Het imago van het voetbal in Polen, besmeurd door corruptie, arrestaties en geweld onder supporters, kan een opfrisbeurt best gebruiken. Het EK staat volledig in het teken van een imagoverbetering. Prachtige stadions zijn daarvan alvast een uiterlijk verschijnsel. Nu de strategie nog.

We zijn aangenaam verrast als zo’n half uurtje na het vertrek van de trein in het station van Krakau, Dworze Glowny, een ober langskomt met zijn karretje. Of we koffie willen? Gratis, inbegrepen in de prijs van het ticket. Het geeft de treinreis van zo’n drie uur naar de hoofdstad Warschau iets van de allures van de Oriënt-Express. Al even aangenaam was de ontdekking van de omgeving van het station. Wie naar Oost-Europa reist, verwacht altijd wel een beetje mistroostigheid en wat vervallen oude glorie, maar hier niets van dat alles. Het station is geïntegreerd in een hypermodern shoppingcomplex. De wachttijd doden is geen enkel probleem. Alle westerse merken hebben hier een afdeling.

Helaas zal het EK deze prachtige stad in het zuiden van Polen niet aandoen, bedenken we. Een zaak van politiek machtsvertoon, onvoldoende gewicht in het organisatiecomité en steun van de politici die de vier speelsteden moesten aanduiden. Krakau verloor het pleit van Wroclaw, Gdansk, Poznan en Warschau. Het mikte dan maar op het aanbieden van een trainingskamp aan landen, en haalde daarbij vette vissen binnen: zowel Nederland, Engeland als Italië slaan hier de komende weken hun tenten op, ook al moeten ze, zoals Engeland en Nederland, wedstrijden afwerken in Oekraïne. Dat wordt drummen straks onder de fans, op de terrasjes rond de Rynek Glowny, de grote markt in het hart van de stad. En rond de televisieschermen in de verschillende sportcafés die deze stad rijk is.

We zijn op weg naar Warschau voor een gesprek met oude helden. Met Grzegorz Lato, bondsvoorzitter, en met Jan Tomaszewski, politicus. Onderwerp: de stand van zaken in het Poolse voetbal.

Die is op het eerste gezicht weinig fraai. Grzegorz Lato heeft nog niet veel plezier beleefd aan zijn drie jaar voorzitterschap van de Poolse voetbalbond. Polen was in de voorronde voor het WK in Zuid-Afrika als vijfde geëindigd in zijn groep en hij had al direct afscheid moeten nemen van Leo Beenhakker, die het voetballand weer wat op de kaart had gezet na zijn aantreden in 2006. Nadien volgden ongelukkige beslissingen elkaar op.

Het organiseren van het EK samen met Oekraïne bleek niet zo gemakkelijk – allang voor ze in West-Europa spraken over een boycot overigens. Het verhaal wil dat Lato aan de macht kwam nadat mensen uit Oekraïne de kandidatuur van zijn opponent Zbigniew Boniek openlijk gingen steunen. Boniek is zowat de Johan Cruijff van het Poolse voetbal. Alhoewel hij resideert in Rome is hij nog vaak in Polen en daar geeft hij graag zijn mening over het voetbal. Maar zijn vicevoorzitterschap van de bond was geen succes, evenmin als zijn periode als bondscoach. En toen hij ook nog eens de steun van Oekraïne kreeg, sloegen de stemmen door richting Lato.

Maar die deed het niet veel beter dan Boniek. Polen was in de duo-organisatie slechts de tweede verloofde van Oekraïne. Dat land vroeg eerst aan Rusland of het niet samen wilde organiseren. Pas toen zij neen zegden, wendde men zich tot Polen. Toen het bij de buren evenwel niet zo lekker ging, probeerde Lato heel even de organisatie samen met Duitsland op te zetten. Dat zorgde voor veel kritiek.

