‘Historisch akkoord’ over kinderbijslag, afgeslankte provincies en onderwijs: Wat verandert er?

© Belga

De Vlaamse regering heeft vrijdagnacht een akkoord bereikt over de hervorming van de kinderbijslag, de afslanking van de provincies en de modernisering van het secundair onderwijs. Het akkoord kwam er na een lange ministerraad.

Kinderbijslag: 160 euro voor elk kind

Vanaf 2019 krijgt elk nieuw kind eenzelfde kinderbijslag van 160 euro. Er komen wel sociale toeslagen voor kinderen met zorgnoden en kinderen uit gezinnen met lagere inkomens, gecombineerd met een verhoging voor grote gezinnen. Nieuw is ook de kleutertoeslag van 2 keer 150 euro voor kinderen die naar school gaan.

Op dit moment ligt de “gewone” kinderbijslag voor werknemers op 90 euro voor het eerste kind, op 167 euro voor het tweede en zowat 250 euro voor het derde. Die bedragen worden gecombineerd met leeftijdstoeslagen en sociale correcties.

Dat blijft zo voor kinderen geboren tot eind 2018. Vanaf 2019 gaat het complexe systeem met “meer dan 700 stelsels” op de schop. Elk nieuw kind krijgt dan 160 euro, dus ongeacht of de ouders nu werknemer, zelstandige, werkloze of leefloner zijn. De sociale toeslag voor de eerste 2 kinderen bedraagt 50 euro, vanaf het derde kind is dat 80 euro.

Welzijnsminister Jo Vandeurzen toonde zich bijzonder tevreden met het “mooi akkoord”. Hij spreekt van een “groeipakket voor elk gezin” en maakt zich sterk dat het nieuwe systeem het armoederisico gevoelig zal doen dalen.

Tot slot gooit de regering ook de schooltoelagen om tot een participatietoeslag. Voor kinderen tot 2 jaar gaat het om 20 euro per jaar, vanaf 5 jaar wordt dat 35 euro, vanaf 12 jaar 50 euro en vanaf 18 jaar 60 euro.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Lees hier: ‘Uitgelegd: Wat u moet weten over de vernieuwde kinderbijslag’

Onderwijs: Langverwachte hervorming eerste graad

Vanaf het schooljaar 2018-2019 krijgt iedereen in het eerste middelbaar 5 uur om volledig vrij in te vullen. Leerlingen kunnen kiezen om nieuwe vakken te verkennen, bepaalde kennis bij te spijkeren of te verdiepen. In de tweede en derde graad brengt de Vlaamse regering de 29 studiegebieden terug tot 8 domeinen.

Naast de kinderbijslag en de hervorming van de provincies maakte ook de modernisering van het secundair onderwijs deel uit van de “superministerraad” die de Vlaamse regering vrijdag van 8 uur ’s ochtends tot na middernacht bezighield.

Geen brede eerste graad

Het akkoord legt de langverwachte uitrol van het masterplan met 71 maatregelen in een definitieve plooi. Van een brede graad is geen sprake, al zullen alle leerlingen in het eerste middelbaar voortaan wel eenzelfde basisvorming genieten, goed voor 27 uur aan vakken, verduidelijkte onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V). De overige vijf uur mogen leerlingen volledig vrij invullen.

‘De eerste graad is een scharniergraad’, aldus Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits. ‘Nu gaan we kansen geven om sterker te worden, te verkennen en te verdiepen.’

Ze zullen kunnen kiezen of ze bepaalde vakken “verkennen, versterken of verdiepen”, luidt het. In het tweede jaar wordt dat zeven uur, maar is de keuze al grotendeels beperkt tot een basisoptie. Voor leerlingen in de B-stroom vormt de basisoptie dan twaalf uur.

Scholen behouden grote autonomie om die basisopties in te vullen, benadrukte minister Crevits. “De pedagogische vrijheid en de vrijheid van onderwijs staan dus niet onder druk.” Vanaf de tweede graad is dan sprake van het matrix-systeem.

De huidige 29 studiegebieden worden teruggebracht tot 8 richtingen, gaande van het wetenschappelijke STEM over economie en organisatie tot voeding en horeca.

