Touranekdotes: in een tijdrit over 1000 meter zou niemand Willy Teirlinck kloppen
Sinds 14 maart ligt het boek ‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ in de Standaard Boekhandel. Tijdens de Tour brengen we elke dag passages uit dit werk. Vandaag: Willy Teirlinck, specialist van de laatste kilometer.
Je wist het en toch lukte het keer op keer: als Willy Teirlinck in de laatste kilometer demarreerde, zag je hem niet meer terug. Op deze manier won hij in 1972 drie ritten in de Ronde van Frankrijk, waaronder ook de slotetappe in Vincennes. Telkens weer die ene splijtende demarrage waarop hij uit de greep bleef van een jagend peloton. Nadat hij in 1972 zijn eerste etappe won, in dienst van Lucien Van Impe en de Franse ploeg Sonolor-Lejeune, mocht zijn vrouw voor de rest van de Tour meereizen en bij hem op de kamer slapen. Teirlincks kamergenoot Daniel Van Ryckeghem had namelijk opgegeven.
Willy Teirlinck vond in de Ronde van Frankrijk steeds weer de omstandigheden die bij hem pasten: warm weer en een harde finale. Hoe sneller er werd gereden, hoe gemakkelijker hij weggeraakte. Zo won hij later nog twee ritten in de Tour en zo werd hij in 1975 ook Belgisch kampioen. De favorieten die naar elkaar keken, Walter Planckaert die aanviel en Teirlinck die met een ultieme jump ontplofte. Het was onvoorstelbaar welke hoogte tempo hij in die laatste kilometer ontwikkelde. In een tijdrit over 1000 meter zou hij door niemand te kloppen zijn geweest.
Willy Teirlinck kon zich ook wegcijferen voor de ploeg. In 1976 was hij een van de steunpilaren in de ploeg van Lucien Van Impe die toen de Tour won. En in 1978 was hij, als wegkapitein, de enige buitenlander in de Franse ploeg van Bernard Hinault die toen met een eerste zege aan zijn heerschappij in de Ronde van Frankrijk begon. Teirlinck startte tien keer in de Tour en reed die negen keer uit.
Top 1000 van de Belgische wielrenners’ werd geschreven door Jacques Sys, de hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, en uitgegeven bij Lannoo
Lees ook
Op handen en voeten zocht Victor Lenaers naar zijn ketting
Zijn broek en trui moest Jan Adriaenssens in een lavabo wassen
Hoe langer Julien Vervaecke klom, hoe beter het ging
Hoe meer Romain Maes zich kon afbeulen, hoe liever hij het had
Als een levend lijk reed Maurice Dewaele de bergen op
En toen verkocht Staf Van Slembrouck een autobestuurder een paar muilperen
Omdat hij niet voor een Franse ploeg tekende, mocht Gilbert Desmet niet naar de Tour
De chirurg zei: ik heb een motor in je lichaam ingebouwd
Herman Vanspringel: een Tourzege had bevrijdend kunnen werken
Ferdinand Bracke, een prins op de fiets
En toen dubbelde Eddy Merckx Luis Ocaña
Nooit heeft de peeraffaire Michel Pollentiers populariteit geschaad
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier