Walter De Smedt

De risico’s van een pragmaticus aan het hoofd van de ’terreurcommissie’

Walter De Smedt Strafrechter op rust, enige Belg die ooit zowel lid was van het Comité P als het Comité I

‘Kan en mag iemand die zo onwetend is, wel voorzitter zijn van de commissie Terreur? Zonder dat deze afglijdt naar een Terreurcommissie?’ vraagt Walter De Smedt zich af na het horen van de voornemens van Koen Metsu (N-VA).

N-VA’er Koen Metsu gaf in de De Zevende Dag uitleg over zijn standpunt als voorzitter van de Kamercommissie Terreur : ‘Ik ben geen jurist, maar meer pragmaticus. De juristen gaan mij mogelijk een beetje tegenspreken, maar ik denk dat we de tijd voorbij zijn van denken in termen van ‘Kan dit wel en mag dit wel?’ We moeten stilaan meer naar een veiligheidscultus, geen politiestaat, waar die zaken ingebakken zijn zodat zij kunnen ageren en de terreur kunnen fnuiken.’

De risico’s van een pragmaticus aan het hoofd van de ’terreurcommissie’

Wat wel kan of mag gaat (voorlopig) over twee vragen : De verhoging van het aantal uren dat iemand in voorlopige hechtenis kan zitten: van 24 naar 72 uur, en het opleggen van een enkelband als administratieve sanctie aan iemand die radicaliseert. Er is evenwel een derde vraag: moet je jurist zijn om te begrijpen waar het over gaat? Weet een pragmaticus dan niet welke waarden door deze vragen in het gedrang komen en wat daar de gevolgen van zijn?

Habeas Corpus

Als pragmaticus had de voorzitter van de Terreurcommissie Wikipedia kunnen raadplegen: “Habeas Corpus is een rechtsbeginsel dat stelt dat de verdachte van een misdrijf binnen een bepaalde termijn van zijn aanklacht in kennis moet worden gesteld, dat deze in levenden lijve aan een rechter moet worden voorgeleid en dat gevangenneming slechts mag volgen op gerechtelijk bevel. Het beginsel voert terug op een bepaling die in 1679 werd vastgelegd in een Engelse wet, als amendement op de Magna Carta. De principes van deze wet gelden tegenwoordig als een grondrecht. Internationaal is het recht vastgelegd in onder meer het VN-verdrag voor Burgerrechten en Politieke Rechten (1966). Het recht is in Europa niet-opschortbaar en kan dus ook in een noodtoestand niet worden opgeheven.”

Mogen wij Koen Metsu aanraden op Wikipedia ook na te kijken wat een grondrecht is, wat de geldingskracht is van het VN-verdrag voor Burgerrechten en wat de betekenis is van het begrip niet-opschortbaar. Misschien kan de heer Metsu uitleg vragen over de Magna Carta bij zijn partijvoorzitter-historicus. Toch wel beangstigend als je vaststelt tot wat het gebrek aan schoolse opleiding leidt: kan en mag wie zo onwetend is wel voorzitter zijn van de commissie Terreur zonder dat deze afglijdt naar een Terreurcommissie?

Dubbelzinnigheid

Eerder noemde ik de uitspraak van een andere Koen een tjeevenstreek. Het ging over de uitspraak van ditmaal wél een jurist en bovendien erkend academicus Koen Geens over de uitvoering van alle straffen. Bleek dat voor wie kan lezen het enkel over de helft en dan nog bij wijze van enkelband zou gaan. Die uitspraak was het gevolg van een andere dubbelzinnigheid, deze over de enkelband zelf. Sinds het politiek beleid de enkelband heeft ontdekt als alternatief voor de overbevolkte gevangenissen werd alles in het werk gesteld om de brave burger te overtuigen van de doelmatigheid van de maatregel. Hoewel huisarrest heel wat anders is dan echte opsluiting en de praktijk eveneens aantoont dat het bandje geen bescherming biedt tegen herhaling van strafbare feiten of beïnvloeding van het onderzoek blijft de justitieminister aandringen op de veralgemening van deze vorm van vrijheidsberoving.

Nu zit het beleid met het gevolg van zijn eigen dubbelzinnigheid: je kan en mag niet beweren dat het om een doeltreffende vorm van vrijheidsberoving gaat en tegelijk stellen dat het geen vrijheidsberoving is die ook door bestuurlijke overheden kan worden opgelegd.

Radicalisering

De heer Metsu wil ook een administratieve sanctie voor wie radicaliseert. Om het voor de commissie voorzitter begrijpelijk te houden raadplegen wij Encyclo.Nl : ‘Radicalisering is het extremer worden van bepaalde opvattingen .” Blijkbaar heeft de heer Metsu ook problemen met de rekenkunde. Als je iedereen met een extreem wordende opvatting bestuurlijk moet opsluiten, zullen de cellen in Tilburg ruim onvoldoende zijn. Vraag is of de heer Metsu dan zelf niet moet opgesloten worden. Is dergelijke verregaande schending van de Europees en Universeel verklaarde rechten van de Mens waaronder het recht op een eerlijk proces geen extreme opvatting? En heeft deze niet tot de meest verwerpelijke uitspattingen van het menselijk denken en handelen geleid? En is dit niet het geval met de feiten van terrorisme waartegen wij ons moeten verzetten met alles wat kan en mag?

Laten wij hopen dat de extreme opvatting van de Kamercommissie voorzitter enkel het gevolg is van onwetendheid en een gebrek aan opleiding. Als dat niet zo mocht zijn is de politiestaat dichtbij. Ook een pragmaticus als de heer Metsu mag en kan zonder bijscholing weten wat daar de gevolgen van zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content