Een andere onpopulaire beslissing was het weren van de adelaar op het shirt van de nationale ploeg toen er een nieuw contract werd gesloten en Nike de nieuwe shirtsponsor werd. De bond vond die ‘ouderwets’, terwijl hij voor de Poolse nationalisten een sterk symbool was. Toppunt was dat bondscoach Franciszek Smuda, die zijn spelers zonder adelaar het veld op stuurde en de kritiek maar niks vond, zelf nog met dat symbool op de rug op de bank ging zitten. “Als ik speler was geweest,” zei Jan Tomaszewski toen gretig in de krant, “ik had hem in het gezicht gespuwd.” Intussen is die beslissing wel teruggedraaid en staat het symbool opnieuw op de shirtjes.

Op weg naar Warschau lezen we in de trein dat Lato alweer in de problemen zit. Dit keer omdat iemand van zijn eigenste bond een aantal opgenomen interne gesprekken tussen bondsleiders heeft gelekt. Aanleiding: de constructie van een nieuw bondsgebouw, een serieuze investeringskost van ruim 10 miljoen euro. Op de bandjes, lezen we, is te horen dat Lato en zijn secretaris-generaal Zdzislaw Krecina praten over het geld en de onduidelijke richtingen waarin dat moet stromen. Er wordt smeergeld gesuggereerd, maar Lato lacht het allemaal weg. Hij blijft overeind, Krecina niet.

Het zoveelste probleem voor het Poolse voetbal, dat de voorbije jaren kreunde onder corruptieschandalen. Justitie moeide er zich mee en pakte ruim 200 mensen op. Er vielen veroordelingen, straffen. Vooral individuele, want op een gegeven moment besliste de Poolse voetbalbond dat clubs die vóór 2005 wedstrijden verkochten niet meer gestraft zouden worden. Volgens Jan Tomaszewski, zo lezen we in Die Zeit, ging het nadien ook nog door, zo zou Zaglebie Lubin in 2006 nog een wedstrijd tegen Cracovia hebben gekocht. En wie was daar toen coach? Huidig bondscoach Smuda, als speler een matige verdediger met een zeer beperkte carrière. Kortom: het hele voetbal in Polen lijkt moreel bezwaard.

Problemen

Als we ons ’s anderendaags melden in het hotel waar we heel even Lato kunnen spreken, zit de man er nog in conclaaf met de bondstop. Aanleiding: een wissel aan het hoofd van het scheidsrechterscomité. In de naweeën van het corruptieschandaal moest de Poolse bond snel een nieuwe lichting referees opleiden. Dat ging niet zonder vallen en opstaan, ze maakten een pak fouten. Dat moet nu door een nieuwe man worden gecorrigeerd.

Omdat de meeting langer duurt dan verwacht hebben we tijd om even met StepanSzczeplek te praten. Hij is journalist en volgt het Poolse voetbal al decennialang. Welke ambities leven er bij de pers inzake dit toernooi?

Szczeplek: “Iedereen in Polen denkt dat doorstoten naar de volgende ronde al een groot succes zal zijn. We hebben maar een triest team – een 65e plaats op de FIFA-ranking zegt niet alles, maar het geeft toch iets aan. De loting was wel clement: met Griekenland, Tsjechië en Rusland kregen we leuke tegenstanders.”

Smuda liet tegenover hem al vallen dat hij na het toernooi als bondscoach stopt, zegt hij. “Hij deed het nog lachend eerst. ” If we win the tournament, I resign.” Maar ik denk dat het sowieso zal gebeuren.”

Hij verwacht wel een populair succes van het toernooi. Rusland-Polen, dat is iets als België-Nederland of Nederland-Duitsland: strijd, spanning, historiek, eer die op het spel staat. De problemen met de stadions raken opgelost, daar is hij zeker van. Tijdens het vorige EK, zo vertelt iemand van de bond die even goeiedag komt zeggen, is er in Zwitserland nog gedurende het toernooi in een stadion van grasmat veranderd. Als er op dat vlak problemen zouden rijzen – vooral over dat in Warschau is men nogal ongerust – dan moeten we ons daar geen zorgen over maken. Szczeplek: “Ze zullen net op tijd af zijn, maar ze zijn fantastisch, dat zweer ik je.”

Een andere zorg is het geweld onder de fans. Maar ook dat is volgens Szczeplek onder controle. Althans: “We hebben wat problemen gehad met hooligans, maar daar zal tegen opgetreden worden, ben ik zeker van. Die problemen waren er ook altijd in de competitie, nooit bij de nationale ploeg.”

