Zwemcoach Mark Faber: ‘Roos Vanotterdijk maakt een foutje één keer, nooit een tweede keer’

Mark Faber over Roos Vanotterdijk: ‘Tegen zwemsters van haar niveau komt de killer in haar boven’ © ID/ Katrijn Van Giel
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Na haar zilveren en bronzen medaille op het WK in Singapore gaat Roos Vanotterdijk (20) door op dat elan in het kortebaanseizoen. Mark Faber, high performance coach van de Vlaamse Zwemfederatie, belicht haar kwaliteiten en het langetermijntraject naar het grootste doel: de Olympische Spelen van 2028.

Van veel decompressie was er bij Roos Vanotterdijk na het WK lange baan van afgelopen augustus geen sprake. Na een rustperiode hervatte ze in september de trainingen met het oog op het kortebaanseizoen in november en december. Intussen heeft de Houthaalse zwemster drie wereldbekermanches in de VS en Canada achter de rug – goed voor acht medailles. Van vrijdag tot zondag volgt het BK in Gent en begin december het EK in het Poolse Lublin.

‘Dit is niet zomaar een tussendoortje,’ zegt Mark Faber, ‘maar een cruciaal onderdeel van ons vierjarenplan richting de Spelen van 2028. Het is een unieke kans om te meten waar Roos staat ten opzichte van de wereldtop. Op het komende EK korte baan (25 meterbad) en volgende zomer op het EK lange baan (50 meterbad) in Parijs ziet ze geen Amerikaanse, Australische of Canadese zwemsters.

‘De wereldbeker biedt wél die mondiale concurrentie. Korte baan vraagt ook om technische precisie: start, veel keerpunten, onderwaterfase. Roos kan ook veel trainen of aan wedstrijden in België deelnemen, maar dan zwemt ze soms twee, drie meter voor haar tegenstanders – wat leer je dan? Deze wedstrijden zijn de ultieme vorm van ontwikkelen. En hoe meer ze op dit niveau wordt gepusht, hoe vlugger ze leert. Een snelkookpan, geen traag pruttelend stoofpotje.’

Wat kan ze in wereldbekerraces dan specifiek opsteken?

MARK FABER: Opeenvolgende finales zwemmen, dag na dag op je tenen lopen: we hadden negen racedagen op achttien dagen, inclusief verplaatsingen. Dat is een intensiteit die je in Europa zelden vindt. Zoals Johan Cruijff zei: ‘Elke wedstrijd is van invloed op de volgende.’ We krijgen na elke race concrete feedback die we direct doorspreken en toepassen.

Hoe leert Roos van haar tegenstanders als ze in haar eigen baan zwemt?

FABER: Roos leert hoe concurrenten hun races strategisch aanpakken, hoe ze omgaan met wedstrijddruk en hoe ze hun week indelen. Ook de ervaring van de callroom voor een wedstrijd is belangrijk. Als jonge zwemster kan wachten op je race, naast de beste zwemsters ter wereld, imponerend zijn. Maar na enkele keren samen in die callroom, wat smalltalk, raak je minder onder de indruk. Dan weet je wat je moet doen en gaat het veel meer over de taken die je moet uitvoeren dan over het energieverlies eromheen.

Leren uit ervaring en fouten is blijkbaar een van Roos’ grote kwaliteiten.

FABER: Ja, ze analyseert haar races razendsnel, direct erna en zelfs tíjdens races – al zwem je beter volledig geautomatiseerd. Ze zegt bijvoorbeeld: ‘Ik moet een slag of kick meer of minder doen, of mijn slaglengte iets vergroten om beter uit te komen bij het keerpunt.’ Details die in finales het verschil kunnen maken. Dat analytische vermogen deelt ze met wereldtoppers als Arno Kamminga of Caspar Corbeau (Nederlandse zwemmer met wie Faber heeft gewerkt, nvdr). Ze maakt een foutje één keer, nooit een tweede keer.

‘Ze analyseert haar races razendsnel en maakt een foutje één keer, nooit een tweede keer.’

Roos wordt vaak een wedstrijdbeest genoemd. Hoe ziet u die competitieve drive?

FABER: Haar wilskracht is ongekend. Ik vergelijk het vaak met een wedstrijdje: wie houdt het langst een vinger in een vlam? Dan wint Roos áltijd. Daarom zet ik altijd mijn geld op haar als ze naast een zwemster van haar niveau ligt. Dan komt de killer in haar boven, een soort venijn. Een prachtig voorbeeld is de halve finale van de 100 meter vlinderslag op het WK in Singapore. Ze lag achter op Gretchen Walsh, misschien wel de beste zwemster ter wereld. Na 75 meter kreeg Roos haar in het vizier en denkt: die ligt nog binnen bereik. Ze zwemt de snelste laatste 15 meter van het hele veld en tikt exact in dezelfde tijd aan als Walsh. Weinig jonge zwemsters kunnen dat. Tegen mindere tegenstanders heeft ze zo tientallen races gewonnen.

