Volgens Kamerlid Veerle Wouters moet de nieuwe beveiliging aan het kasteel via de Koninklijke Schenking worden bekostigd, maar de rekening gaat naar de Regie der Gebouwen en dus naar de belastingbetaler. Op termijn komt dat de staatskas ten goede, klinkt het bij het kabinet-Jambon.
De Regie der Gebouwen maakt €700.000 euro vrij om de veiligheidsinstallatie van het koninklijk kasteel in Ciergnon te versterken. Dat blijkt uit een antwoord op een parlementaire vraag van Kamerlid Veerle Wouters (Vuye en Wouters).
‘Dat is normaal een bedrag voor de rekening van de Koninklijke Schenking. Dat is een zelfbedruipende instantie waar geen belastinggeld naartoe gaat en die voldoende roerende goederen’, vindt Wouters. ‘Ze heeft een reserve van 34 miljoen euro en investeerde vorig jaar in het Oostendse luxerusthuis James Ensor voor een bedrag van 5,8 miljoen euro. De Schenking kan perfect die 700.000 euro zelf betalen. In dat geval is het geen probleem dat de Regie der Gebouwen nog steeds de werken uitoefent vanuit haar technische kennis.’
Dat de Koninklijke Schenking zulke investeringen doet, is geen probleem voor Wouters: ‘Ze moet haar geld goed beheren en beleggen, net omdat ze zelfbedruipend is.’
Lange termijn
‘Het klopt dat die middelen voor rekening van de Regie der Gebouwen zijn’, zegt Olivier Van Raemdonck, woordvoerder van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). ‘Maar de belastingbetaler zal hier geen nadeel van ondervinden. De structurele beveilingswerken die we uitvoeren, zorgen ervoor dat er minder politiemensen moeten staan aan het kasteel om de veiligheid van de koning te garanderen. Op relatief korte termijn zal die 700.000 euro zichzelf dan ook terugverdienen. Dit is een positieve keuze.’
Over welke termijn het gaat, is nog niet duidelijk. Van Raemdonck wil zich ook niet laten vastpinnen op een te besparen bedrag. ‘Maar het zal een gevoelige besparing zijn’, zegt hij.
