Parijs-Roubaix: behaalt Mathieu van der Poel zijn 250e zege als prof?

Mathieu van der Poel won vorig jaar Parijs-Roubaix. Als hij dat zondag herhaalt, zal hij zijn 250e zege als profrenner behalen. © AFP via Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Uitgerekend in Parijs-Roubaix kan Mathieu van der Poel (29) een nieuwe kaap op zijn al indrukwekkende erelijst ronden: zijn 250e overwinning sinds hij begin 2014 eliterenner werd.

Dat Mathieu van der Poel over unieke genen beschikt, als zoon van vader Adrie en kleinzoon van Raymond Poulidor, werd al heel vroeg duidelijk. Als vijfjarige nam hij – officieel een jaar te vroeg – al deel aan wedstrijdjes van de West-Brabantse veldritcompetitie. Zijn droom, dán al: cyclocrosser worden, als fan van Sven Nys.

‘Matje’ beoefende de jaren erna nog andere sporten zoals judo, tennis en voetbal, maar bleef in de winter actief in het veld, bij de miniemen. Toen al stapelde hij de overwinningen op, en verloor hij zelden of nooit. Vanaf de aspiranten focuste hij zelfs helemaal op de cyclocross.

In de zomer van 2009 werd hij lid van de Oost-Vlaamse jeugdploeg Isorex, in de aanloop naar zijn eerste ‘echte’ veldritcampagne, bij de nieuwelingen. Op 6 september 2009 won hij al meteen zijn eerste cross, in Essen-Horendonk. Ene Wout van Aert eindigde er toen op de zesde plaats.

Mathieu van der Poel werd in 2013 wereldkampioen bij de junioren in Firenze. Mads Pedersen, de winnaar van de voorbije Gent-Wevelgem veroverde toen zilver. © Belga

Het was de eerste zege van zijn in totaal 117 overwinningen als veldrijder bij de jeugd, van de nieuwelingen tot en met de beloften. Hoeveel maal hij in de West-Brabantse veldritcompetitie, bij de miniemen (9 tot 11 jaar) en aspiranten (12 tot 14 jaar), de handen in de lucht heeft gestoken, is door een computercrash bij de organisatoren niet meer te achterhalen. Ruw geschat moet dat een vijftigtal keer geweest zijn.

Vaak wordt vergeten dat Van der Poel van bij de nieuwelingen ook op de weg koerste, weliswaar een beperkter programma. Ook in die wedstrijden dreef zijn enorme talent boven: 49 zeges, waaronder de wereldtitel bij de junioren in Firenze, in 2013.

Eerste zeges

Vanaf 1 januari 2014 werd de Nederlander prof, bij BKCP-Powerplus, de kleine ploeg van de broers Christof en Philip Roodhooft. Half februari 2014 behaalde hij al zijn eerste overwinning bij de elite, in de veldrit in Heerlen. Ruim tien jaar later staat de teller van de intussen zesvoudige wereldkampioen al op 162 officiële overwinningen, exclusief zijn twee zeges in de criteriumcross in Waregem.

Midden juni 2014 behaalde de toen 19-jarige Van der Poel ook zijn eerste triomf in een UCI-koers op de weg, in de Ronde van Limburg. Dat vulde hij dat jaar en in 2015 en 2016 nog aan met zeges in wedstrijden op de nationale Belgische kalender (Ronde van Luik, de kermiskoers in Ruddervoorde) en in 2.2-races op de UCI-kalender (Tour d’Alsace en Baltic Chain Tour, waaraan profs en beloften mogen deelnemen). Vandaag, na zijn jongste triomf in de Ronde van Vlaanderen, staan op zijn wegpalmares 57 zeges (behaald in UCI-wedstrijden en nationale races). Niet meegeteld: acht ‘overwinningen’ in criteriums.

Daar moeten ook nog 30 overwinningen in een andere wielerdiscipline worden bijgeteld, het mountainbiken, waarvan 29 op de UCI-kalender.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Optelsom

Tien jaar en twee maanden nadat Mathieu van der Poel officieel prof werd, geeft dat de volgende optelsom: 162 successen in het veld plus 57 op de weg plus 30 in het mountainbiken, of samen 249 overwinningen.

Zondag, in Parijs-Roubaix, kan ‘MvdP’ dus een nieuwe symbolische kaap ronden: zijn 250e winst als prof. Zijn totale aantal zeges sinds de nieuwelingen kan hij zelfs op liefst 415 zetten. Of hij ooit de 500 haalt, zal afhangen van hoelang en hoeveel de Nederlander nog zal crossen, en daar zal blijven domineren. Maar zowel qua kwantiteit als kwaliteit, over drie wielerdisciplines, is zijn erelijst nu al uniek.

Het merk Mathieu van der Poel: Asterix op twee wielen

Scoort Alpecin-Deceunick unieke hattrick?

Jasper Philipsen won de jongste Milaan-Sanremo, zijn ploegmaat Mathieu van der Poel de Ronde van Vlaanderen. Mocht een van hen, of een andere renner van Alpecin-Deceuninck, zondag ook Parijs-Roubaix winnen, dan zou de ploeg een unieke hattrick scoren. Geen enkele ploeg in de wielergeschiedenis won immers al de eerste drie monumenten van het seizoen.

Quick-Step-Innergetic kwam er in 2006 voor het laatst dichtbij, toen Filippo Pozzato de Primavera op zijn naam schreef en Tom Boonen als eerste en tweede finishte in respectievelijk de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Eddy Merckx kwam in zijn eentje ook in de buurt, in 1969 voor Faema en in 1975 voor Molteni, door te zegevieren in Milaan-Sanremo en de Ronde van Vlaanderen, en telkens tweede te worden in Parijs-Roubaix. Fred De Bruyne (in 1957 voor Carpano-Coppi) en Roger De Vlaeminck (in 1977 voor Brooklyn) scoorden ook bijna een hattrick: tweede in Milaan-Sanremo, winst in de Ronde en Parijs-Roubaix. Net als Sean Kelly in 1986 voor KAS: eerste in de Primavera, tweede in de Ronde, eerste in Roubaix.

Verwarring

Er bestaat soms ook verwarring over het seizoen 1954, toen Rik Van Steenbergen (Milaan-Sanremo) en Raymond Impanis (de dubbel Ronde en Parijs-Roubaix) de eerste drie monumenten van het seizoen op hun naam schreven. Beiden waren ploegmaats bij Mercier-Hutchinson, de ploeg waarvoor Impanis de twee kasseiklassiekers won.

Maar Van Steenbergen kwam in Milaan-Sanremo uit voor voor Girardengo-Eldorado, de ploeg die hem sponsorde wanneer hij in Italië koerste. In België en Frankrijk droeg Van Steenbergen dan weer de kleuren van Mercier. ‘In die periode was een aansluiting bij meerdere sponsors heel gebruikelijk, zeker voor Belgische, Zwitserse, Nederlandse en Franse renners wanneer die in Italië en Zwitserland reden’, vertelt wielerhistoricus Patrick Feyaerts.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content