Is dat aangeboren? Het gevolg van een proces?

FABER: Dat competitieve zit in haar karakter. Als we met het team spelletjes spelen, zoals Uno, dan spelen we met het mes op tafel, maar op een positieve manier.

Probeert u die drive voor een wedstrijd extra aan te wakkeren?

FABER: Nee, Roos heeft geen motivatiespeech nodig. Ze is ontzettend berekenend. Ze heeft het veld geanalyseerd, weet precies wat ze doet. Voor een finale zeg ik hooguit: ‘Maak plezier, geniet ervan.’ Dat is genoeg.

Had ze op het WK geen last van stress?

FABER: Elke zwemster voelt spanning op het startblok van een finale, ook Roos. Maar ze kanaliseerde dat heel goed. Met dank ook aan haar ervaring op de Olympische Spelen in Parijs, waar ze als 19-jarige ook al onbezorgd kon zwemmen. Ze is altijd bedacht op onverwachte situaties, en blijft dan rationeel waar anderen misschien in paniek raken. Dat is een grote mate van volwassenheid.

‘Ze is altijd bedacht op onverwachte situaties, en blijft dan rationeel waar anderen misschien in paniek raken.’

Een van de redenen waarom Roos dat naar eigen zeggen goed kan: jullie zijn perfect voorbereid.

FABER: Klopt. Die routine geeft rust en vertrouwen, zonder dat ze er zich krampachtig aan vastklampt. Alles is maandenlang getest en gefinetuned: van eetpatroon – we nemen een koffer vol eten mee naar toernooien – tot opwarming. Uniek is bijvoorbeeld dat Roos zich niet meer inzwemt in het water, wat zeer ongebruikelijk is. Maar je lichaam opwarmen in een zwembad dat tien graden kouder is, ideaal is dat niet. Bovendien is de traditionele warming-up een georganiseerde chaos van tientallen zwemmers. Dus doen wij nu alles op het droge: anderhalf tot twee uur voor de race een protocol met een opwarmmassage bij de fysiotherapeut, een rustige ‘landtraining’ en een intensief blok met explosieve oefeningen, zoals elastieken en krachtoefeningen. We hebben dat geoptimaliseerd met sensoren en trial-and-error. Voor een 50 meter vlinder is zo’n opwarming anders dan voor een 100 meter.

‘Maak plezier’, zegt u voor een finale. Onder haar vorige coach, de Fransman Fred Vergnoux (die werd beschuldigd van psychologisch grensoverschrijdend gedrag, nvdr), verloor Roos dat. Hoe zorgt u ervoor, naast die korte boodschap voor een race, dat ze wel dat plezier behoudt?

FABER: We bouwen een cultuur waarin vrijheid en passie centraal staan. Als Roos bijna vijf weken van huis is, zoals onlangs voor de wereldbekerwedstrijden, hoeft ze de dag erna niet meteen te trainen. Ze krijgt tijd voor familie en vrienden, om een ‘gewone’ twintigjarige jonge vrouw te zijn. Ze zegt zelf niet toevallig vaak: ‘Ik ben eerst Roos de mens, dán pas de zwemster.’ We hebben het daar openlijk over, over hoe we die balans kunnen blijven bewaren. Dat houdt haar fris en gemotiveerd.

‘Ze krijgt tijd voor familie en vrienden, om een ‘gewone’ twintigjarige jonge vrouw te zijn. Ze zegt zelf niet toevallig vaak: “Ik ben eerst Roos de mens, dán pas de zwemster.”’

Aan welk plezierig moment van jullie samenwerking bewaart u mooie herinneringen, naast de medailles op het WK?

FABER: Mijn grootste beloning als coach is niet geld of medailles, maar een glimlach na een geslaagde race. Een mooi moment was er bijvoorbeeld op de Franse kampioenschappen in Montpellier, afgelopen juni. We planden de 200 meter wisselslag. Roos verbeterde haar persoonlijk record met liefst vijf seconden – een tijd die zelfs een olympische finale waard was. Die verrassing, gecombineerd met haar glimlach, was puur plezier. Dat zijn de mooiste momenten, vaak buiten de schijnwerpers.

Hoe gaat Roos om met de groeiende aandacht van media en supporters na haar WK-succes?

FABER: Dat was een nieuwe uitdaging, al die interviews, tot in de tv-studio’s. Ze ging er goed mee om, maar kan nog groeien. Nu wist ze niet precies wat er op haar afkwam. Het is een leerproces: hoe meer je weet wat komt, hoe beter je keuzes maakt. Roos is bijzonder volwassen voor haar leeftijd, maar nog altijd pas twintig jaar, hè.