De man van de voetbalbond knikt, we moeten ons geen zorgen maken. De pers overdrijft dat allemaal graag in haar berichtgeving over het Poolse voetbal. Dat er T-shirts zijn verspreid met als slogan ‘Verbrand de Tsjechen’ kan hij moeilijk geloven. Hadden we die al gezien dan? Hij vermoedt dat de politie wel streng zal optreden, ook tegen eventueel racisme. Maar ook dat, zegt hij, is eerder een clubgebeuren. Het klopt dat fans van Legia Warschau tijdens een duel tegen Hapoel Tel Aviv de slogan ‘Jihad Legia’ (in het Arabisch) hebben ontvouwd, maar ze proberen ertegen op te treden. Ook in Oekraïne, zo bezweert hij. In het verleden is daar vrij laks opgetreden tegen racisme – ook in Polen, geeft hij toe – maar dat wordt deze zomer anders.

Is Lato een goeie voorzitter? Szczeplek aarzelt wat en slaat dan met de hand wat denkbeeldige lucht weg: “Als iemand mij 35 jaar geleden had gezegd: ‘Lato wordt in de toekomst voorzitter van de voetbalbond’, ik had geantwoord: jullie zijn gek. Onmogelijk. Tomaszewski is crazy, Lato is foolish. Ik hou van de speler, maar ik denk niet dat hij geknipt is voor deze job.”

Lato was eerder al senator, opperen we, ergens moet hij dan toch politieke kwaliteiten hebben? Szczeplek: “Dat is Polen, dat is onze democracy. Lato was als voetballer een held, iedereen bewonderde hem om wat hij deed in de jaren zeventig voor ons voetbal. Maar nu is hij de vijand van het Poolse publiek. De mensen van de bond zijn – excuseer mij – oude mensen, zonder scholing, ze houden van een drankje. Iedereen wil jongere mensen. Anderzijds zeg ik direct: wie zorgde voor de recente corruptie in het Poolse voetbal? Niet de ouderen, wel de jongeren. Jonge directors van de clubs. Een groot probleem. Maar ik ben er zeker van dat Lato de volgende bestuursverkiezingen niet meer zal winnen. Wie dan wel? Iedereen hier in Polen wil Boniek, maar hij ligt niet goed bij de mensen die hem moeten verkiezen. Die zijn bang dat hij te veel gaat veranderen.”

Pessimisme

Ruim drie kwartier later komt de gewezen vedette dan toch opdagen. Camera’s filmen al zijn bewegingen, fotografen flitsen. Hij spot ons onbekende gezicht op de eerste rij, kijkt ons even aan en fluistert dan de perschef iets in het oor. Ze antwoordt. Als het officiële gedeelte voorbij is, neemt Lato even de tijd voor ons. Heel even. Hij opent met het informeren naar een oude bekende: “Hoe gaat het met Stani Gzil? Een van mijn beste vrienden. Als je hem ziet, moet je hem de groeten doen.”

We polsen naar de stand van zaken. Lato: “We hebben nog een paar problemen die we moeten oplossen, maar dat zal wel lukken. Hopelijk valt de puzzel goed in elkaar. En geweld onder fans heb je overal, maar er zal veel politie zijn.”

Ongerust noemt hij zichzelf niet: “Er zijn dertien landen die voor Polen hebben gekozen om hier hun basis op te zetten, dertien van de zestien. Zo slecht is het hier dus niet. Al kunt u misschien het tegendeel vermoeden als u alles leest. Pessimisme is hier altijd troef geweest. Toen we in 2007 de organisatie naar hier haalden, klonk het direct: dat lukt nooit! Wel, het is ons gelukt, we hébben stadions. We hopen nu dat we het beste EK in de geschiedenis van het voetbal kunnen organiseren. Wie naar Polen komt, zal een vriendelijk volk ontmoeten en te gast zijn op een echt voetbalfeest.”

