‘De overheid verdient aan het spaargeld 2 keer meer dan de spaarder zelf’

© KAREL DUERINCKX

Geen Belgische grootbank presteert beter dan KBC. Een gesprek met ceo Johan Thijs over de historisch lage spaarrente, de astronomisch hoge winsten van zijn bank, bankieren zonder kantoren en de concurrentie van Google, Apple, Facebook en Amazon. ‘Zelfs mijn vrouw zegt me weleens dat ze graag wat meer intrest zou krijgen.’

Plots onderbreekt Johan Thijs het interview en vraagt aan een van zijn interviewers: ‘Vanwaar bent u afkomstig?’ Blijkt dat ze op dezelfde middelbare school hebben gezeten. Dat was geen klassieke school. De Erkende Normaalschool in Bokrijk was veertig jaar geleden beroemd en berucht in Limburg en ver erbuiten: geëngageerd, maatschappijkritisch, een plek waar je als student veel vrijheid kreeg. ‘De beslissing om naar die fenomenale school te gaan, was de beste van mijn jonge leven. Heb je gezien welke slogan op mijn deur hangt? “Durf!” Wel, dat heb ik in Bokrijk geleerd: verantwoordelijkheid nemen, durven.’

‘In Bokrijk kreeg je projectonderwijs: het hele jaar werkte je in groep rond één thema, en dan schreef je daar een thesis over. In mijn laatste jaar koos ik het onderwerp “anarchie”. Ik weet nog dat mijn klassenleraar tegen mijn vader zei: “Als Johan zich daar een jaar mee bezighoudt, verknalt hij zijn toekomst.” Het is toch nog niet zo slecht met me afgelopen.’

Johan Thijs is sinds 2012 de topman van KBC Groep. Hij verdient daarmee zo’n 1,5 miljoen euro per jaar. Sinds vorige maand is hij ook voorzitter van Febelfin, de federatie van de financiële sector in ons land. ‘Ik heb nauwelijks een leven’, zegt hij. ‘Mijn dagen zitten eivol. Mijn chauffeur vertelde me onlangs dat hij die week 100 uur had gewerkt. En dan had hij nog één dag vrijaf gehad, omdat ik in het buitenland aan het werk was.’

Als tegengewicht voor die drukte fietst hij. Vorig jaar zo’n 6000 kilometer. ‘Alleen zo kan ik in deze job overeind blijven.’ Trots toont hij op zijn smartphone zijn zwarte Pinarello-racefiets. En aan zijn kantoormuur hangen drie ingelijste, gesigneerde wielertruien: de Belgische driekleur van Tom Boonen, de wereldkampioenentrui van Peter Sagan, en het Flanders Classics-shirt van Fabian Cancellara. ‘Soms is het aartsmoeilijk om een gaatje te vinden in de agenda van iemand met wie ik wil afspreken. Maar als ik dan voorstel: “Zullen we samen een fietstochtje maken?”, is dat zó geregeld. Veel bedrijfsleiders zitten op de fiets. Fietsen is het nieuwe golfen.’

KBC kwam recent weer met flinke winstcijfers. In de laatste drie maanden van 2016 alleen al haalde de groep een nettowinst van 685 miljoen euro. Ondertussen krijgt de spaarder haast geen rente op zijn spaarboekje. Dat blijft moeilijk uit te leggen.

JOHAN THIJS: Ik begrijp dat de man in de straat klaagt over de opbrengst van zijn spaarboekje. Zelfs mijn vrouw zegt me weleens dat ze graag wat meer intrest zou krijgen. Maar de waarheid is: KBC maakt geen winst op de gestorte sommen op spaarboekjes.

(neemt pen en papier) Laten we dat samen even doorrekenen. Op uw spaargeld krijgt u tegenwoordig een rente van 0,11 procent. Op diezelfde som betaalt KBC 0,23 procent aan taksen: de overheid krijgt op uw spaargeld dubbel zo veel als u. Wist u dat? Zo zijn we al 0,34 procent kwijt. En dat is nog niet alles.

Vertel.

THIJS: Om die 0,11 procent rente te kunnen uitbetalen, moeten we uw spaargeld zo veilig mogelijk beleggen. En natuurlijk wilt u het geld op uw spaarboekje op elk moment kunnen opvragen. Gevolg: KBC moet dat geld op korte termijn veilig beleggen. Daarom plaatsen we het bij de Europese Centrale Bank, wat de veiligste belegging op korte termijn is. Dat kost ons 0,40 procent. Belegt KBC het geld in Belgisch staatspapier op 1 jaar, dan kost mij dat zelfs 0,60 procent.

