Het geluk van veldrijder Klaas Vantornout hing af van een ragfijn ijzertje.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
In de cross waren 2012 en 2013 de hoogtijdagen van de akkefietjes. Sven Nys was op de top van zijn kunnen, maar hij werd uitgedaagd door de veel jongere Niels Albert en door Kevin Pauwels, die dat seizoen erg op dreef was. De kranten stonden week na week vol met kleine strubbelingen en plaagstoten tussen die drie. Het gaf de cross pit en zorgde voor duels op het scherp van de snede.
In de aanloop naar het Belgisch Kampioenschap aan het Zilvermeer in Mol, was er bijvoorbeeld een heel gedoe omdat de parcoursbouwers plankjes zouden leggen om over te springen. Het ging er al weken over welke crosser daar dan voordeel uit zou halen.
Kevin Pauwels reed bij mij in de ploeg. Hij hoorde bij de favorieten en was zonder twijfel kopman. Maar al vanaf de start voelde ik mij ijzersterk. Die lange zware fietsstroken van het Zilvermeer lagen mij geweldig. Ik begreep dat de wedstrijd beslist zou worden in de laatste technische passage door het bos. Al vanaf de eerste ronde nam ik me voor: wat er ook gebeurt, jij duikt als eerste dat bos in, Klaas. De anderen hadden hetzelfde plan, maar na een pittige strijd nam ik toch de kop. In een zigzag tussen de naaldbomen sloeg ik een kleine kloof. Er kwam nog een lange passage door mul zand, maar ik voelde me zo goed dat ik dacht: hier pakken ze me niet meer terug. En zo geschiedde. Mijn eerste van twee Belgische titels, tegen de kleppers van mijn generatie.
De clou kwam na de finish, al heeft niemand dat ooit geweten. Een schakeltje van mijn ketting bleek aan één kant gebroken. Eén ragfijn ijzertje verhinderde dat mijn ketting knapte. Het is een half mirakel dat ik de streep heb gehaald.
Het Zilvermeer was mijn eerste grote gloriemoment. Ik was nochtans al dertig, maar toen vonden ze dat niet zo oud als nu. De wetten van de cross zeiden dat je pas rond je 28e piekte en ik deed er als laatbloeier nog twee jaar bij. Later kwamen er kleppers die al op hun twintigste fabuleus presteerden. Maar ook de jonge Wout van Aert heb ik nog kunnen kloppen op het Belgisch Kampioenschap, in 2015.