Is de ploeg daar klaar voor? Lato: “Het is niet gemakkelijk om na twee jaar van vriendschappelijke wedstrijden goed in te schatten waar we staan. Verkijk u niet op de ranking, de tijd van de zwakke broertjes is voorbij. Je hebt ook niet altijd de beste spelers samen ter beschikking, nu wel. We hopen alvast allemaal dat het een succes wordt. Dit land heeft een grote geschiedenis, ik hoop dat deze ploeg iets kan losmaken, iets waar wij in de jaren zeventig ook voor hebben gezorgd. En waar we dan eindigen? Liefst zo ver mogelijk.”

In welke mate is het imago van ‘zijn’ voetbal een zorg voor hem? Lato: “Doelt u op corruptie? Als we het daarover gaan hebben zijn we lang bezig. Het vervalsen van wedstrijden is geen probleem van de Poolse bond alleen, maar van de UEFA en de FIFA, het kan overal gebeuren.”

En dan roept plots de plicht, verder doorvragen lukt niet meer.

Buitenlanders

Een paar honderd meter verderop huist Jan Tomaszewski. Naast zijn kritiek op Lato en op Smuda hekelt hij ook diens politiek van het oproepen van ‘buitenlanders’ . Voor Tomek zijn dat geen echte Polen.

Leeft die discussie echt? Daarvoor trekken we naar Casimir Jagiello, zelf een uitgeweken Pool. Via Valenciennes belandde hij bij Union en lang bleef hij in ons land hangen. In oktober ging hij als coach aan de slag bij Polonia Warschau. Zo maakte hij het Poolse voetbal opnieuw van dichtbij mee.

Jagiello nuanceert: “Tomek geeft voortdurend kritiek, op alle vlakken. Hij zou beter wat meer nadenken, hij analyseert te weinig, schiet liever. Op iedereen. Zelfs al heeft hij soms wat gelijk, het neemt te grote proporties aan, vanwege zijn spelersverleden. Voor Tomek moet je alles neerhalen. Hij is niet evenwichtig genoeg. De corruptie in de arbitrage is weggeveegd, dat is positief. Toegegeven, justitie heeft dat gedaan, maar het was toch positief. Maar Tomek is geen vriend van Lato, dat moet je weten.”

Maar het is wel raar dat Smuda zijn tactische richtlijnen moet laten vertalen omdat een paar spelers geen Pools meer begrijpen. Jagiello: “Het zijn emigranten van de tweede, derde generatie, die wel wat woorden kennen. De Polen hebben geen gelijk als ze die voetballers bekritiseren. Die hebben geleden onder barre economische omstandigheden, zijn daarom uitgeweken. Als een bondscoach vindt dat zulke spelers hem iets kunnen bijbrengen en de voetballer heeft Poolse roots… Waarom niet? Waarom is Duitsland nu zo sterk? Omdat de migratie binnen Europa zonen heeft opgeleverd die nu voor de nationale ploeg spelen. Turken, Ghanezen… Die mix geeft nu wat ze geeft: een fantastische ploeg. Idem in België. Jullie nationale ploeg telt toch ook migranten. Wie daar tegenin gaat heeft ongelijk, vind ik. Wij Polen verhuisden destijds naar België, Frankrijk, Duitsland, om er te werken. Het is jammer dat die mensen daarvoor nu zouden worden gestraft.”

Kan hij Lato wat verwijten?

Jagiello: “Ja. Een zekere vorm van impulsiviteit, hij handelt veel te snel. Dat ontslag van Beenhakker is één voorbeeld. Je ontslaat geen trainer na een verloren wedstrijd voor de televisiecamera’s. Je moet wat afstand nemen in je beslissingen. Zowel Tomek als Lato reageren à chaud. Je moet een stapje terug durven te zetten. Ze hebben beiden de houding van een supporter. De beslissing om de arend van het Poolse shirt te bannen, daar was evenmin over nagedacht. De argumentatie was zo lomp dat ze snel op hun stappen moesten terugkeren. Economische redenen… Je kunt je nationaal symbool toch niet in termen van economie uitleggen!”

