Peter Mertens (PVDA)

‘Dubbele moraal: ons leger zit in Antwerpen, onze wapens in Saoedi-Arabië’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

In Antwerpen en Brussel bewaakt het leger voortaan strategische doeleinden. Ondertussen blijft België wel wapens leveren aan Saoedi-Arabië, op de achtergrond één van de belangrijkste financiers van het extreemrechtse jihadi-salafisme. Hier heerst een dubbele moraal, schrijft Peter Mertens. Het is vijf na twaalf om onze buitenlandpolitiek te herzien.

Veel mensen hebben angst. Angst om op schoolreis te gaan naar Brussel, angst om de metro te nemen, angst voor het geweld dat steeds dichter bij komt. Het is geen andere angst, dan de angst van een familie in Kaboel voor die vreemde, zoemende onbemande vliegtuigen, drones genaamd, die van op tienduizend kilometer afstand hun bommen kunnen laten vallen. Angst om de dag nadien niet meer mee te maken.

Een democratische samenleving betekent dat de mens het recht heeft om vrij te leven van angst, om te leven zonder angst voor aanslagen of bombardementen. Het is tijd om elke moord te veroordelen, het is tijd om elk terrorisme te veroordelen. Wij moeten ons de vraag stellen: welke politiek bestrijdt het terrorisme van de zogenaamde ‘salafistische jihadisten’, en welke politiek vergroot het gevaar? Als we er werkelijk iets aan willen doen, dan moeten we die vraag durven stellen.

Voor olie vallen alle principes

Tussen 1950 en 1980 werd dit salafi-jihadi terrorisme bijna uitgeroeid. Het bestond bijna niet meer, en het pan-arabisch nationalisme was de dominante stroming. Ondanks alle tekortkomingen en problemen groeide langzaam een progressieve stroming die zich bevrijdde van de koloniale erfenis, waar reactionaire stromingen achteruit werden gedreven, en waarin vrouwen zich konden emanciperen. Er was echter één uitzondering: Saoedi-Arabië. Vanuit Saoedi-Arabië bleef men de meest extremistische haatpredikers ondersteunen, betalen, verspreiden. Wat heeft men daar aan gedaan? En wat doet men daar vandaag aan? Niets. De VS en bijna alle Europese regeringen zijn Saoedi-Arabië door dik en dun blijven ondersteunen. Olie, weet je wel. En voor olie vallen alle principes.

Diezelfde extremistische strekkingen werden nadien opgeleid en bewapend, in Afghanistan. Het begon in 1979 met de rekrutering, bewapening en training van de mudjahedin. Hier ligt een deel van de oorsprong van de huidige fundamentalistische religieuze haatbeweging, met massa’s wapens en professionele opleidingskampen waar extremisten uit de hele wereld werden opgeleid. Niemand is vergeten dat uit deze mudjahedin-kringen later Al Qaeda en Osama Bin Laden werden geboren. In de jaren 1990 vond Washington een nieuwe partner in Afghanistan: de zo mogelijk nog meer gewelddadige Taliban.

Een radicale extreemrechtse stroming: het salafistisch jihadisme

Er zijn monsters die aan hun meesters ontsnappen. Na 11 september 2001 volgde de oorlog tegen Afghanistan, en nadien volgde de oorlog tegen Irak. En zo werden de kaarten in het Midden-Oosten helemaal door elkaar geschud. De broze machtsevenwichten vielen weg, en het pan-arabisme verdween van de horizon. Tijdens de bezetting van Irak werd de religieuze opdeling van het land bewust aangemoedigd. ‘Verdeel en heers’ was de strategie, om elke poging in de kiem te smoren tot een nieuw nationalistisch Irak te komen. Er moest verhinderd worden dat een onafhankelijk Irak over zijn oliebronnen zou kunnen beschikken. Bepaalde kringen in Washington hielden zich bezig met plannen om Irak op religieuze en etnische basis op te splitsen in drie delen, en creëerden zo een rijpe voedingsbodem voor de meest extremistische religieuze stromingen. En daar kwam Saoedi-Arabië opnieuw, dat samen met Qatar graag zijn diensten aan bood. Niet in het minst om mee te helpen buurland Syrië te ondermijnen.