Met andere woorden: voor je ’t weet, zijn we alles samen bijna 1 procent kwijt. Op KBC-spaarboekjes staat alles samen zo’n 39 miljard euro; reken maar uit wat ons dat kost. Conclusie: we maken geen winst op uw spaargeld, we boeken er structureel verlies op.

De 0,11 procent spaarrente is het wettelijke minimum. Zou u het beter vinden als ze 0 procent zou bedragen of zelfs negatief zou zijn?

THIJS: Elke econoom zal u bevestigen dat 0,11 procent vandaag eigenlijk te veel is. Economisch houdt het steek als de rente nul of zelfs bijvoorbeeld min 0,40 procent zou bedragen. Maar commercieel en psychologisch is een negatieve rente geen optie. Dan zouden we het vertrouwen van de klant beschadigen.

Moet de 0,23 procent taks die naar de overheid vloeit volgens u dalen?

THIJS: Daar heb ik niets over te zeggen – dat moet u aan minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) vragen. Maar ik herhaal: de overheid verdient aan het spaargeld twee keer meer dan de spaarder zelf.

De banken moeten van de regering in 2017 1,4 miljard euro aan heffingen betalen: bijna 600 miljoen is voor Europa, 805 miljoen gaat naar de Belgische staat. De sectorfederatie Febelfin, waarvan u de nieuwe voorzitter bent, protesteert daar hevig tegen. Houdt u uw hart vast, nu de begrotingscontrole weer nadert?

THIJS: Het lijkt wel of bankentaksen een sluitpost op de begroting worden. Ze wegen nu al zwaar op de resultaten in onze sector. KBC heeft in 2016 bijvoorbeeld 273 miljoen aan taksen betaald, ofwel 11 procent van onze operationele kosten. Als we morgen 0 euro winst maken, moeten we die 273 miljoen nog altijd betalen. En zeg eens: hoeveel bedrijven in België maken 273 miljoen euro winst? Dat is veel geld, ook voor een bank als KBC. Minister Van Overtveldt weet dat. Hij heeft al laten verstaan dat, wat hem betreft, de grens bereikt is. De Belgische overheid beseft ook dat de Belgische economie gezonde banken nodig heeft. En wie gezonde banken wil, weet dat die bankentaks niet hoger kan.

De rente op spaarboekjes is nu tot 1880 euro vrijgesteld van belastingen. De Europese Commissie heeft daar vragen bij.

THIJS: Ik zou het gezonder vinden als die vrijstelling gespreid zou worden, in plaats van alleen voor spaarboekjes te gelden. Waarom zou er geen soortgelijke vrijstelling kunnen zijn voor de opbrengst van veilige, niet-speculatieve beleggingen via beleggingsfondsen?

Ondanks het verlies dat u op spaargeld boekt, haalde KBC in 2015 een nettowinst van 2,64 miljard euro. Dat is een astronomisch hoog bedrag.

THIJS: Winst is iets relatiefs. Onze winst is gestegen, ja, en dat is maar goed ook. Een paar jaar geleden was ze te laag. Willen we vermijden dat een bank failliet gaat? En dat de overheid haar moet redden met belastinggeld? Dan moet ze rendabel zijn. De winstgevendheid moet hoger liggen dan de kapitaalkosten. Bij sommige instellingen is dat niet zo, bij KBC wel. Zo kunnen we een goede buffer opbouwen, zodat we tegen een stootje kunnen als er een financiële storm opsteekt. Winst brengt stabiliteit. Dat moet de burger erop doen vertrouwen dat, wát er ook gebeurt, zijn geld veilig is.

Hoe doet u dat, zo veel winst halen?

THIJS: Omdat we met het geld op spaarboekjes geen winst maken, moeten we die op andere fronten zoeken. Met woningkredieten, bijvoorbeeld. Maar ook op dat front was de marge tot voor vijf jaar negatief. We halen er nog altijd geen 2 of 3 procent op. Stel, de rente bedraagt nu 2 procent bij een hypotheeklening op 20 jaar. Maar hoe zullen rente en inflatie in die periode evolueren? Dat kun je nauwelijks inschatten. Gevolg: ik moet me indekken. Dat kost me 0,30 tot 0,40 procent. Trek je alle andere kosten af, dan ben ik al blij met een marge van 1 procent.

Met woningkredieten alleen komen we er dus niet. KBC heeft daarom gediversifieerd. We verkopen ook verzekeringen, betaalkaarten, beleggingsfondsen enzovoort: dáár maken we de winst. De competitie tussen de banken zorgt er ondertussen voor dat iedereen scherp blijft. Wat dat betreft is België een gelukkig land.