Onderscheid ASO en TSO blijft bestaan

ASO, BSO en TSO blijven bestaan, maar de focus komt veel meer te liggen op de opdeling tussen richtingen die focussen op een doorstroom naar hoger onderwijs en zij die focussen op de arbeidsmarkt. Maar er kunnen wel campus- of domeinscholen komen waar beide vormen naast elkaar bestaan (en waar de labels dus verdwijnen).

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V)
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V)© BELGA

Schoolbesturen worden niet verplicht om hun scholen als domein- of campusscholen te organiseren. Maar wie dat doet, krijgt een financiële bonus voor moderne en kwaliteitsvolle technische uitrusting, aldus nog Crevits.

In het lager onderwijs ten slotte zullen scholen meer vrijheid krijgen om les te geven in andere talen zoals Frans, Engels of Duits. Taallessen zullen kunnen aangeboden worden vanaf het derde leerjaar.

Crevits kondigde aan dat de studietoelage voor de meest kwetsbare kinderen in het lager en het secundair onderwijs gevoelig naar omhoog gaan.

Verder zullen alle jongeren die een hogere beroepsopleiding volgen, voortaan ook een toelage krijgen. ‘Dat is een onrechtvaardigheid uit het verleden die wordt rechtgezet’, aldus Crevits.

Lees hier: Uitgelegd: Wat u moeten weten over de geplande hervormingen in het onderwijs

Provincies: Halvering van aantal provincieraadsleden

Bij de provincies is er een akkoord over een daling van het aantal mandaten en de budgetten. Het aantal provincieraadsleden zal worden gehalveerd en er zullen slechts vier gedeputeerden overblijven, in plaats van de zes nu.

Het aantal te verkiezen provincieraadsleden zal in Antwerpen 39 zijn, in Oost-Vlaanderen 36, in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant 35 en in Limburg 30.

Dit past in de filosofie van de Vlaamse regering om een efficiëntere overheid te organiseren.

'Historisch akkoord' over kinderbijslag, afgeslankte provincies en onderwijs: Wat verandert er?
© Belga

Verder is er ook een oplossing voor de grote verschillen tussen de verschillende provinciale belastingen.

‘De afslanking moet voor een betere dienstverlening zorgen’, stellen Bourgeois en minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA). Daarom besliste de Vlaamse regering ook dat de provincies geen persoonsgebonden bevoegdheden meer zullen hebben. Die worden overgeheveld naar het Vlaams niveau.

De provincies krijgen een jaar extra om de persoonsgebonden bevoegdheden over te dragen naar het gewest of de gemeenten. Denk aan jeugd, cultuur of sport.

Zoals afgesproken in het regeerakkoord zullen de provincies geen persoonsgebonden bevoegdheden meer uitoefenen. Ten laatste op 1 januari 2018 moeten activiteiten op vlak van cultuur, jeugd, sport of welzijn volledig overgedragen zijn naar het Vlaams gewest of de gemeenten. Dat is een jaar later dan vorig jaar gepland.

Vooral om alles decretaal geregeld te krijgen en de provinciebesturen voldoende tijd te geven om alles te bolwerken, verduidelijkte Bourgeois (N-VA) zaterdag in naam van partijgenote en bevoegd minister Liesbeth Homans.

‘Historisch’

Verdere toelichting volgt later vandaag. Minister-president Geert Bourgeois (N-VA) spreekt van een “historische doorbraak” op drie cruciale dossiers. Hij bedankt de coalitiepartners voor de “constructieve gesprekken” van de afgelopen uren.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

REACTIES:

Groen: ‘Gemiste kans’

De hervorming van de kinderbijslag zal niet leiden tot minder kinderarmoede en treft de middenklasse, verwacht oppositiepartij Groen. De groenen zijn niet te spreken over de “koehandel” met de dossiers van het secundair onderwijs en de provincies, en spreken van een gemiste kans.

“Hoe gaat de regering het uitleggen dat een gezin minder kindergeld krijgt omdat er ergens iets in het onderwijsdossier in ruil werd gegeven?” vraagt Groen-fractieleider Björn Rzoska zich af. Hij spreekt van oude politieke cultuur en een reeks “compromissen à la belge”.

