Ann Peuteman

‘Proffen zouden beter wat meer zwijgen over onderwerpen waar ze niets van afweten’

Sommige academici zijn zo ver van hun ivoren toren afgedwaald dat ze de ingang niet meer kunnen vinden. ‘Iedereen gaat ervan uit dat de mening van een professor op onderzoek of jarenlange reflectie is gebaseerd’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘Maar dat is bijlange niet meer altijd het geval.’

'Proffen zouden beter wat meer zwijgen over onderwerpen waar ze niets van afweten'
© /

Economen over Zwarte Piet, politicologen over badmode, medici over verrechtsing, kerkjuristen over Donald Trump en filosofen over genetisch gemodificeerde organismen. Elke dag worden we overspoeld door tweets en opiniestukken van academici die wel erg ver van hun expertise afwijken. Niet gehinderd door enige voorstudie of empirisch onderzoek verkondigen sommigen dag na dag hun mening over de stand van het land en de rest van de wereld.

Dat was vroeger wel anders. Nog niet eens zo heel lang geleden hadden journalisten de grootste moeite om professoren aan het praten te krijgen over topics die ze niet diepgaand en liefst jarenlang hadden doorgrond. Tot in het extreme hielden ze zich bij hun leest. Als ze al met de media wilden praten, want ze hadden hun handen meer dan vol met onderzoeken, lesgeven en publiceren in bladen die er wél toe deden.

Maar onderweg is er dus iets veranderd. Zo’n twintig jaar geleden beseften assistenten en professoren dat ze een heel groot publiek konden bereiken als ze hun theorieën en onderzoeksresultaten ook in kranten en bladen expliceerden. En hadden ze uiteindelijk geen maatschappelijke rol te vervullen? Was het niet hoog tijd dat ze uit hun ivoren toren afdaalden en iets teruggaven aan de samenleving? Nog een beetje beschroomd en nerveus kwamen ze één voor één voor het voetlicht. Maar opvallend snel vonden ze hun draai en begonnen ze steeds verstaanbaardere opiniestukken te schrijven, gingen ze met plezier in op uitnodigingen van televisieprogramma’s allerhande telkens als hun vakgebied het nieuws haalde en becommentarieerden ze als onvervalste Jan Wautersen aanslagen, verkiezingen en andere natuurrampen. Communicatiediensten van universiteiten en hogescholen zagen dat aanvankelijk met lede ogen aan, maar al snel merkten ze dat al die ambassadeurs hun instelling veel aandacht, studenten en zelfs middelen konden opleveren. Het gros van de mediagenieke proffen zijn ook ernstige mensen die het maatschappelijke debat stofferen met waardevolle en vaak uitdagende inzichten. Denk maar aan de uiteenzettingen van Hendrik Vos over de brexit, Bea Cantillons visie op ongelijkheid, de voorstellen van Patrick Loobuyck in verband met godsdienstonderwijs of Lieven Annemans‘ mening over de besparingen in de gezondheidszorg. Dat er af en toe ook excessen opduiken, in de vorm van pretproffen die het applaus onmogelijk nog kunnen missen, is niet meer dan een accident de parcours.

Een groter euvel is de groeiende groep degelijke en gerespecteerde academici die zich totaal niet meer bij hun leest houden. Sommigen zijn ondertussen zo ver van hun ivoren toren afgedwaald dat ze geen idee meer hebben waar de ingang is. ‘U schrijft hier toch ook elke week over onderwerpen waar u amper onderzoek naar hebt gedaan’, hoor ik u denken. Natuurlijk, maar ik heb niet ‘prof. dr.’ voor mijn naam staan en dus ben ik zo vrij te vermoeden dat u mij niet altijd tot op de letter gelooft. Wellicht vindt u mijn mening bij momenten zelfs totale larie. Aan het woord van een echte professor, daarentegen, zal u niet zo snel twijfelen. U gaat er vast vanuit dat zijn of haar analyse gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek, literatuurstudie of toch tenminste jarenlang gerijpte ideeën. Maar dat is dus niet altijd zo. Sommige academici kunnen het zo mooi zeggen dat ze worden uitgenodigd om hun mening te ventileren over zo goed als elk actueel onderwerp. Maar niemand is professor in alles. Sommigen dreigen dan ook het slachtoffer te worden van hun eigen succes. En het publieke debat wordt er ook al niet beter van, want de kans dat er zo denkfouten insluipen is nogal groot.

‘Als je weigert, word je de volgende keer gewoon niet meer gevraagd’, vertelde een nieuwbakken professor me onlangs. ‘Dat kan ik me niet veroorloven: als ik wil dat ze in mijn vakgroep rekening met me houden, moet ik wel in de media komen. Ook al vraag ik me soms af wat ik daar zit te doen.’ De deur – of is het eerder een ophaalbrug? – van zo’n ivoren toren hoeft anno 2016 natuurlijk niet meer op slot te zitten. Maar af en toe even herbronnen met de deur op een kier zou voor sommigen een verademing kunnen zijn. Ook voor mij, hoor ik u denken, en misschien hebt u wel gelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content