Zijn ervaringen als trainer van het Nederlands elftal en Ajax hebben Marco van Basten gelouterd. Op 30 juni ging hij opnieuw aan de slag, bij SC Heerenveen. ‘Als voetballer wilde ik aan de top komen. Als trainer heb ik dat minder.’

M arco van Basten (47) tekende bij SC Heerenveen een contract voor twee jaar. Vorig seizoen eindigde de club uit Friesland nog als vijfde. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Van Basten is de eerste om te relativeren: “Het feit dat ik vroeger een goede voetballer ben geweest, zegt niks over mijn werk als trainer. Zo’n achtergrond is prettig voor je geloofwaardigheid, maar uiteindelijk gaat het erom wat ik met die jongens presteer. Omdat ik altijd aan de top heb gewerkt, hoopt iedereen dat dit de sleutel tot succes zal zijn, maar dat is natuurlijk niet meer dan een mooie gedachte.”

Wat gaf de doorslag bij uw keuze voor SC Heerenveen, het gevoel of het verstand?

Marco van Basten: “Het moet allebei kloppen. Als je het verstandelijk voor jezelf niet kunt wegzetten, is het lastig om erin te geloven. Maar uiteindelijk luister ik toch ook heel erg naar mijn gevoel, naar mijn lichaam. Dat zegt: dit is oké, dit voelt goed of niet. Daarbij gaat het om veel meer dan een redenatie of bepaalde argumenten. Ik kwam er voor mezelf achter dat ik niet naar het buitenland wilde. Er waren wat mogelijkheden, maar uiteindelijk voelde dat juist niet goed. Mijn zoon is vijftien, die zit in Amsterdam op school, hij heeft daarvoor zijn aandacht nodig en moet nog een aantal jaren. Dat is wel heel erg bepalend geweest bij mijn keuze. Mijn vrouw en ik zijn natuurlijk heel lang weggeweest in de tijd dat ik zelf nog voetbalde. Voor haar hoefde het ook niet. Mijn vader is 81 jaar, ik heb nog twee dochters – dus om dan weer naar het buitenland te gaan, zag ik niet zitten. Maar ja, wat ga je dan in Nederland doen? Ik heb natuurlijk Ajax gehad en dan liggen clubs als Feyenoord en PSV al niet lekker. Dat zag ik zelf niet zitten op dit moment. Dan blijft er in de top al wat minder over. Toen bleek Heerenveen geïnteresseerd, ik heb erover nagedacht en ja gezegd.”

Veel mensen zullen Van Basten eerder associëren met wereldtop.

“Zou kunnen. Er waren internationaal ook wel wat namen die voorbij kwamen, maar uiteindelijk is dat ook allemaal niet concreet geworden. Ik weet ook helemaal niet hoe dat functioneert. Je leest iets over grote clubs die je willen hebben, maar dan denk ik: wie zegt dat het waar is?”

U bent nooit gebeld?

“Neen.”

Opmerkelijk.

“Ach, vaak zijn er mensen die je naam gebruiken om iets in gang te zetten of te forceren. De enige club waarmee ik daadwerkelijk contact heb gehad, was AC Milan. Maar dat is alweer twee jaar geleden. In die periode moest ik opnieuw worden geopereerd aan mijn enkel. Ik vond het ongepast om dat te laten doen in een periode dat ik daar aan het werk zou zijn.”

Was die operatie zo noodzakelijk?

“Ik had weer heel veel last van mijn enkel. Twintig jaar geleden is het gewricht operatief vastgezet en daarna ben ik toch weer redelijk veel gaan golfen en tennissen. Dat ging met de jaren steeds wat minder, totdat het weer echt pijnlijk werd. Als ik een halfuur aan het wandelen was, had ik pijn. Die enkel van mij is gewoon slecht. Dus die moest opnieuw schoongemaakt worden. Nu gaat het weer goed, maar ik moet er voorzichtig mee omgaan.”

Sport u nog?

“Ik fiets een beetje. Voor mijn algemene fitheid. Ik golf wat, maar meer ook niet. Tennissen is slecht voor mijn enkel.”