Kunstgrasvelden

Net als Lato en alle andere Polen vermoedt Jagiello dat het EK een groot succes zal zijn. “Ik hoop alleen dat onze hotelsector niet gaat overdrijven in de prijsstijgingen.” Alleen is hij minder zeker over het vervolg. “Het toernooi biedt veel mogelijkheden, prachtige stadions, mensen die naar het voetbal komen. Ik hoop dat die goeie wind nadien niet gaat liggen. We sukkelen met de oude mentaliteit, met het idee van corruptie, met een imagoprobleem. Het imago van het Poolse voetbal is niet mooi. Maar dat is overal zo. Duitsers, Italianen, Chinezen, Belgen: het gebeurt overal. Ook Polen is er niet aan ontsnapt. Er zijn wedstrijden gearrangeerd, maar daar is zeer categorisch ingegrepen. Grote trainers, grote spelers, niemand ontsnapte. Op dat vlak heeft justitie mooi werk geleverd. Ze hebben het geluk dat ze nu met de Euro heel dat imago kunnen bijwerken. Voor mij is dat het belangrijkste: wat gaat er na het EK gebeuren met die dynamiek? Het geld dat de bond verdient, zal hij goed investeren, daar twijfel ik niet aan. Daar zal streng op worden toegekeken. En de privésector investeert ook steeds meer, op een paar clubs na hebben alle eersteklassers nieuwe of vernieuwde stadions. Legia Warschau, Wisla Krakau: dat zijn stabiele clubs. De eigenaar van Cracovia is bijvoorbeeld ook sponsor van Nancy in Frankrijk, dat zijn geen kleine jongens meer. Op dit moment steunt het Poolse voetbal – maar ook dat zie je in andere landen – nog vooral op mecenassen, maar we gaan naar een situatie waarin twee, drie mensen clubs zullen runnen. Daar ben ik zeker van. Eén iemand alleen kan het niet meer. Ik zie consortiums komen, zoals in Lubin, waar de club wordt geleid door een van de grootste staalbedrijven van Polen. Er komt meer en meer geld in het Poolse voetbal, wat contracten betreft. Niet het budget van Anderlecht of Standard, maar wel gelijkaardig met het niveau van Waregem, Beerschot, Lokeren.”

Poolse clubs moeten wel anders gaan rekruteren vindt hij. Niet meer in Slovenië, Tsjechië of Slowakije, maar in Zuid-Amerika of in Afrika, om het voetbal te versnellen en een speelsere toets te geven. Jagiello: “Er is meer snelheid in het Belgische voetbal, hier bij ons gaat het te traag, vind ik, te veel lopen met de bal, te veel lateraal spel. Datzelfde probleem heeft ook de nationale ploeg, ook al kan die rekenen op spelers die bij buitenlandse topclubs als Arsenal of Dortmund voetballen: stabiel, solide, maar ze missen dat tikkeltje genie en ze missen de snelheid van balcirculatie.”

Hij ziet veel overeenkomsten met onze situatie. “Er is echt – en dat maakt het Poolse clubvoetbal zo moeilijk – een exodus van jong talent naar het buitenland. Duitsland, Frankrijk, Engeland. Vanwege de infrastructuur. We hebben mooie stadions, maar daarnaast is er weinig. Er zijn geen echte opleidingscentra. De overheid heeft wel iets moois opgestart, in bijna elk dorp zijn er nu kunstgrasvelden, zelfs in het kleinste. Dat gaat nu nog niet direct gevolgen hebben, maar na een aantal jaren zal dat effecten sorteren. Er is nu ook veel vraag naar verwarmde oefenvelden, om tijdens de lange winter op te trainen. Het gaat in de goeie richting. Ik merk ook veel meer dan in België proftrainers in het organigram, zelfs bij de jeugd. Dat moet op termijn voordelen opleveren, want tenslotte is Polen een ontzettend groot land.”

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE/ REUTERS

“Lato en de andere bondsbonzen zijn oude mensen, zonder scholing, die houden van een drankje.” Journalist Stepan Szczeplek

“Het vervalsen van wedstrijden is geen probleem van de Poolse bond alleen, maar van de UEFA en de FIFA.” Bondsvoorzitter Grzegorz Lato

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content