'Historisch akkoord' over kinderbijslag, afgeslankte provincies en onderwijs: Wat verandert er?
© Belga

Een superministerraad zou zinvol zijn als dat betekent dat ze supergoede beslissingen zouden nemen, aldus de groenen. “De echte reden was dat de regeringspartijen het maandenlang oneens bleven over cruciale dossiers. Dus hebben ze vandaag maar een koehandel opgezet om de indruk te wekken dat ze kunnen beslissen.”

Volgens Groen is het extraatje bij de start van de kleuterschool slechts een symbool dat niet zal leiden tot meer kinderen in onze kleuterklassen. “Uiteraard moeten ouders hun kinderen inschrijven in het onderwijs. Maar er zijn betere manieren om dat te bekomen dan financiële bestraffing”, klinkt het. “Kinderbijslag is een recht van het kind. De leerplicht verlagen zou een veel gerichtere maatregel zijn.”

Nog volgens Groen zal de hervorming ook niet zorgen voor een daling van de kinderarmoede. “De regering trekt belachelijk weinig middelen uit voor gericht beleid”, zegt Rsozka. “Dat is een gemiste historische kans om de kinderbijslag intelligent te hervormen.” Groen zelf had liever een inkomensgerelateerde kinderbijslag gezien, met 300 euro per kind voor wie onder de armoedegrens leeft, 150 à 200 euro voor middenklassegezinnen en 90 euro voor de hoogste inkomens.

SP.A: ‘Voorspelbaar compromis haalt het van ambitieuze keuzes’

Joris Vandenbroucke is teleurgesteld over de hervormingen in de kinderbijslag en in het onderwijs van de Vlaamse regering. “Ik zie voorspelbare compromissen, geen duidelijke keuzes. Interne tegenstellingen binnen de regering hebben geleid tot verwaterde ambities en teleurstellende resultaten”, meent de sp.a-fractieleider.

Joris Vandenbroucke (SP.A)
Joris Vandenbroucke (SP.A)© BELGA

“De nieuwigheden die men in het onderwijsakkoord smokkelt om Open Vld te paaien, kunnen niet verhullen dat de onderwijshervorming een stuk minder ambitieus uitvalt in vergelijking met wat de vorige regering had afgesproken”, zegt Vandenbroucke. “Men zet minstens twee stappen terug als het gaat over toekomstgericht onderwijs. En het is bijzonder jammer dat de regering de kans heeft laten liggen om via de kinderbijslag de strijd tegen de kinderarmoede in Vlaanderen krachtdadiger aan te pakken.”

“Het is positief dat er voortaan één basisbedrag voor elk kind komt in de kinderbijslag, zoals sp.a ook had voorgesteld. Maar de regering houdt geen rekening met het feit dat een kind duurder wordt naarmate het ouder wordt. “Gezinnen met studerende kinderen dreigen erop achteruit te gaan.”

Vandenbroucke betreurt dat een deel van het budget van de kinderbijslag voortaan gebruikt wordt om een schoolpremie te geven aan kleuters. De Vlaamse regering ondergraaft zo het belangrijke principe dat de kinderbijslag een recht van elk kind is en dus onvoorwaardelijk moet zijn. Bovendien zijn het net kinderen uit kansarme milieus die minder vaak naar de kleuterschool worden gestuurd, waardoor zij de premie zullen mislopen.

Tot slot versluist de Vlaamse regering geld uit het budget van de kinderbijslag naar de niet-inkomensgerelateerde kinderopvang. “Hiermee verzwakt de Vlaamse regering de slagkracht van de kinderbijslag ten koste van zij die er het meeste nood aan hebben”, besluit Vandenbroucke.

Netwerk tegen Armoede: ‘Vlaanderen laat historische kans minssen om kinderarmoede te doen dalen’

Het Netwerk tegen Armoede reageert ontgoocheld over de hervorming van de kinderbijslag die binnen de Vlaamse regering afgesproken is. “Wij vrezen dat Vlaanderen een historische kans laat liggen om de kinderarmoede eindelijk te doen dalen”, zegt coördinator Frederic Vanhauwaert van het Netwerk tegen Armoede.

De kinderarmoede bleef volgens het Netwerk tegen Armoede de voorbije 10 jaar sterk stijgen. “Met een basisbedrag van 160 euro per kind is er nauwelijks budget om sociale correcties te voorzien voor zij die het nodig hebben”, meent de koepelorganisatie van 59 Vlaamse en Brusselse verenigingen, waar mensen in armoede het woord nemen. “Het is duidelijk dat op deze hervormingsplannen geen armoedetoets uitgevoerd is, nochtans een belofte van deze Vlaamse regering”, aldus de vereniging.

