Jason Callewaert

‘Neem de maskers af, N-VA’

Jason Callewaert Jason Callewaert is een jonge Vlaming die werkt in de cultuursector. Twitter: @jasoncallewaert

‘De partij waar ik achter sta kiest er al maanden voor om van twee walletjes te eten’, schrijft Jason Callewaert. Hij vindt het steeds moeilijker om de N-VA te verdedigen wanneer ze het etiket extreemrechts krijgt opgeplakt.

Vlaams-nationalisme. Een term die voor veel mensen enkel maar negatieve connotaties naar boven brengt: asociaal, racistisch en fascistisch, om er maar enkele te noemen. Ik ben een jonge Vlaming, maar vind niet dat ik onder één van deze drie termen val. Meer nog: ik verwerp ze. Al jaren voel ik mij meer Vlaming dan Belg en dat is een gevoel dat steeds sterker wordt. Ik was dan ook blij om te zien dat de laatste jaren de discussie rond Vlaamse autonomie volop bezig was. Het leek er zelfs een tijdje op dat de Vlaamse beweging na een zwarte periode terug aan populariteit en draagvlak won.

‘Ben ik een trotse N-VA-militant, of word ik bedrogen door gemaskerd extreemrechts?’

Er is weinig twijfel over de rol die N-VA hierin gespeeld heeft. Als oppositiepartij heeft de partij jarenlang geijverd voor meer Vlaamse bevoegdheden, zonder daarbij aandacht te verliezen voor de sociale en economische kant van hun programma. Het is dat programma waar ik me in kon vinden. Een visie waarin loon naar werken centraal staat. Waar iedereen dezelfde rechten en plichten heeft. Waarin we inspanningen zouden leveren waar we samen sterker zouden uitkomen. Met dit programma won N-VA het laatste decennium heel snel aan populariteit. Ze groeiden als partij en kaapten kiezers weg van Open VLD, CD&V, maar ook Vlaams Belang.

‘Ik was er dan ook van overtuigd dat, eenmaal ze zouden regeren, ze deze lijn zou voortzetten en zo de overgelopen extreem-rechtse kiezers duidelijk maken dat hun visie nooit onze visie zou worden. En daar is het de laatste maanden te vaak fout gelopen.’

Het was sowieso te verwachten dat het Vlaams Belang aan kiezers zou moeten inboeten eenmaal een andere partij openlijk de Vlaamse beweging zou steunen. De daaropvolgende jaren kreeg N-VA de naam van een overloperspartij te zijn, gevuld met opportunisten die hun kans zagen bij een partij die wel zou kunnen regeren. N-VA heeft zich inhoudelijk echter altijd gedistantieerd van extreemrechts. Ik was er dan ook van overtuigd dat, eenmaal ze zouden regeren, ze deze lijn zou voortzetten en zo de overgelopen extreemrechtse kiezers duidelijk maken dat hun visie nooit onze visie zou worden. En daar is het de laatste maanden te vaak fout gelopen.

Beloofde veranderingen

Bij de federale verkiezingen van 2014 kwam N-VA als overwinnaar uit de bus. Enkele maanden later werd een regering gevormd. Er werd vanaf het begin duidelijk gezegd dat dit een regering van verandering zou worden. Het land zou sociaal en economisch weer op de rails gezet worden en er zou geen ruimte zijn voor het communautaire. Dit kwam voor mij niet als een verrassing en gezien ik ook achter de rest van het programma stond, vond ik dit een goed idee. We zouden een sterke regering vormen, die beloofde veranderingen zou doorvoeren en na vijf jaar zouden zelfs onze tegenstanders toegeven dat we het eigenlijk wel goed gedaan hadden. De teleurgestelde extreem-rechtse kiezers zouden met de staart tussen de benen afdruipen naar Vlaams Belang.

En dat ben ik blijven geloven tot september 2015. Toen begon het Brusselse Maximiliaanpark vol te stromen met vluchtelingen. Vanaf dan ben ik een tweede N-VA beginnen zien. In de eerste plaats was er mijn N-VA, die deed wat zei. Een sociale en correcte partij van wie iedereen kreeg waar hij recht op had. Maar als een Mr. Hyde kwam een tweede, donkerdere kant opduiken. Een kant voor wie het veel belangrijker was om straffe, shockerende uitspraken te doen, ook al sloegen die nergens op. Meestal werden ze binnen de paar uur bijgestuurd en genuanceerd, andere stierven ze na de beoogde polemiek een stille dood. Enkele voorbeelden.

Gezinnen hebben pas recht op kindergeld nadat ze vier jaar in België bijgedragen hebben”, is een wetsvoorstel waar Sarah Smeyers in september mee kwam opdraven. Die communicatie werd al snel aangepast naar “pas recht op volledige kinderbijslag na vier jaar, met een verhoging van 25% per jaar”. Dit zou ook gelden voor iedereen en dus ook voor Belgen die op hun 18de een kind krijgen.