Hoe is jullie onderlinge communicatie?

FABER: Ik ondersteun haar zo goed mogelijk, maar ben altijd eerlijk. Roos waardeert dat, zelfs als het kritiek is, zolang het respectvol en opbouwend is. Soms heeft zij een andere visie, of ik, maar qua communicatie is het altijd tweerichtingsverkeer. We zoeken wel geen compromissen – dit is topsport. We kiezen altijd sámen een richting: links of rechts, nooit elk een andere kant uit. Discussies worden daarom nooit botsingen. Dat is onhandig energieverlies.

Roos vraagt naar eigen zeggen ook vaak ‘waarom’?

FABER: Ze is zich heel bewust van wat ze doet, en dat komt door die waarom-vragen. Ik stimuleer dat ook en probeer daarop te anticiperen. Als ik Roos iets voorstel, argumenteer ik dat heel helder. Als iets niet duidelijk is, vraagt ze door. Dan leg ik het nog een keer uit, soms dieper. Het helpt haar keuzes te begrijpen. Kwaliteit is effectiviteit maal acceptatie. Zonder begrip geen kwaliteit. Dat proces brengt haar naar de wereldtop.

Hoe ziet de langetermijnplanning richting de Olympische Spelen van Los Angeles eruit? Wordt die versneld of aangepast na het WK-succes?

FABER: Nee hoor, we zitten perfect op schema. We bouwen voort op het fundament van Singapore. Elk jaar voegen we complexiteit toe. Op training bijvoorbeeld met meer trainingskampen op hoogte. Dit jaar zijn we naar Colombia geweest, een stage die heel goed aansloeg. Het helpt ook om te wennen aan het tijdsverschil richting het westen, met het oog op Los Angeles. Qua competitie zetten we ook een stapje hoger, met volgend jaar het WK korte baan (december 2026, nvdr), in plaats van het EK dit jaar.

We verbreden ook haar focus naar de 200 meter wisselslag. Op het WK in Singapore liet ze dat nummer nog schieten (Vanotterdijk kwam alleen uit op de vlinderslag, nvdr), maar op het EK lange baan in Parijs maakt het volgende zomer wel deel uit van haar programma. Met drie Belgische records op rij tijdens de laatste wereldbeker klom Roos al naar de zevende plaats op de all time ranking – een duidelijk signaal van haar potentieel op die 200 wissel. De schoolslag is daarin de grootste uitdaging, maar intussen is het ook haar favoriete slag. Als Roos iets minder goed kan, wil ze het juist heel goed kunnen. Op het komende BK zwemt ze de 200 meter schoolslag. Als we daarover spreken, zie je haar ogen twinkelen. (lacht)

‘De schoolslag is de grootste uitdaging, maar intussen is het ook haar favoriete slag. Als Roos iets minder goed kan, wil ze het juist heel goed kunnen.’

Van specialisatie op de vlinderslag, ook na de twee WK-medailles, is nog geen sprake?

FABER: Zeker niet. Dat kan als Roos dertig is, maar ze wordt begin volgend jaar 21 en is nog altijd een van de jongsten in het veld. We blijven haar dus breed ontwikkelen. Als we Roos zouden vernauwen tot één slag, haal je de mentale afwisseling en voor haar het plezier weg. Als coach is dat het domste wat je kunt doen.

Hoever staat Roos nu als ze op de Spelen in Los Angeles 100 procent moet zijn?

FABER: Alles is gericht op 2028, maar we denken alleen in mogelijkheden, niet in plafonds. Het is moeilijk te voorspellen hoe hoog het hare is. We weten alleen dat Roos nog veel groeimarge heeft.

Roos Vanotterdijk

7 januari 2055: Geboren in Houthalen-Helchteren.

2021: Behaalt brons op de 50 meter vlinderslag op de Europese kampioenschappen junioren in Rome.

2022: Behaalt 5 medailles, waaronder goud op de 100 meter vlinderslag. op de Europese kampioenschappen zwemmen voor junioren in Otopeni (Roemenië).

2023: Verbetert zowel op de 50 en 100 meter vrije slag en de 50 en 100 meter rugslag het Belgisch record tijdens de Open Vlaamse Zwemkampioenschappen.

2024: Behaalt op het EK zwemmen in Belgrado goud op de 100 meter vlinderslag, zilver op de 50 meter vlinderslag.en een bronzen medaille op de 100 meter rugslag.

2025: Behaalt op het WK zwemmen in Singapore zilver op de 100 meter vlinderslag en brons op de 50 meter vlinderslag. Daarmee is ze  de eerste Belg ooit die op één WK zwemmen twee medailles.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise