Walter Pauli

Alzo sprak de G1000

Vrijdag 11 november was het dan zover: de dag van de waarheid van de G1000.

De ambitie was niet min: een ‘burgertop’ op gang trekken als volwaardige aanvulling van de Belgische democratie. Het parlementaire stelsel zit namelijk in ademnood, aldus de G1000 en initiatiefnemer David Van Reybroeck, de klassieke middenveldorganisaties zijn niet meer in staat hun rol te spelen van liason tussen ‘de politiek’ en ‘het volk’. Dus is het moment gekomen van nieuwe burgerinitiatieven: om besognes uit de samenleving die om allerlei redenen niet op de politieke of maatschappelijke agenda komen, daar toch hoog op te plaatsen.

Na afloop spraken de organisatoren van een groot succes: meer dan 700 deelnemers, sterke discussies, luisterbereidheid, enthousiaste reacties bij de internationale waarnemers, en persbelangstelling alom. Al is bij het nagaan van succes, het meetinstrument allesbepalend. Als de G1000 relevant wil zijn, moet men vooral nagaan welk effect die bijeenkomst had: op de Wetstraat, op het maatschappelijk debat, op de publieke opinie, of ergens aan een Vlaamse toog. Was er ergens sprake van Boem Paukenslag, of niet? Zinderde er iets na?

Dat viel tegen. Zowel ‘De Standaard’ als ‘De Morgen’ brachten meerdere pagina’s over de G1000. Maar wat er inhoudelijk gezegd werd, was amper het noteren waard. De Standaard bracht een sfeer- en De Morgen een fotoreportage. Door de lens van Stephan Vanfleteren lijkt Van Reybroeck (wegens zijn geprononceerde brilmontuur?) een beetje op een witte Lumumba. Alleen heeft hij het Belgische bestel ditmaal maal niet op zijn grondvesten doen daveren.

Nochtans gebeurde dat bij eerdere burgerinitiatieven wel. Toen de Witte Mars in 1996 door Brussel trok, stond heel het land stil. En moest premier Dehaene maar uitvissen hoe dat diffuse ‘signaal van de burger’ te decoderen. Want hoewel de boodschap van die Witte mars amper gearticuleerd was, kon niemand ontkennen dat er een signaal was: een kreet van woede, van klacht van moreel onbehagen, een boodschap ook aan de politici: ‘los het op’.

Woede, onbehagen, de politici die het moeten oplossen: het is vandaag niet anders dan toen. En toch mist de G1000 alles wat de Witte Mars had, te beginnen met zijn impact. Alle goede bedoelingen ten spijt, was die bijeenkomst vooral belangrijk voor wie er was. Neem het voorstel dat op die G1000 weerklonk om de werkloosheidsuitkering verhogen in geld, maar te beperken in de tijd: er is amper verschil tussen wat de geselecteerde burgers van de G1000 bedachten en waarover de verkozen politici op datzelfde moment onderhandelden.

Was dat juist niet de bedoeling: een aanvulling zijn bij de politiek? Een signaal geven dat ‘het volk’ hongert en dorst? Ooit scandeerden Oost-Duitse burgers: ‘Wir sind das Volk’. Die claim was nog eens waar: niet de regering, maar de straat was toen de legitieme vertegenwoordiging van het volk. Spreken in naam van of zelfs vanuit ‘het volk’: dat heeft de G1000, ondanks (of juist door) zijn zorgvuldige en zelfs hyper-correcte selectie, nooit kunnen waarmaken. Het bleef een vergadering van zevenhonderd welmenende burgers. Dat is behartenswaardig, maar als politiek signaal amper relevant.

Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content