‘Ultieme oorlog’

Binnen het conservatieve salafisme werd een radicale, extreemrechtse stroming gefinancierd en gepromoot. Het zogenaamde ‘salafistisch jihadisme’, dat de sociale onvrede instrumentaliseert in extreem religieuze denkkaders. De bezetting van Irak zorgde voor een golf van ongezien sectair geweld. In die vruchtbare grond vond de terreurgroep IS haar ontstaan. Laten we niet vergeten dat de eerste slachtoffers van het ‘salafistisch jihadisme’ van IS de inwoners van Irak zelf waren. Moslims, Yezedis en Koerden waren de eersten die door IS werden afgeslacht. Het is grotesk om de hele moslimgemeenschap gelijk te schakelen met de extreemrechtse salafi-jihadisten, zoals het grotesk zou zijn om een halve eeuw geleden alle katholieken gelijk te schakelen met iemand als de Kroatische kardinaal Alojzije Stepinac, en de katholieke kerk in Kroatië die het fascistische regime van de Ustasja’s van Ante Pavelic in Kroatië door dik en dun verdedigde. Zowel desalafi-jihadisten als de katholieke Ustasja’s lijken erg op elkaar in hun binaire ideologie van Goed en Kwaad, en in de ultieme oorlog tussen Goed en Kwaad die ze nastreven. Ze zijn beiden een vorm van religieus fascisme, dat onmogelijk kan veralgemeend worden naar de hele godsdienst.

De doos van Pandora: ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’

Na Irak kregen de extreemrechtse salafi-jihadisten een tweede startpunt in Libië. Vier jaar geleden, in maart 2011, was de PVDA de enige Belgische partij die tegen de interventie in Libië standpunt innam. Daarvoor kreeg de linkse partij heel wat banbliksems over zich heen. Nochtans waarschuwde de PVDA toen al dat een interventie-oorlog onvermijdelijk ten goede zou komen van de meest extremistische religieuze fanatici. En dat gebeurde ook, bijvoorbeeld toen de Navo samenwerkte met de Libyan Islamic Fighting Group (LIFG), een organisatie op de officiële lijst van terroristische organisaties. De leider van de LIFG, Abdelhakim Belhadj, kreeg training van speciale VS-eenheden. Dat Belhadj een voormalig Al Qaeda-kopstuk was, en ook werd genoemd voor betrokkenheid bij de bomaaslagen in Madrid in 2004, deerde niet. De doos van pandora werd opnieuw geopend, onder het motto ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend.’ Vanuit de Syrische salafi-jihadisten verspreidde het terroristische vuur zich naar Nigeria, Tsjaad, Syrië en Mali. Met de waanzinnige gevolgen die we vandaag zien, onder meer in de bestiale terreur van Boko Haram.

Telkens opnieuw werden krachten bewapend die als een boemerang terugkomen

En nog werd de les niet geleerd. Want na Libië volgde Syrië. Vandaag kan niemand er omheen dat de oorlog in Syrië een opleidingskamp is geworden voor terroristen. De steun van onze regeringen aan het Syrische verzet, dat in grotendeels door salafi-jihadisten wordt gecontroleerd, heeft precies die extreemrechtse krachten meer wind in de zeilen geblazen. En de Turkse regering laat die dolgedraaide jongeren toe om zonder probleem de rangen van IS en Al-Nusra in Syrië te vervoegen, omdat ook Istanbul om geostrategische redenen het Assad-regime wil zien verdwijnen

Wat is dus de balans van de vier interventie-oorlogen? Zowel in Afghanistan, Irak, Libië, als in Syrië werden telkens opnieuw krachten bewapend en gesteund die nadien als een boemerang in het gezicht van Europa zijn terug gekomen. Het is kortzichtig en absurd om een anti-terreur-beleid uit te stippelen zonder de buitenlandpolitiek mee op te nemen.

Dat is ook wat dokter Montasser AlDe’emeh vrijdag in De Morgen vertelde: ‘Veel beter zou de regering zich eens bezinnen over het buitenlands beleid. Waarom stappen wij zonder strategie of visie mee in een interventie in Libië en Irak? Waarom leveren wij wapens aan de Syrische rebellen? Waarom keuren wij stilzwijgend goed dat dictators in de regio jarenlang aan de macht blijven? Waarom ondernemen we niets tegen de blokkade van Gaza? Mensen denken dat wat er in het Midden-Oosten gebeurt geen invloed zal hebben op ons. Dat slaat nergens op. Er moet dringend een bekwaam beleid komen.’