Het Netwerk tegen Armoede zal die toets alsnog nu zelf uitvoeren, op basis van kennis en ervaring van mensen in armoede en wetenschappelijke inzichten. “De regering denkt met supplementen op de kinderbijslag kinderen sneller in de eerste en tweede kleuterklas te krijgen, maar dit is niet de manier om kleuterparticipatie te bevorderen”, vindt het Netwerk tegen Armoede. “Dat kan vooral door te investeren in goede gezinsondersteuning en in een vertrouwensrelatie met de scholen.”

Caritas: blij met hervorming, maar vragen bij definitie van inkomen

Caritas Vlaanderen reageert positief op de hervorming van de Vlaamse kinderbijslag, maar stelt zich wel nog vragen bij de participatietoeslagen voor het onderwijs en kijkt uit naar de inkomensdefinitie die de Vlaamse overheid zal hanteren.

“We kijken uit naar de definitie die de Vlaamse overheid zal hanteren”, zegt Thijs Smeyers, stafmedewerker armoede en sociaal beleid bij Caritas Vlaanderen. “Kijken ze alleen naar het bruto-inkomen of wordt ook rekening gehouden met bijvoorbeeld inkomen uit onroerende goederen? ”

Over het basisbedrag en de sociale toeslagen is Caritas Vlaanderen alvast positief. “Een goed basisbedrag voor elk kind wordt aangevuld met stevige sociale toeslagen. De Vlaamse regering heeft hier een mooi evenwicht gevonden tussen de kinderbijslag als kindpremie en als middel tegen armoede”, vindt Smeyers.

Caritas Vlaanderen maakt zich zorgen over de koppeling van een participatiepremie aan de aanwezigheid op school. “Net als andere armoedeorganisaties stellen we ons de vraag of dit de beste manier is om kinderen op de schoolbanken te krijgen”, aldus Smeyers. “We begrijpen dat de regering hier moest tegemoetkomen aan bepaalde eisen. Het lijkt ons beter om structureler te investeren in de relatie tussen kwetsbare gezinnen en de schoolomgeving. Hier bestaan verschillende mooie projecten, die goede resultaten halen. Wij stellen ons de vraag of de investering niet beter rechtstreeks naar dergelijke initiatieven zou gaan.”

Gezinsbond: ‘Tevreden dat niemand erop achteruitgaat’

“We zijn tevreden omdat de verworven rechten gerespecteerd werden en niemand erop achteruitgaat”, zegt Manu Keirse namens de Gezinsbond over de hervorming van de kinderbijslag zoals die zaterdag werd beslist door de Vlaamse regering.

“We zijn enerzijds ook tevreden over het basisbedrag, maar anderzijds wat bezorgd over het verlies van de leeftijdstoeslag.” “Ook de toeslag voor de minderbedeelden is een goede zaak, al mag het niet zo zijn dat men de armoedeproblematiek denkt te hebben aangepakt door dat te regelen via de kinderbijslag. Daar zal meer voor nodig zijn”, aldus nog Manu Keirse.

Lieven Boeve: ‘Blij dat Vlaamse regering de vrijheid van onderwijs erkent’

Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, is vooral blij dat de Vlaamse regering met de onderwijshervorming die ze zaterdagochtend heeft voorgesteld, blijk geeft dat ze de vrijheid van onderwijs erkent. “De Vlaamse regering schept een kader en geeft te kennen dat ze nu met de onderwijsverstrekkers aan de slag wil om de hervormingen uit te rollen. Dat vind ik een hele goede zaak”, aldus Boeve.