Heel erg gesloten

U komt onder een technisch directeur, Johan Hansma, te werken. Bij Ajax had u als trainer de volledige verantwoordelijkheid en vrijheid op technisch gebied.

“Formeel werk ik ónder Hansma, maar het voelt als samenwerken. Bij Ajax had ik de pech dat er allerlei mensen vertrokken of andere functies kregen toen ik nog moest beginnen. John Jaakke trad af als voorzitter, er was geen algemeen directeur en Martin van Geel vertrok als technisch directeur, waarna iedereen zei: doe jij het maar. Dat was verre van ideaal. Uiteindelijk heb ik toen Danny Blind gehaald als technisch manager.”

In 2009 nam u afscheid van Ajax met een soort hartenkreet: ‘Ik ben misschien nog niet goed genoeg om dit allemaal te beheersen.’

“Ja. Dat was heel eerlijk en open. Voor mij was het de beste manier om de eer aan mezelf te houden, zonder andere mensen te beschadigen.”

Maar was het ook echt wat u voelde?

“Jawel. Wij begonnen dat seizoen met heel veel nieuwe spelers en er werd een titel geëist. Dat lukte niet en dan moet je constateren dat hetgeen je aan het doen bent niet werkt. Het volgende seizoen krijg je dan wel weer een nieuwe kans, maar ik trok de conclusie dat ik het niet goed had gedaan en dus stapte ik op.”

Wat hebt u niet goed gedaan?

“We waren niet in staat om kampioen te worden.”

U had de afgelopen drie seizoenen kennelijk de behoefte om naar uzelf als coach te kijken en te zien waarin u zich kon ontwikkelen?

“Dat heb ik de afgelopen jaren zeker gedaan. En ik moet zeggen dat het ook heel interessant was. Het heeft deels met jezelf te maken, maar ook met de manier waarop je je beter kunt opstellen tegenover andere mensen.”

Heeft u als topvoetballer een beschermingsmechanisme opgebouwd?

“Het heeft gewoon ook met mijzelf te maken. Ik ben een ietwat gesloten persoon. Ik bepaal graag zelf wanneer ik me open en wanneer niet. Dat is in de voetballerij niet gemakkelijk. De voetballerij wil alles weten, maar zeker als jonge jongen weet je nog helemaal niet hoe je daarmee om moet gaan. Je wordt al snel geacht volwassen te zijn en over heel veel dingen een mening te hebben. Dat is best ingewikkeld.

“Je droomt als kind van een mooie voetbalcarrière. Mooie goals, belangrijk zijn. Maar ik had helemaal niet het beeld voor ogen dat ik dan ook een bekende Nederlander zou worden. Of een held. Dat heeft allemaal consequenties waar ik me totaal niet op had voorbereid. Het lastige waarmee ik lange tijd heb gezeten, was het vinden van een manier om daarmee om te gaan. Ik was een begenadigde voetballer, maar als mens was ik het liefst gewoon na elke training naar huis gegaan, deur dicht en de televisie aan.

“Er werd van mij verwacht dat ik me in dat circuit als een grote jongen opstelde en manifesteerde, maar ik was puur gefocust op het voetbal. Het ontwikkelen van die andere kant – hoe zit ik in het leven? – heeft daardoor veel meer tijd nodig gehad. Dat is de afgelopen jaren eigenlijk pas gekomen.

“Toevallig zag ik laatst wat oude beelden van het Nederlands elftal voorbijkomen. Ik kijk amper naar wedstrijden van vroeger, omdat ik daar niet heel vrolijk van word. Het valt altijd een beetje tegen.”

U valt tegen?

“Beetje wel, ja. Ik ben natuurlijk heel kritisch als ik naar mezelf kijk. Ik zie wel dat ik me als voetballer goed ontwikkelde, maar ik zie óók dat ik als mens nog lang niet zover was.”

Wat mist u?

“Openheid. Gewoon, dat je jezelf als mens durft te openen. Ik was heel erg gesloten. Zie ik nu. Dat zit ook in mijn karakter. Het zijn ontdekkingen waarvan je je langzamerhand bewust wordt. Maar tegelijkertijd zijn er wel heel veel mensen die naar jou kijken en iets van je vinden. De een zegt: hij is een eigenwijze klootzak, de ander vindt je een standvastige, slimme vent. Mensen belichten het op verschillende manieren en het is vaak ook maar wat je wilt zien.”

