Winterprik garandeert komende zomer veel oorkwallen aan kust

(Belga) Door de winterprik zakt de temperatuur van het zeewater onder de zes graden, wat essentieel is voor de voortplanting van de oorkwal. Het zag er door het zachte winterweer even naar uit dat die kwallensoort deze zomer niet aan onze kust zou opduiken, maar dat verandert, zegt de “Strandwerkgroep” van Natuurpunt op Natuurbericht.be.

In 1994, 1995, 2000 en 2002 waren er geen oorkwallen, omdat de temperatuur van het zeewater niet onder de zes graden zakte. Op 30 januari zakte de oppervlaktetemperatuur aan de kust tot drie graden Celsius. “Oorkwallen worden in hoofdzaak in de zomer waargenomen, omdat ze dan groot zijn en meer door strandbezoekers opgemerkt worden”, aldus Hans De Blauwe van de Strandwerkgroep. “De oorkwallen worden echter in putje winter geboren, tenminste als het water koud genoeg is.” Oorkwallen zijn herkenbaar aan hun vier oorvormige voortplantingsorganen. “Ze zijn een voortplantingsstadium van een poliepsoort, net zoals een bloem een voortplantingsstadium is van een plant”, aldus De Blauwe. De poliep lijkt op een klein wit trechtertje met relatief lange tentakels. “Wanneer de watertemperatuur onder de zes graden daalt, verdwijnen haar tentakels en begint ze zich in te snoeren. Er ontstaan dan een tiental schijfjes, die door een wespentaille van elkaar gescheiden zijn.” Uiteindelijk zwemt elk schijfje als een kwalletje van een halve centimeter weg. De komende drie maanden zullen ze groeien van 0,5 tot 15 centimeter. De meeste spoelen in de zomer op het strand aan, omdat de watermassa door de wind naar het strand wordt geduwd. (MVL)