Telkens opnieuw komt Saoedi-Arabië terug als financier en organisator

In 2012 werd de 31-jarige Raif Badaoui veroordeeld door het Saoedi-Arabische regime tot 1.000 (!) zweepslagen, 10 jaar gevangenis en een boete van 1 miljoen Rials, dat is ongeveer 250.000 euro. Zijn misdaad? Een blog waarop hij de politieke gevangen en de politiek-religieuze politie in zijn land had aangeklaagd. Zijn advocaat, Walid Abou al-Khair, werd ook tot 15 jaar gevangenis veroordeeld omdat hij de grove mensenrechtenschendingen in Saoedi-Arabië op de korrel durfde nemen. Dat alles verhinderde Mohammed bin Ismail Al Al-Sheikh , de Saoedische ambassadeur in Frankrijk, herlemaal niet om zich mee van voor te wringen op de grote mars voor vrijheid van meningsuiting in Parijs. Hypocrisie zonder grenzen, en hij was niet de enige.

Maar dat is niet alles. Saoedi-Arabië is veel meer dan een binnenlandse dictatuur. De steenrijke oliestaat is al jarenlang een belangrijke spin in het web van het religieuze extremisme. Van de Mudjahedin in het Afghanistan van de jaren 1980, de Taliban in het Afghanistan van de jaren 1990, de meest extremistische strijders in Bosnië en Kosvo in de jaren 1990, tot het Islamistisch Front in Syrië vandaag: steeds opnieuw komt Saoedi-Arabië terug als financier, en als leverancier van militaire steun. En ons land is één van de belangrijkste leveranciers van munitie en lichte wapens aan Saoedi-Arabië.

Niet langer blindelings de avonturistische politiek van Washington volgen

Volgende maand, tussen 22 tot 26 februari 2015, zullen negen Belgische bedrijven deelnemen aan de IDEX-wapenbeurs in Abu Dhabi, hoofdstad van de Verenigde Arabisch Emiraten. De IDEX wapenbeurs in Abu Dhabi is de grootste wapenbeurs van het Midden-Oosten en een van de grootste ter wereld. Het ‘Belgian Security & Defence Industry’ organiseert een heus ‘Belgisch Paviljoen’ op de beurs. Een deel van de wapens zal opnieuw naar Saoedi-Arabië gaan. In de periode 1998-2012 heeft België alleen al aan Saoedi-Arabië voor meer dan 2 miljard euro aan wapens geleverd, blijkt uit een overzicht van Europese exportvergunningen. Saoedi-Arabië koopt gemiddeld een zesde van al het Belgische wapentuig en is daarmee na de VS de grootste klant voor België. En dus heerst de dubbele moraal. In Brussel en in Antwerpen zet de regering het Belgisch leger in om strategische doeleinden te beschermen tegen het terrorisme, maar in Abu Dhabi en Riyad verkopen we wapens aan één van de belangrijkste financiers van dat terrorisme. Waar zijn wij mee bezig?

‘Als we de strijd tegen het terrorisme ernstig nemen, dan zal dat noodgedwongen betekenen dat de militaire banden met Saoedi-Arabië worden doorgeknipt’, schreef Ludo De Brabander van vzw Vrede vorige zaterdag op Knack.be. Hij heeft overschot van gelijk. Er bestaan jammer genoeg geen ‘gemakkelijke oplossingen’ in de strijd tegen het terrorisme, en wie dat wel beweert draait de mensen een rad voor de ogen. Er zal dus op vele niveaus moeten gewerkt worden, maar het is duidelijk dat ook het buitenlandbeleid onderdeel moet zijn van een anti-terreurstrategie. Het is tijd dat ons land haar buitenlandbeleid onafhankelijk maakt van de Amerikaanse belangen, want het minste dat je kan zeggen is dat de aanpak van George W Bush sinds 2001 het probleem alleen maar groter heeft gemaakt. Ons land moet stoppen om blindelings de avonturistische politiek van Washington en de Navo te volgen. Dat betekent ook dat er druk wordt gezet op Turkije om zijn grens met Syrië te sluiten. Het is nodig dat ons land stopt met de politiek van twee maten en twee gewichten, de militaire banden met Saoedi-Arabië doorknipt en een strikte controle eist op geldstromen uit de oliestaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content