Alles over rit 16 van de Giro: barst de strijd om de roze trui echt los op de Monte Bondone?

Geraint Thomas versnelt, Primoz Roglic en Joao Almeida volgen. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Al de hele Giro wordt er over de fameuze derde week gesproken. Die begint dinsdag met een eerste bijzonder zware bergetappe, waar de strijd om de roze trui echt moet losbarsten.

De renners zullen de tweede rustdag goed kunnen gebruiken om hun batterijen op te laden voor een nieuwe, zeer lastige etappe. Met liefst 5200 hoogtemeters over 203 kilometer, vanuit Sabbio Chiese naar de Monte Bondone.

De eerste 55 kilometer zijn vrij vlak, langs de westelijke oevers van het Gardameer. Van in Salò, waar Rik Van Looy ieder jaar zijn trainingskamp in de winter hield en Jean Stablinski in 1962 wereldkampioen werd, tot in Riva del Garda. Hier zal allicht al de vluchtersgroep van de dag gevormd worden, met een mix van klimmers en rouleurs.

Na het Gardameer gaat het omhoog, richting de Passo di Santa Barbara. Met zijn 11,5 kilometer aan 8,5 procent is die een kopie van Alpe d’Huez, inclusief de vele haarspeldbochten. Na de top, op 1169 meter, volgt een korte afdaling en vervolgens een nieuwe knik omhoog naar de top van de Passo di Bordala (1253 meter).

© National

Na een 16 kilometer lange afdaling tot in Rovereto, waar Van Looy in 1959 een Girorit won, volgen twee bochtenrijke beklimmingen van tweede categorie, naar Matassone en Serrada, over het plateau van Folgaria. Na een technische afdaling naar de Adigevallei en een vlak stuk van 10 kilometer tot in Aldeno ligt de 22 kilometer lange Monte Bondone te wachten.

Gezien de niet te zware eerdere hindernissen zal allicht hier pas de strijd losbarsten. Op een klim die in de Girogeschiedenis al enkele keren het decor was van memorabele etappe. Met name in 1956, toen Charly Gaul twee dagen voor het einde de Giro op zijn kop zette. De 242 kilometer lange tocht werd toen geteisterd door hevige sneeuwbuien, maar racedirecteur Vincenzo Torriani weigerde de rit af te gelasten, hopend op spektakel. Gaul zorgde daarvoor met een legendarische raid naar de Monte Bondone.

Op de top, na ruim négen uur op de fiets, had hij ondanks een gemiddelde van slechts 26 kilometer per uur bijna acht minuten voorsprong op de tweede, Alessandro Fantini. De Luxemburger schoof zo op van de elfde plaats, op 16 minuten van rozetruidrager Pasquale Fornara, naar de eerste stek, en won zijn eerste Giro. Na de finish moest de Engel van het Gebergte onderkoeld worden weggedragen. Ruim veertig renners hadden dan al opgegeven.

In 1956 zette Charly Gaul de Giro op zijn kop. © getty

Daarna kwamen nog vier Giroritten aan op de berg nabij de stad Trento, in de gelijknamige provincie. In 1978 won Wladimiro Panizza, in 1992 Giorgio Furlan en in 2006 Ivan Basso, op weg naar zijn eerste eindzege in de Ronde van Italië. In 1999 was Fabiana Luperini er de beste klimster in een etappe van de Giro del Trentino Femminile.

De laatste Giropassage over de Monte Bondone dateert van 2020, in een etappe naar Madonna di Campiglio, waar Ben O’Connor de handen in de lucht stak. Toen beklommen de renners de zijde vanuit Aldeno. In tegenstelling tot de laatste finish in 2006, toen de noordelijke kant van de Monte Bondone op het menu stond.

Uithouding en weerstand

Deze keer moeten Geraint Thomas en co weer via Aldeno naar boven, via de makkelijkste zijde. Al is dat zeer relatief: 21,4 kilometer aan 6,7 procent. Een inspanning van een uur, ondanks een hoogte van slechts 1632 meter. Het gemiddelde wordt ook naar beneden gehaald door een licht oplopend middenstuk en twee slotkilometers aan 3,5 procent.

Tussenin liggen wel acht kilometer aan 8,2 procent. Meer dan zwaar genoeg om het verschil te maken na al die hoogtemeters. Recordwattages zullen hier dus niet worden getrapt. In deze moordende laatste Giroweek gaat het vooral om uithouding en weerstand. Gelukkig voor de renners in droog, bewolkt weer. Al is er een kleine kans op onweer in de late namiddag op de Monte Bondone, waar het boven zo’n zes graden zal zijn.

Veel tactische spelletjes zullen er allicht niet worden gespeeld. De Groupama-FDJ-ploeg van rozetruidrager Bruno Armirail zal de snelheid in het peloton niet al te hoog willen leggen, in de hoop dat de Fransman zijn voorsprong van een minuut en acht seconden kan vasthouden.

Maskers vallen af

Toch zullen op een bepaald moment de ploegmaats van Geraint Thomas (INEOS Grenadiers), Primoz Roglic (Jumbo-Visma) of João Almeida (UAE Emirates), de nummers twee, drie en vier in het algemene klassement, het tempo opvoeren, zeker op de Monte Bondone. Met Thymen Arensman en Laurens De Plus heeft Thomas daarvoor de geschikte luitenants, beiden staan ook nog in de top tien van het klassement. Roglic zal vooral steun moeten krijgen van Sepp Kuss, en João Almeida kan rekenen op Jay Vine.

De slotklim moet de drie renners goed liggen. Zeker Thomas en Almeida, die het van een gelijkmatig en strak tempo moeten hebben. Ook de taaie Damiano Caruso, nu zesde in het klassement, is in zo’n lastige etappe niet te onderschatten.

Sowieso zullen de maskers afvallen bij de klassementsrenners. Na twee weken vrij passief koersen, uit schrik voor de derde week, door de opgave van Remco Evenepoel en wegens het slechte weer. Maar of die versnellingen op de Monte Bondone grote tijdsverschillen zullen opleveren, valt nog af te wachten. Want voorlopig lijken Thomas, Roglic en Almeida erg aan elkaar gewaagd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content