Ann Peuteman

‘Als journalist moet je je pas zorgen maken als niemand op je artikels reageert’

Journalisten moeten tegen een stootje kunnen, want de reacties van lezers zijn vaak snoeihard. ‘Op den duur kweek je wel wat eelt’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘Al blijft het er bijwijlen toch inhakken.’

‘Politiek zou écht niets voor mij zijn. Al die bagger die je over je heen krijgt en dan moet je ook nog eens om de zoveel jaar met je billen bloot naar de kiezer.’ Monkelend hoorde de politicus me aan. Hij vond dat toen nog jeugdige enthousiasme van me duidelijk amusant. ‘En dus koos je maar voor de journalistiek?’ grijnsde hij. ‘In dat vak sta je niet om de vier jaar met de billen bloot, maar bij de publicatie van élk artikel. En ik kan nog beweren dat ze mijn woorden hebben verdraaid, maar jij niet.’

‘Als journalist moet je je pas zorgen maken als niemand op je artikels reageert’

Het zou nog een paar jaar en een hele rist getelefoneerde en handgeschreven scheldtirades duren voor ik besefte hoeveel waarheid in die woorden zat. Om u een idee te geven:

‘Checkt u ooit wel eens iets voor u het schrijft?’ (een keer of dertig over de afgelopen twintig jaar)

‘Van een rood wijf valt natuurlijk niets beters te verwachten.’ (ik had PVDA-voorzitter Peter Mertens aan het woord gelaten)

‘Ik hoop dat het je eigen kinderen overkomt zodat je het zelf eens voelt.’ (na een opiniestuk over euthanasie bij minderjarigen)

‘Wat ben jij een frigide seut zeg!’ (conclusie na een column over verkrachtingsslachtoffers)

'Als journalist moet je je pas zorgen maken als niemand op je artikels reageert'
© AP

Schrikt u daarvan? Ik al lang niet meer. Ik heb wel wat eelt gekweekt ondertussen. Al hakken zulke mails er bijwijlen toch nog stevig in. Vooral op dagen dat ik niet zo goed in mijn vel zit, of als mensen al te persoonlijk worden. Wel snap ik tegenwoordig beter waar die toorn en aversie vandaan komen. Met mijn artikels strooi ik soms zout in de al dan niet open wonden van lezers. Anderen reageren dan weer giftig omdat ze al bij voorbaat denken dat hun mening er niet toe doet.

Hetzelfde geldt voor politici, academici of andere specialisten die op hoge poten komen klagen dat ik hun grote opponent aan het woord heb gelaten terwijl zij er zoveel meer over weten. Ook daar kan ik wel begrip voor opbrengen. Zelfs als mensen duidelijk niet verder dan de titel hebben gelezen, blijf ik tegenwoordig relatief kalm.

‘Discussies losweken, knuppels in hoenderhokken gooien: is dat niet net waarvoor we het doen?’

En natuurlijk is sommige kritiek terecht – of wat dacht u? Er blijft wel eens een taalfout staan, soms besef ik achteraf dat ik toch beter nog even die ene specialist had geconsulteerd en af en toe maak ik een verkeerde inschatting. Vanzelfsprekend mag u me daarop wijzen (al wordt enige kiesheid danig gewaardeerd). Dan bedank ik u vriendelijk voor uw bericht en ga ik in een hoekje van de redactie mijn schaafwonden zitten likken.

Zou er trouwens een verjaringstermijn bestaan voor zulke uitschuivers? Zo ja, wil ik mijn absolute dieptepunt wel onthullen. Zo’n twintig jaar geleden vroegen ze me bij de krant om een portret te schrijven van de jarige prins. Ik doorploegde knipselmap na knipselmap om een zo mooi mogelijk artikel over prins Filip te kunnen maken. Het stond er beeldig, midden op pagina 2. Alleen bleek het Laurent te zijn die jarig was. Een lezer zag daar meteen een fors republikeins statement in. Mijn baas niet.

Controversieel en onuitstaanbaar

Hoe dan ook moet je je in dit vak pas echt zorgen beginnen te maken als niemand nog op je artikels reageert. Discussies losweken, knuppels in hoenderhokken gooien: is dat niet net waarvoor we het doen? En als dat betekent dat er ook mensen zijn die mijn columns ondraaglijk licht vinden, mijn reportages veel te controversieel en mij onuitstaanbaar, dan is dat maar zo.

Maar hij had dus gelijk, die politicus van jaren geleden. Veel later heb ik hem dat nog gezegd. Ik had een stuk geschreven over de onderbuik van zijn partij, en daar was hij behoorlijk pissig over. Hij belde me op en bleef maar razen. Tot hij plots stilviel. ‘Is het het waard volgens jou? Al die bagger die je erbij moet nemen?’ vroeg hij. ‘Ik twijfel soms.’

Maar ik niet. Toch niet noemenswaardig.

De hele zomer lang schreef Knack-redactrice Ann Peuteman úw verontwaardiging, woede of vervoering neer. Voor de afsluiter van de reeks kwam de inspiratie van Hans Becu (en een handvol andere lezers die haar door de jaren heen schreven).

Dag Mevrouw

Uw stukjes zijn van een zulkdanige badinerende lichtheid en vrijblijvendheid, vol van ingetrapte open deuren, dat ik denk dat u er beter mee ophoudt. Of misschien toch nog eentje over de boerkini ?

Hans Becu

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content