'Historisch akkoord' over kinderbijslag, afgeslankte provincies en onderwijs: Wat verandert er?
© belga

“Wat de voorstellen voor het basisonderwijs betreft, waren al een aantal ingrepen bekend uit het Masterplan, al zijn er enkele nieuwe accenten bij”, zegt Lieven Boeve. “We zullen alles nog eens grondig moeten bekijken als we alles op papier krijgen, maar we wisten toch al wel wat er zat aan te komen. De maatregelen in het basisonderwijs zijn er volgens Boeve vooral op gericht om de overgang naar het middelbaar onderwijs te vergemakkelijken. “We zullen nu moeten nagaan hoe we dat precies zullen in de praktijk zullen brengen bij het uitrollen van de maatregelen”, aldus de topman van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Wat de ‘getrapte studiekeuze’ betreft, was het Katholiek Onderwijs Vlaanderen vragende partij. “Ook hier moeten we zien hoe we de nodige differentiatie in de derde graad van het basisonderwijs uitbouwen. Dat de eerste graad van het secundair een brede algemene vorming biedt, is ook een pluspunt. Daarnaast is het goed dat er uren komen om te verkennen of om te remediëren voor wie dat nodig heeft.”

Belangrijk vindt Lieven Boeve nog dat de leerlingen na die eerste graad secundair zelf hun capaciteiten en interesses goed kunnen inschatten. “Ze moeten weten waar ze sterk staan en of ze kiezen voor een generieke studierichting of voor specialisatie. Want het is absoluut nodig dat de leerlingen zich na de eerste graad secundair correct kunnen oriënteren volgens hun kennis en hun interesse.”

Voor de daarop volgende graden is ook weer transparantie nodig, vervolgt Boeve. “Dat wil zeggen dat studierichtingen doen wat ze beloven: voorbereiden op de arbeidsmarkt of zorgen voor doorstroming naar hoger onderwijs. Tot nog toe ging het daar wel eens mis bij sommige studierichtingen. Transparantie moet ervoor zorgen dat studierichtingen waar maken wat ze beloven.” Tot slot vindt Boeve ook de vrijheid van schoolorganisatie een goede zaak. “Er zijn sterke schoolbesturen nodig die het studie-aanbod optimaliseren, want ook wat het aanbod van studierichtingen betreft, moet er transparantie gegarandeerd worden.”

GO: ‘Blij met duidelijkheid, maar vragen bij concrete invulling’

“We zijn blij dat er eindelijk duidelijkheid is gekomen over de onderwijshervorming. Een aantal zaken, zoals het verbeteren van de overgang van basis- naar middelbaar onderwijs, zijn goede maatregelen, maar er zijn ook enkele maatregelen waar we vragen bij hebben, zoals de hergroepering van de studiedomeinen.” Dat zegt Raymonda Verdyck, de afgevaardigd bestuurder van GO!, het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, in een reactie op de persconferentie van de Vlaamse regering zaterdag waarop die aangaf welke richting ze uit wil met de langverwachte onderwijshervorming.

Raymonda Verdyck
Raymonda Verdyck © Tom Verbruggen

“Positief is dat we eindelijk duidelijkheid hebben gekregen”, zegt Verdyck. “We zijn blij met de incentives die gegeven worden om zo jong mogelijk aan de schoolloopbaan te beginnen. Ook het vergemakkelijken van de overgang van lager naar middelbaar onderwijs is een goede zaak. ”

Wat de hervormingen in het secundair onderwijs betreft, heeft de koepel van het gemeenschapsonderwijs toch enkele bekommernissen. “Vooral met de vrijblijvendheid hebben we het moeilijk”, zegt Verdyck. “Ze laten de scholen de keuze, maar dat zal het alvast voor de ouders moeilijk maken om te weten in welke school hun kind zal terechtkomen. Als we willen komaf maken met een negatief effect in het onderwijs zoals het watervaleffect, en als we het maken van de studiekeuze willen verbeteren, dan gebeurt dat toch best voor iedereen op dezelfde manier?”

Verdyck vindt het ook goed dat de scholieren in het middelbaar bewuster hun keuze zullen maken op basis van waar ze goed in zijn en waar ze interesse voor hebben. “We vinden niet dat er moet gesproken worden in termen van sterktes of zwaktes. Alle richtingen moeten gelijk behandeld worden.”

Wel heeft de topvrouw van het GO! het er moeilijk mee dat het aantal studiedomeinen op acht is gehouden in plaats van de initiële vijf. “Dat levert organisatorische problemen op en ik begrijp ook niet goed waarom er per se vastgehouden wordt aan het blijven aanbieden van Latijn-Grieks en Latijn-Wetenschappen in elke school. Dat staat haaks op de bedoelingen die vooropstonden bij deze onderwijshervorming.”

(JH/Belga/RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content