Dun ijs

Kan men achteraf stellen dat u te vroeg bondscoach bent geworden?

( lachend) “Ja, dat is duidelijk. Ook dat kreeg een rare wending. Ik zat met John van ’t Schip bij Jong Ajax en dat ging lekker. Op het EK van 2004 liep het met Oranje niet goed en toen hadden Jaap de Groot ( chef sport van De Telegraaf, nvdr) en Johan Cruijff zoiets van: Van Basten kan het veel beter. En boem, daar stond ik. Maar ik was er nog lang niet aan toe, man.

“Ik werd erdoor overvallen. Het was een veel te grote stap. Aan de andere kant had ik zo veel tijd dat ik me steeds heel goed kon voorbereiden en ook heel goed evalueren. Op die manier kon ik het vak leren. Dat was op zich wel goed. Het aantal trainingen was relatief laag, maar alle andere aspecten van het vak kwamen wel in alle hevigheid op me af.”

Waar liep u tegenaan?

“Achteraf gezien miste ik gewoon de ervaring om me in een leidinggevende functie comfortabel te voelen. Er komt van alles op je af en het is uiteindelijk heel simpel: trainer is een ervaringsvak. Het omgaan met mensen is iets wat je steeds beter afgaat naarmate je meer ervaring hebt. Je leert pas als je bepaalde situaties gaat herkennen en gaat inzien hoe je daarmee omgaat. Als voetballer kun je best introvert zijn, maar als trainer moet je naar buiten. Dat vond ik heel moeilijk.”

Het is bijna uw noodlot als voormalig stervoetballer. Men verwacht zo veel van u, men ziet zo veel in u.

“De buitenwacht maakt iemand van je, waarin je eigenlijk jezelf niet helemaal herkent of waar je je niet helemaal comfortabel bij voelt. Ik was als mens nog helemaal niet volgroeid. Het was dun ijs. En het is nog steeds ijs, waar ik doorheen kan zakken. Dat realiseer ik me goed. Elke trainer krijgt klappen en elke trainer krijgt applaus. Het is een bijzonder vak. Neem Pep Guardiola: die begint zonder ervaring bij FC Barcelona en wint alles wat je kunt winnen. Maar je hebt ook trainers die als voetballer helemaal niet zo goed waren en toch succesvol zijn. En je hebt er die heel goed werk leveren, maar nooit iets winnen.”

Vormt uw trainersloopbaan een compensatie voor de afgebroken spelerscarrière?

“Zo zie ik dat niet. Voetbal is uiteindelijk toch gewoon de basis van mijn bestaan. Ik kan op een stoel gaan zitten en voor de rest niks doen, maar dat is ook zo leeg. Nadat ik ben afgekeurd, merkte ik steeds opnieuw aan mezelf: als ik ergens mee bezig ging, trok de voetballerij het meest. Dus wat ga je dan doen?”

Het heeft lang geduurd. Tussen 1996 en 2003 wilde u niets met voetballen te maken hebben.

“Ik kon moeilijk naar voetballen kijken. Het deed gewoon pijn om jongens als Maldini en Costacurta bij AC Milan te zien spelen, omdat ik daar qua leeftijd óók had moeten lopen. Dat was lastig. Ik had het idee dat er nog een hoop inzat. Het was niet af. De fles was voor mij halfleeg. Ik kon daar niets positiefs in zien. Dat heeft echt lang geduurd. Pas achteraf besefte ik dat ik een heel mooie carrière heb gehad, waarin ik veel heb meegemaakt en goed geld heb verdiend.

“Maar dat zegt dus niets over je werk als trainer. In dat vak moet ik nu meters gaan maken. Het is gewoon doorgaan, incasseren, opstaan. Dat heb ik wel moeten leren. Ik was dat helemaal niet gewend.”

Wat was u niet gewend?

“Om zo veel kritiek te krijgen. Ik schrok me rot. Als voetballer ben je een van het team. Dan deert het je niet zo. Maar als trainer ben jij degene op wie alle pijlen gericht zijn. Zo voelde het althans. Het voelde heel erg alsof iedereen op de man speelde.

