Alles over rit 11 van de Giro: laatste sprinterskans voor Mark Cavendish

In de massasprint in Salreno ging Mark Cavendish tegen de vlakte. Blijft hij deze keer overeind? © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

In de elfde rit van de Giro krijgen de sprinters een mogelijk laatste kans. Mads Pedersen lijkt op dit moment de snelste en de sterkste, maar misschien kan Mark Cavendish nog iets uit zijn hoed toveren.

Meer dan de Tour of de Vuelta had de Giro de jongste twee decennia de traditie om elk jaar minstens één ‘monsterrit’ in te plannen. Sinds 2000 overschreed de langste etappe zelfs negen keer de grens van de 250 kilometer, inclusief twee ritten van 262 (2010) en 267 kilometer (2015). Ter vergelijking: in de Ronde van Frankrijk is een etappe van meer dan 250 kilometer al geleden van in 2000 (254 km).

Organisator RCS Sport is echter van koers veranderd, al dan niet definitief. Vorig jaar ging de langste rit over slechts 204 kilometer, de kortste langste etappe in de geschiedenis van de Ronde van Italië.

Dit jaar moeten de renners in deze elfde en langste rit 219 kilometer afleggen, wat naar Gironormen ook kort is. Toch ronden in deze editie zes etappes de kaap van de 200 kilometer. In de Tour en Vuelta van komende zomer zijn dat er respectievelijk twee en één.

Eerbetoon aan de Coppi’s

Ondanks de relatief lange afstand wordt dit een vrij makkelijke rit. De start vindt plaats in Camaiore, de gemeente in de provincie Lucca waar van 1966 tot 2014 de GP Città di Camaiore georganiseerd werd. Met veel Italiaanse kampioenen op het palmares, en ook Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck (in 1971 en 1972). De laatste winnaar was Diego Ulissi, in 2014.

Deze etappe moet vooral ook hulde brengen aan de broers Fausto en Serse Coppi. Aankomstplaats Tortona is immers de plaats waar Fausto in 1960 stierf. Hij won 70 jaar geleden, in 1953, zijn vijfde en laatste Giro. Zijn minder bekende broer Serse werd 100 jaar geleden geboren, op 19 maart 1923.

Tortona, waar het plaatselijke stadion naar Fausto Coppi werd genoemd, organiseerde al twee keer een Giroaankomst: in 1989, met Jesper Skibby als winnaar, en in 2017, toen Fernando Gaviria de handen in de lucht stak na een massasprint. Doet de Colombiaan dat zes jaar later nog eens in deze Giro? Het kan, want dit is een kans voor de pure sprinters.

© National

Tot in aankomstplaats Tortona moeten de renners 2100 hoogtemeters overbruggen, inclusief drie beklimmingen: de Passo del Bracco (derde categorie), de Colla di Boasi (derde categorie) en de Passo della Castagnola (vierde categorie). Dat zou voor de rappe mannen geen problemen mogen opleveren, al zal het wel weer de hele dag licht regenen met temperaturen tot 15 graden.

Cinque Terre

De laatste 43 kilometer gaan licht bergaf tot de finish in Tortona, in de regio Piemonte. Onderweg zullen we ook postkaartplaatjes te zien krijgen van de pittoreske dorpen van Cinque Terre, sinds 1997 opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

De laatste drie kilometer zijn rechttoe rechtaan, op twee rotondes en een bocht op 440 meter van de eindstreep na. Daar wordt de positionering cruciaal, maar ook al op de smalle wegen ervoor. Een goede lead-out wordt cruciaal, want de wind blaast op kop in de laatste rechte lijn.

Voor de pure sprinters wordt het de laatste echte kans tot volgende woensdag. Gezien het copieuze bergmenu dat de Giro tot dan voorschotelt, is het voor sommigen zelfs de laatste kans, zoals voor Mark Cavendish. Hij rijdt ook de Tour, en zal allicht alleen nog deze rit en misschien nog die van donderdag meepikken voor hij de Giro verlaat.

De Brit zal in de sprint wel moeten afrekenen met Mads Pedersen, die al de rit naar Napels won en dinsdag overtuigend de snelste was in de sprint van het peloton achter de koplopers. Hij beschikt ook over de beste sprinterstrein.

Ook Jonathan Milan, leider in het puntenklassement en etappewinnaar in San Salvo, Kaden Groves, Pascal Ackermann en dus ook Fernado Gaviria zullen hun kans ruiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content