In januari is er een vermeend incident in het zwembad van Koksijde waarbij een asielzoeker een minderjarige zou aangerand hebben. Onmiddellijk komt Sophie De Wit met een voorstel voor snelrecht voor asielzoekers die zedenfeiten plegen. Dit voorstel wordt al snel aangepast naar snelrecht voor alle zedenfeiten.

Dit zijn slechts twee voorbeelden uit een hele reeks die de afgelopen maanden een heuse polemiek veroorzaakten.

‘Waarom lanceren de vertegenwoordigers van mijn partij systematisch voorstellen waarvan ze toch op voorhand moeten weten dat ze er nooit zullen doorkomen?’

En wat mij opvalt, is dat het steeds slechts de oorspronkelijke uitspraak is die kwaad bloed zet bij iedereen. Wanneer de nuancering komt, kunnen we plots wel inzien dat er ergens wel een te verdedigen idee achter zit. Nu valt mij op dat voor beide voorbeelden een grondwetswijziging nodig is. Het recht op kindergeld is sinds 2012 grondwettelijk vastgelegd en hoewel de grondwet enkel slaat op Belgen en dus niet op nog niet erkende vluchtelingen, zijn er al genoeg gerechtelijke uitspraken geweest waarin erkende vluchtelingen van dezelfde rechten genieten als Belgische burgers. Daarnaast kan snelrecht enkel toegepast worden op een categorie van misdrijven en niet op een bepaalde groep mensen. Deze voorstellen hebben dus een 2/3e meerderheid en dus steun bij de oppositie nodig.

Ik geloof niet dat iemand bij N-VA het mogelijk acht dat een oppositiepartij dergelijke wetsvoorstellen zou steunen. De vraag rijst dus waarom de vertegenwoordigers van mijn partij systematisch voorstellen lanceren, waarvan ze toch op voorhand moeten weten dat ze er nooit zullen doorkomen. Tegelijk zijn quasi alle uitspraken waar ik naar verwijs gelinkt met de vluchtelingencrisis. Ik heb me lang afgevraagd waarom N-VA voor deze systematische stigmatisering van vluchtelingen kiest met haar uitspraken, terwijl haar daden een geheel andere boodschap uitdragen. En sinds maandag heb ik eindelijk aanvaard dat datgene waar ik voor vreesde waarschijnlijk klopt.

‘Waarom grijpt N-VA deze kans om afstand te nemen van extreemrechts niet?’

Na de manifestatie van enkele hooligans aan de Beurs in Brussel ondertekenen alle Vlaamse partijvoorzitters een verklaring waarbij ze dergelijke acties veroordelen. Bart De Wever tekent niet. Tot op dat moment leek het om een extreemrechtse actie te gaan, al wordt dit ondertussen toch al door verschillende bronnen tegengesproken. N-VA wenste niet te ondertekenen omdat ze deze groep geen extra aandacht willen schenken en omdat er geen gezamenlijke verklaring was ter veroordeling van de aanslagen in Zaventem. Waar ligt het verschil met de, naar mijn mening terechte, opmerking van Vlaams minister-president Geert Bourgeois die stelde dat de media niet genoeg aandacht besteedden aan de amokmakers in Molenbeek na de arrestatie van Salah Abdeslam? Waarom grijpt N-VA deze kans om afstand te nemen van extreemrechts niet?

Vuist maken met woorden, sussen met daden

Het antwoord is simpel. Omdat ze dat niet willen. Overgelopen Vlaams Belangers vormen procentueel gezien een groep die groot genoeg is om van N-VA ook bij volgende verkiezingen de grootste partij te maken. Dat daarvoor centrum-rechtse kiezers nu en dan geshockeerd worden, wordt aanzien als collateral damage. De strategie is al maanden dezelfde: we laten een ballonnetje op over vluchtelingen dat door onze rechtsere aanhang op applaus onthaald wordt en wanneer zij tevreden hun rug draaien, schieten we die ballon neer voor de ogen van onze gematigdere aanhang, want zij zijn intelligent genoeg om in te zien dat we het eigenlijk anders bedoelen. Daar wringt voor mij nu al maanden het schoentje. Hoe de partij waar ik achter sta ervoor blijft kiezen om van twee walletjes te blijven eten. Rechts te slaan en links te zalven. Een vuist maakt met woorden, maar sust met daden.

Ik zie nu al voor me hoe de campagne er over drie jaar zal uitzien: extreemrechts zal onthouden hebben en herinnerd worden aan hoe streng we wel niet waren voor de vluchtelingen en wat we er allemaal aan wilden doen, maar hoe andere partijen geen steun boden. Ondertussen zal de rest van de aanhang getoond worden hoe goed het land hervormd is op sociaal en economisch vlak. En ik geloof nog steeds in waar N-VA voor staat. Maar ik vraag, nee, ik smeek de partijtop om de maskers af te nemen. In het beste geval ben ik dan een trotse militant van een Vlaamse volkspartij. In het slechtste geval werd ik bedrogen door gemaskerd extreemrechts. En dat zou mij verdomd veel pijn doen.

Partner Content