“De manier waarop je met kritiek omgaat, zegt eigenlijk meer dan die kritiek op zich. Zelf geef je daar de betekenis aan die het voor jou heeft en misschien niet eens voor de ander. Dat heb ik wel moeten leren.”

Toch komt het dan als een enorme verrassing dat juist u bij Ajax zegt: ‘Dit heb ik niet goed gedaan, ik stop ermee.’

“Ik was moe. Moe van een zwaar jaar. Op een gegeven moment werd het me te veel. Toen zei ik: nu stop ik. De kritiek die er was, heb ik naar me toe getrokken. Ik heb gezegd: voordat iedereen beschadigd wordt, neem ik het wel op me.”

Je zou denken: Van Basten is zo lang zo veel druk gewend geweest, die kan dat allemaal wel aan.

“Dat is dus een misvatting.”

Bij u lijkt het soms alsof alles langs u afglijdt.

“Ja. Dat is ogenschijnlijk zo. Het klopt niet. Ik ben een heel gevoelig mens. Doordat ik weet dat ik gevoelig ben, houd ik veel dingen van me af. Daardoor lijkt het alsof ik een afstandelijke, koele kikker ben. Maar ik ben verre van dat. Ik heb die kritiek in dat Ajaxjaar onbewust toch opgeslagen. Daarom was ik ook zo moe. Het was zover dat ik zei: wat er nu ook gebeurt, ik kap ermee. Achteraf denk ik: het is jammer, want ik had een heel mooie baan bij een mooie club.”

Spijt van?

“Neen, geen spijt. Het is een heel goede keuze geweest, ook voor mijn gezondheid. Er zijn genoeg mensen die doorgaan met alle narigheid van dien. Ik heb heel duidelijk voor mezelf gekozen. Maar het was geen beslissing die je zomaar even neemt. Die heeft wel impact gehad. Wij zijn geen robots die maar doorgaan en doorgaan. Ik denk dat heel veel toptrainers en topspelers veel gevoeliger zijn dan ze willen doen geloven. Het is ook wel een prestatie om onder druk van al die supporters, al die pers en de televisiekijkers toch steeds het beste in jezelf naar boven te halen. Ze zien niet wat je allemaal hebt moeten overwinnen om in die situatie te komen.”

Liefde voor het vak

Is Heerenveen voor u een nieuwe start?

“Nieuwe start, doorstart… – ik heb voor mezelf geen ander doel voor ogen dan prettig te werken bij Heerenveen. Dat is volgens mij het belangrijkste. Ik kan wel zeggen: ik wil in de absolute top werken, waar je de beste spelers kunt kopen en niemand hoeft te verkopen, maar dat is niet reëel. Bovendien, dan moet je weer naar een ander land, met een andere taal en alle moeilijkheden van dien. Als je ergens zit waar je het fijn hebt, wat zul je dan moeilijk gaan lopen doen? Zoals laatst die Villas-Boas. Deed het fenomenaal bij FC Porto, gaat naar Chelsea en heeft alleen maar ellende. Dan denk ik: zonde. Je had het zo naar je zin. Waarom moet je dan per se iets anders?”

Ziet u zichzelf langere tijd bij Heerenveen blijven?

“Dat zou kunnen. Als ik het hier naar mijn zin heb en de mensen zijn tevreden, waarom niet? Het is toch niet per definitie zo dat je als trainer goed bent wanneer je in de top hebt gewerkt. Je kunt bij een mindere ploeg goed werk leveren. Als voetballer wilde ik aan de top komen. Als trainer heb ik dat minder. Of laten we zeggen: inmiddels is dat anders. Het gaat er nu om of de liefde voor dit vak sterk genoeg zal zijn en of ik de capaciteiten heb om klappen op te vangen . Dat zal de vraag zijn. Ik ben heel benieuwd.”

DOOR FRANS VAN DEN NIEUWENHOF – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Ik kijk amper naar wedstrijden van vroeger, omdat ik daar niet vrolijk van word.”

“Ik lijk een koele kikker, maar ik ben een heel gevoelig mens.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content