België heeft vier grote banken: Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC. Wijlen Luc Coene, oud-gouverneur van de Nationale Bank, vond dat hun onderlinge concurrentieslag hun marges te zeer onder druk zette. Wat hem betrof, mocht een van die banken verdwijnen. Gaat u daarmee akkoord?

THIJS: Zou je echt minder competitie hebben als morgen een bank uit België zou verdwijnen? Ik denk het niet. Zou de rendabiliteit dan stijgen? Ik denk het niet.

Ik geef u een voorbeeld. KBC is actief in Ierland. Daar hebben twee banken meer dan 60 procent van de markt in handen, de rest wordt bijna helemaal verdeeld onder twee andere banken. Als de stelling ‘Hoe minder banken, hoe meer rendabiliteit’ zou kloppen, zouden die twee grote banken het uitstekend moeten doen. Maar ze hebben allebei al een beroep op staatssteun moeten doen.

Hoe belangrijk is het dat de banken in België ook Belgisch zijn?

THIJS: Financiële instellingen financieren 80 procent van de Europese economie. Dat is in ons land niet anders. Daarom is het essentieel dat er voldoende gezonde banken zijn. In een geglobaliseerde wereld, en zeker in een eengemaakte markt als Europa, waar aan een bankenunie wordt gewerkt, zou het niet mogen uitmaken of een bank in België Belgisch is of niet. Maar in werkelijkheid stuit je in Europa toch nog altijd op landsgrenzen. De vraag ‘Hoeveel Belgische banken willen we?’ is daarom een politieke vraag.

Belfius is voor 100 procent in overheidshanden. Geregeld wordt geopperd om die bank geheel of gedeeltelijk te laten overnemen. Moet Belfius Belgisch blijven?

THIJS: Ja.

Is KBC kandidaat om Belfius te kopen?

THIJS: België, Ierland en Centraal-Europa zijn onze kernmarkten. Als in die markten iets vrijkomt, bekijken we altijd of een overname zinvol is. Dat zou dus ook voor Belfius gelden.

Wat is in de nabije toekomst de grootste uitdaging voor een bank als KBC?

THIJS: Het veranderende gedrag van onze klanten. Daarin speelt de digitale revolutie een rol: we hebben allemaal internet en een smartphone, we kunnen financiële apps downloaden. Die revolutie verloopt veel sneller dan we een paar jaar geleden dachten.

Zal ik u een anekdote vertellen die dat illustreert? Al jaren sponsort KBC Kom op tegen Kanker. Tijdens de slotshow staan wij in voor een telefooncentrale. Vrijwillige telefonisten noteren daar de bedragen die bellers willen doneren. Hun telefoons stonden altijd roodgloeiend, tot een paar jaar geleden: na een uur hadden sommigen nog altijd geen oproep gehad. Iedereen begon zich ongerust te maken: ‘Oei, we gaan niet genoeg geld inzamelen.’ Wat bleek? Meer dan de helft van de donaties was elektronisch binnengekomen – nog nooit was er zo veel geld gestort. Al meer dan 90 procent van het geld komt elektronisch binnen.

Zult u binnenkort ook minder personeel nodig hebben in uw bankkantoren?

THIJS: De evolutie waarvoor we nu staan, heeft onherroepelijk gevolgen. Niet alleen voor het aantal personeelsleden, maar ook voor de kennis en kunde die we van hen vragen. Enkele jaren geleden waren we er nog van overtuigd dat vooral eenvoudige transacties, zoals overschrijvingen, gedigitaliseerd zouden worden. Voor complexere zaken, zoals een hypotheeklening, zouden klanten nog naar het kantoor komen. Maar in Ierland worden kredieten vandaag al volledig online verleend. Misschien staat ons dat ook te wachten. Vandaag wordt bij KBC al 1 op de 3 consumentenkredieten – als je een relatief klein bedrag leent, bijvoorbeeld om een auto te kopen – online afgesloten. Een jaar geleden nog gebeurde dat nagenoeg niet. Het gaat hard.

Vraag me niet met hoeveel mensen we het in de toekomst zullen doen. Vaststaat wel dat we er veel zullen moeten omscholen. Bijvoorbeeld om ons adviescentrum KBC Live te bemannen, of om onze klanten digitaal te helpen. Daar investeren we ook volop in.

Zullen de kantoren daardoor uit het straatbeeld verdwijnen?

