Partijvoorzitters die in de Kamer zetelen, moeten niet vrezen voor hun loon als ze onvoldoende aanwezig zijn.
Kamerleden die minder dan tachtig procent van de stemmingen in het parlement bijwonen, verliezen tien procent van hun loon. Alleen: dat geldt niet voor partijleiders. Dat schrijven Het Nieuwsblad, De Standaard, de Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg.
Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA) bevestigde aan Hendrik Vuye (Vuye&Wouters) dat partijvoorzitters niet onder de regeling vallen.
De uitzondering is in 2003 ingevoerd, ‘en dat is sindsdien niet meer gewijzigd’, schrijft Bracke in een e-mail aan Vuye. Vuye, die ook hoogleraar grondwettelijk recht is, vindt de regeling voorbijgestreefd. ‘Dat is ingevoerd om partijvoorzitters via een omweg toch een loon te geven. Maar nu zijn de partijen rijk genoeg om hun voorzitter zelf te betalen.’
Tot nog toe waren er alleen vermoedens dat de uitzondering bestond. Nu wordt dat officieel bevestigd.
CD&V-voorzitter Wouter Beke voelt zich alvast niet aangesproken, omdat hij sowieso voldoende aanwezig is. ‘Ik vind het belangrijk om mijn rol als parlementslid op te nemen. Vandaar dat ik ook een aanwezigheid heb van 87 procent. Ik val dus sowieso niet onder een of andere uitzonderingsmaatregel’, aldus Beke. Bij de uitzonderingsmaatregel zelf heeft hij wel vragen. ‘Als er regels zijn, dan moeten die voor iedereen gelden. Ook voor partijvoorzitters. Ik vraag en wil geen voorkeursbehandeling.’
Ook Groen-voorzitster Meyrem Almaci vindt dat de uitzonderingsmaatregel voor partijvoorzitters in de Kamer gerust mag verdwijnen. ‘Die uitzondering is niet nodig. Wie volksvertegenwoordiger is, is volksvertegenwoordiger.’
Bart De Wever (N-VA) valt hen bij. ‘Behoudens door buitenlandse opdrachten of overmacht, ben ik in regel aanwezig op donderdag in de Kamer. Wat mij betreft mag die regel gerust afgeschaft worden.’
Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten en haar SP.A-collega John Crombez zetelen dan weer niet in de Kamer. Door het cumulverbod bij de socialisten kan Crombez het voorzitterschap niet combineren met een post als Kamerlid. Rutten zetelde dan weer in het Vlaamse Parlement, maar stopte daar begin 2017 om zich volledig te wijden aan de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen.
