Het achilleshieltje van Mathieu van der Poel ontleed: de lange sprint

Mads Pedersen verslaat na een sprint van 250 meter Mathieu van der Poel op de Vanackerestraat in Wevelgem. © Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Hij had weinig vertrouwen om de sprint te winnen, zei Mathieu van der Poel na de finish van Gent-Wevelgem. En dat bleek ook: Mads Pedersen was de snelste. Omdat die frisser was én wist hoe je een sprint tegen de wereldkampioen moet aanpakken.

Het was opvallend hoe Mads Pedersen op ruim een kilometer van de aankomst in Wevelgem, na een korte kopbeurt van Mathieu van der Poel, zonder aarzelen weer de leiding nam. En daarna aan de rechterkant van de weg stevig bleef doorrijden. In de volgende 500 meter keek hij amper één keer achterom naar de Nederlander, en fietste hij met gemiddeld 48 kilometer per uur. Nochtans proberen renners doorgaans in de aanloop naar een sprint hun metgezel(en) de leiding op te dringen, zodat ze in het zog van hun voorganger kunnen sprinten.

Pedersen deed het omgekeerde, ook al omdat de strakke wind van links schuin in de rug blies – dat maakt het makkelijker om op kop te beginnen. Meer zelfs: de Deen dreef, vast in het zadel, op 500 meter voor de eindstreep de snelheid nog op tot zo’n 55 kilometer per uur. En begon dan, nadat hij vijf keer had omgekeken, op zo’n 250 meter van de finish aan de sprint. Dat is ver, zeker met een tegenstander die aan het achterwiel kleeft.

Maar Pedersen wist wat hij deed. En als hij het zou zijn vergeten, dan was er nog zijn ploegleider Gregory Rast, die hem voor de sprint vertelde: van ver én op kop beginnen. Dat bevestigde zijn renner ook na de aankomst: ‘Als Mathieu de sprint had geopend en ik één of twee seconden na hem was gekomen, was dat genoeg voor Mathieu om de sprint te winnen. Daarom wou ik zelf de sprint openen, met hoge snelheid. Ik weet dat ik een lange sprint aankan. Ik moest hopen dat dat zou volstaan.’

Dat volstond inderdaad. Van der Poel kon zich nochtans acht seconden in het wiel van de Deen laten meedrijven, met zo’n 65 kilometer per uur. De Nederlander probeerde hem dan voorbij te steken, maar na 13 seconden sprinten, op de 30 meter van de meet, liepen zijn benen vol. De hoop van Pedersen, sowieso de beste sprinter, bleek gewettigd. De vrees van de wereldkampioen in aanloop naar de sprint bleek ook juist.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Herhaling van Ronde 2021

De parallellen met de Ronde van Vlaanderen van 2021 werden meteen getrokken. Het was de enige andere keer dat Van der Poel in een klassieker het onderspit moest delven na een sprint met zijn tweeën. Bij toeval ook tegen een ijskoele Deen, Kasper Asgreen, en ongeveer op dezelfde manier. Het verschil: toen begon Van der Poel de sprint op kop. De gelijkenissen: Asgreen stond, in tweede positie, op 300 meter van de finish al recht op de pedalen, om Van der Poel de snelheid te laten opdrijven tot 46 kilometer per uur.

Op 230 meter zette Asgreen toen als eerste aan, om er ook een lange sprint van te maken. Met succes: hij trok op de licht oplopende finishlijn van de Ronde van Vlaanderen zijn snelheid op tot 60 kilometer per uur. Van der Poel bereikte een piek van 58 kilometer per uur en moest zich al op 70 meter van de aankomst in het zadel neerplanten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Opvallend: in de Ronde van Vlaanderen van 2020 had de Nederlander wel een sprint ‘à deux’ gewonnen, tegen Wout van Aert. De Kempenaar maakte toen de fout om te laat aan de sprint te beginnen: op 190 meter voor de eindstreep, 40 meter later dan Asgreen in 2021 en 60 meter later dan Pedersen in Wevelgem. Bovendien had Van der Poel, tegen Van Aert, van op de kop het tempo laten zakken, tot ‘slechts’ 36 kilometer per uur. Een van de grootste wapens van Van der Poel is om vanuit een relatief lage snelheid en bij een lage trapcadans heel explosief te versnellen in de eerste tientallen meters – een erfenis uit het veldrijden.

Een wapen dat hij in de eindsprint van de Ronde in 2022, tegen Tadej Pogacar, nogmaals uitspeelde. Toen startte Van der Poel weliswaar al op 220 meter van de meet met zijn sprint, omdat Dylan van Baarle en Valentin Madouas dichterbij kwamen. Maar hij had, in koppositie, in de honderden meters ervoor vertraagd tot amper 30 à 35 kilometer per uur. Om daarna op te trekken tot 58 kilometer per uur. Tegen die explosieve versnelling was zelfs Pogacar niet bestand.

