Olympische Winterspelen: is veldrijden het nieuwe breakdancen?

Sterren als Wout van Aert – hier in de Italiaanse sneeuw in december 2021 – zouden een nieuwe dimensie toevoegen aan de Olympische ­Winterspelen. © BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Veldlopen en veldrijden krijgen in 2030 wellicht de olympische status. De vraag is: hoelang?

Veldrijden en veldlopen staan dichter dan ooit bij opname in het programma van de Olympische Winterspelen van 2030, in de Franse Alpen. Sebastian Coe, voorzitter van World Athletics, gelooft sterk in hun kansen, zo vertelde hij aan de Britse krant The Guardian.

Een belangrijke hindernis voor de twee sporten was tot nu toe de olympische regel dat alleen sporten die beoefend worden op sneeuw of ijs als wintersporten gelden. Achter de schermen wordt druk overlegd om die eis te versoepelen. Kirsty Coventry, sinds juni 2025 voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), lanceerde in september het Fit for the Future-proces, met werkgroepen die de toekomst van de Spelen vormgeven. Een van die werkgroepen, waarvan Coe lid is, onderzoekt welke sporten aan het winterprogramma kunnen worden toegevoegd, of welke zomersporten naar de Winterspelen kunnen overgaan.

Een belangrijke hindernis was tot nu toe de olympische regel dat alleen sporten die beoefend worden op sneeuw of ijs als wintersporten gelden.

Begin 2026, nog vóór de Winterspelen in Milaan, valt de definitieve beslissing. Coe en David Lappartient, voorzitter van de Internationale Wielerunie (UCI), pleiten al langer voor die verandering. Lappartient haalde de Winterspelen van 2030 naar de Franse Alpen en benadrukt dat veldlopen en veldrijden op hetzelfde parcours kunnen plaatsvinden – met of zonder sneeuw. Van 2021 tot en met 2023 organiseerde de UCI al een wereldbekercross op sneeuw, in het Italiaanse Val di Sole, om de olympische kandidatuur kracht bij te zetten.

Tussen traditie en vernieuwing

Eerdere pogingen van de UCI om veldrijden olympisch te maken, in 2009 en 2014, mislukten. Ze botsten toen op de sneeuw- en ijsvoorwaarde én op het beperkte aantal deelnemende landen in de cyclocross. Dat is de laatste vijftien jaar nog niet veranderd: op het WK 2025 in Liévin wonnen slechts acht landen minstens één medaille, waarvan slechts één niet-West-Europees land: Canada. 10 van de 21 medailles gingen naar België of Nederland.

Die beperkte verspreiding is geen hinderpaal meer: het olympische charter is versoepeld. Vroeger moest een wintersport in minstens 25 landen en op 3 continenten beoefend worden, maar die eis verdween in 2007. Met de Olympic Agenda 2020+5 viel ook de verplichting weg dat een sport ‘widely across the world’ verspreid moet zijn. Daardoor kregen gaststeden meer vrijheid om nieuwe sporten voor te stellen.

Vroeger moest een wintersport in minstens 25 landen en op 3 continenten beoefend worden, maar die eis verdween in 2007.

Toch is er weerstand. De zeven traditionele wintersportfederaties – van biatlon tot skiën – vrezen dat sporten zonder sneeuw of ijs de unieke identiteit van de Winterspelen aantasten. Bovendien zou het tv-geld over meer federaties moeten worden verdeeld, wat gevoelig ligt. In Milaan-Cortina d’Ampezzo komt er met ski mountaineering bovendien al een nieuwe, achtste sport bij.

Coe ziet veldlopen als een kans om Afrikaanse atleten, die de sport domineren, een plek te geven op de Winterspelen. De Zomerspelen van Parijs 2024 telden atleten uit 204 landen, op de Winterspelen van Peking 2022 waren dat er maar 91. Landen uit Afrika, Zuid-Azië en eilandstaten hebben amper toegang tot wintersporten door klimaat, kosten en gebrek aan infrastructuur. Veldlopen zou die kloof kunnen dichten. Afrikaanse atleten hebben niet toevallig nog nooit een medaille gewonnen op de Winterspelen. Veldrijden zou dan weer een nieuwe dimensie toevoegen, met sterren als Mathieu van der Poel en Wout van Aert.

Volgens de olympische regels mag een gaststad maximaal vijf nieuwe sporten voorstellen, maar die gelden alleen voor die editie.

Eenmalig experiment of blijvende plek?

De grote vraag blijft of een eventuele toevoeging in 2030 eenmalig zal zijn – zoals breakdancing in Parijs 2024 – of blijvend. Volgens de olympische regels mag een gaststad maximaal vijf nieuwe sporten voorstellen, maar die gelden alleen voor die editie. Voorbeelden zoals skateboarden, sportklimmen en surfen – nieuw in Tokio, opnieuw opgenomen in Parijs en in 2028 ook in Los Angeles – tonen dat tijdelijke sporten soms terugkeren, maar dat blijft onzeker.

Een permanente plek zou het veldrijden een enorme boost geven. Nationale olympische comités zouden meer investeren in de ontwikkeling van talent, wat de sport eindelijk wereldwijd kan doen groeien. Maar de impact van een eenmalige toevoeging zou beperkt zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise