelijke wijziging in de originele statuten van het ESM wel één voorwaarde verbonden: eerst moet er een eenvormig en effectief toezichtmechanisme op het geheel van de banken in de eurozone komen.

Velen zien daarin de aanzet tot de vorming van een echte bankenunie in het kader van de eurozone. Dat is correct, en een bankenunie zou inderdaad een enorme stap vooruit zijn voor de overlevingskansen van de eurozone. De realiteit is anders: zelfs áls men dat eenvormige en effectieve toezicht op de banken binnen de eurozone voor elkaar krijgt, is men nog altijd een heel eind verwijderd van een echte bankenunie. Er is dan een stuk van het geheel gerealiseerd, maar als het daarbij zou blijven, zal snel de onvolkomenheid van deze constructie opspelen.

Want naast eenvormig en effectief toezicht op de banken zijn er nog minstens twee andere mechanismen die ook operationeel moeten zijn voordat je van een heuse bankenunie binnen de eurozone kunt gewagen. Het gaat dan enerzijds om een over de hele eurozone eenvormig geldende en door alle lidstaten onverkort onderschreven depositogarantie, en anderzijds over de installatie van een resolutiemechanisme. Dat laatste houdt in dat er op euroniveau ingegrepen kan worden om banken die men in moeilijkheden acht in quarantaine te plaatsen en te ontmantelen. Dat alles met het oog op de bescherming van de financiële stabiliteit en het algemeen maatschappelijke belang in de eurozone.

Uit de commentaren van met name Europees president Herman Van Rompuy na de top kon je duidelijk opmaken dat hij nog heel wat problemen verwacht om tot eenvormig en effectief toezicht op de banken in de eurozone te komen. De realisatie van de depositogarantie en de aanvaarding van een (wederom puur op Europees niveau beheerd) resolutiemechanisme worden zo mogelijk nog meer problematisch.

De realisatie van een echte bankenunie, met de drie bestanddelen die we net beschreven, houdt immers een verregaande opgave van nationale soevereiniteit in. De ultieme controle en beslissing over wat er bijvoorbeeld met BNP Paribas of Deutsche Bank gebeurt, ligt dan niet meer in Parijs of Berlijn maar in Brussel. De voorbije weken bleek dat Duitsland bereid is om zulke stappen zetten. In Frankrijk hoor je heel andere geluiden.

Ook niet te onderschatten in de discussie over de bankenregulering in Europa is de territoriumoorlog die woedt tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Commissie. Die laatste patroneert de European Banking Authority (EBA), die in deze discussies steeds meer aan de zijlijn komt te staan. De ECB tracht het laken ook op het vlak van bankenregulering naar zich toe te trekken. Commissievoorzitter José Manuel Barroso mag dan wel een ontzettend zwak figuur zijn, het staat in de sterren geschreven dat er vanuit de Europese Commissie stevig geageerd zal worden om zo’n machtsgreep van de ECB minstens gedeeltelijk te counteren.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content