Dat wapen kon Van der Poel tegen Pedersen en tegen Asgreen niet hanteren. In die langere sprinten met een hogere startsnelheid boog Van der Poel zo telkens het hoofd, zoals ook in de tiende Girorit van 2022 tegen Biniam Girmay. Die ging zelfs al aan op 320 meter voor de eindstreep en versloeg de Nederlander na een lange sprint van 18 seconden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Te uitbundig

Dat Pedersen en Asgreen in Wevelgem en Oudenaarde na ruim 250 kilometer meer Deens dynamiet in de benen hadden dan Van der Poel speelde uiteraard ook mee. Het is zelfs de hoofdreden voor die twee sprintnederlagen van de Nederlander.

Zondag waren zijn spieren vermoeider na een slopende koers waarin hij te veel krachten had moeten verspillen in de achtervolging op Lidl-Trekrenner Jonathan Milan. Zo’n 25 minuten, tussen kilometer 82 en 63, moest hij er het grootste deel van het achtervolgingswerk op de Italiaan opknappen. Milans teamgenoten Mads Pedersen en Jasper Stuyven konden zo in het wiel veel energie sparen.

Nadat Milan werd ingelopen, viel hij kort voor de voorlaatste beklimming van de Kemmelberg nóg eens aan en moest Van der Poel wéér kopwerk verrichten. Dat de wereldkampioen even later op de Kemmelberg (op 53 kilometer voor de finish) en op de laatste klim (34 kilometer voor de aankomst) alle zeilen moest bijzetten om Pedersen te volgen, is dus niet toevallig.

Van der Poel had niet zo lang achter Milan moeten rijden. Zeker omdat de achtervolgende groep, met daarin nog vier ploegmaats, aanvankelijk slechts twintig seconden achterstand telde. Die teamgenoten hadden de kloof op Milan kunnen dichtrijden.

Mathieu van der Poel moest in de finale van Gent-Wevelgem opboksen tegen een overtal van Lidl-Trek-renners (links Jonathan Milan, rechts Mads Pedersen) © Getty

Zijn slimme beslissingen van afgelopen vrijdag in de E3 Harelbeke nam Van der Poel deze keer niet. Pedersen vond het verrassend dat ‘MvdP’ bleef achtervolgen, en zelfs Alpecin-Deceuninckmanager Philip Roodhooft vertelde achteraf tegen Wielerflits dat zijn renner ‘iets minder uitbundig had kunnen zijn’. Ook in de wetenschap dat Van der Poel, zoals hij voor de start en na de finish aanhaalde, de 43 kilometer lange solo van in de E3 Harelbeke nog in de benen voelde.

Anderzijds past die extra vermoeidheid in de fysieke opbouw naar de Ronde van Vlaanderen en speelde dat mogelijk mee in Van der Poels koersgedrag. ‘Ik heb enorm afgezien en dat is juist goed voor mij’, zei hij tegen het Algemeen Dagblad.

En dus reed hij zonder aarzelen door met Mads Pedersen naar de Vanackerestraat in Wevelgem, terwijl zijn snelle ploegmaat Jasper Philipsen in de achtervolgende groep zat. Omdat Van der Poel met de regenboogtrui om de schouders dat ook aan zijn stand was verplicht, vertelde hij.

Bij Lidl-Trek zagen ze het graag gebeuren. Met die nuance dat als Jasper Stuyven niet lek was gereden en bij zijn ploegmaat Pedersen en Van der Poel had kunnen blijven, de wereldkampioen misschien een andere keuze had gemaakt. Gezien het overtal van Lidl-Trek had hij in de finale dan wel zijn eerzucht aan de kant kunnen schuiven, met een valabel excuus om niet mee te werken en te wachten op Philipsen.

Overtal counteren

Conclusie: Van der Poel is niet onklopbaar als je hem als concurrerende ploeg al vroeg en veel kunt vermoeien. Het geeft Pedersen en ook Wout van Aert hoop. Anderzijds is Gent-Wevelgem de Ronde van Vlaanderen niet. ‘Vlaanderens Mooiste’ is met zijn opeenvolging van steile hellingen een pak zwaarder. De Nederlander blijft dus de topfavoriet. Als hij met de benen van de E3 Harelbeke daar vroeg genoeg aan de boom schudt, kan hij anticiperen op situaties waarbij Lidl-Trek en Visma-Lease a Bike een overtal creëren. Dan zullen Pedersen/Stuyven en Van Aert sterk genoeg moeten zijn om ‘MvdP’ te kunnen volgen.

Een ding is zeker: als een van hen daarin slaagt en ze met zijn tweeën naar de finish rijden, dan zal het weer een lange sprint worden. Al zullen ook dan vooral de benen bepalen wie wint.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content