THIJS: Daarover bestaan in onze sector verschillende meningen, maar ik denk van niet. Elke klant kiest zijn eigen distributiekanaal. Eén groep gaat altijd naar het kantoor, een andere doet alles digitaal. En dan heb je nog een tussengroep. Kantoren zullen altijd wel blijven bestaan, maar het zullen er in de toekomst minder zijn en ze zullen fundamenteel anders werken: je zult er bijvoorbeeld veeleer komen voor persoonlijk advies dan voor transacties. Hoeveel er nog zullen overschieten? Ook dat kan ik niet voorspellen.

Wanneer bent u zelf nog als klant in een bankkantoor geweest?

THIJS:(na een lange stilte) De voorbije tien jaar misschien een keer of vijf.

Hoeveel cash hebt u nu op zak?

THIJS: Niets. In het beste geval 5 euro. Het is ook niet meer nodig. Met mijn plastic kaarten en mijn telefoon kan ik al het nodige doen.

Er wordt gewaarschuwd dat bedrijven als Google, Apple, Facebook en Amazon financiële diensten aan het ontwikkelen zijn. Ziet u hen binnenkort de Belgische bankenmarkt betreden?

THIJS: Velen vrezen daarvoor, maar ik zie ze op korte termijn niet komen, nee.

Bedrijven als Google hebben als groot voordeel dat ze perfect op de hoogte zijn van ons onlinegedrag: ze kunnen zien dat we op zoek zijn naar een vakantiebestemming, een woning of een nieuwe auto. Daarop zouden ze met bankproducten perfect kunnen inspelen.

THIJS: Dat klopt, maar de vraag is: als bijvoorbeeld Google een eigen financieel bedrijf uitbouwt, zullen zij al die onlinegegevens daar dan wel voor mogen gebruiken?

U bent niet bang voor de Google-bank?

THIJS: Angst is nooit een goede raadgever, maar als de financiële sector zich niet aanpast, schiet hij zichzelf in de voet. We moeten onze klanten het gebruiksgemak bieden dat ze gewend zijn van bol.com of Coolblue. KBC moet zeven dagen per week de klok rond toegankelijk zijn, waar de klant zich ook bevindt. En niet alleen voor betalingen, maar voor de hele reeks diensten, van woningkredieten over spaarrekeningen tot verzekeringen. Dat is de grote uitdaging voor onze sector. Als we daarbij één foute stap zetten, zal dat grotere gevolgen hebben dan de bankentaks waarover we het daarnet hadden.

Banken hebben natuurlijk óók een massa gegevens van hun klanten. Een Nederlandse bank stelde een tijd geleden voor om die gegevens op de commerciële markt te verkopen.

THIJS: (lacht) En die Nederlandse bank is in België actief.

Het ging over ING. Zou KBC dat ooit overwegen?

THIJS: Nee. Daarmee zouden we het vertrouwen beschadigen dat zo veel mensen in ons stellen. De algemene inzichten die we uit onze klantengegevens putten, kunnen we wel anoniem ter beschikking stellen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de vaststelling dat het ongevallenrisico van mensen tussen 35 en 45 jaar het laagste is van alle leeftijdscategorieën in onze verzekeringsportefeuille.

Tot slot: onlangs lekte uit dat Telenet een adviesraad had waarin betaalde politici zitting hadden. Heeft KBC die ook?

THIJS: KBC heeft een extern adviescomité rond duurzaam beleggen, waarin professoren zitting hebben. Een ander adviescomité beoordeelt hoe we werken rond duurzaamheid, diversiteit, milieu enzovoort. Dat comité telt tien leden. Het is samengesteld uit bedrijfsleiders, academici, trendwatchers, vertegenwoordigers van duurzaamheidsnetwerken, vertegenwoordigers van KBC en één politicus: gecoöpteerd senator en ex-minister van Financiën Steven Vanackere (CD&V). Voor de duidelijkheid: toen dat comité werd opgericht, in 2014, was Vanackere geen minister meer. Hij zit er niet als politicus, en hij moet niet lobbyen. We vragen hem gewoon om commentaar te geven op onze activiteiten. Het comité is al vier keer samengekomen; de externe leden krijgen een vergoeding van 3000 euro per vergadering.

Hoe staat u tegenover het principe dat politici betaald worden om in adviesraden van bedrijven te zitten? Moet er een grotere buffer zijn tussen politici en bedrijven?

THIJS: Je moet in alle omstandigheden elke schijn van belangenvermenging vermijden. Dat is wat ik ervan denk.

Door EWALD PIRONET en MICHEL VANDERSMISSEN, foto’s KAREL DUERINCKX

‘Elke econoom zal u bevestigen dat 0,11 procent vandaag eigenlijk te veel is. Maar een negatieve rente is geen optie.’

‘Banken moeten hun klanten het gebruiksgemak van bol.com of Coolblue kunnen bieden. Anders schieten we onszelf in de voet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content