Fusie tussen Jumbo-Visma en Soudal Quick-Step? ‘Remco Evenepoel kan weigeren om over te stappen’

Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard: worden ze volgend jaar ploegmaats? © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Er zijn concrete onderhandelingen aan de gang over een fusie tussen Soudal Quick-Step en Jumbo-Visma. Als die ook echt worden afgerond, moet de fusieploeg alle renners van beide teams overnemen. Maar volgens professor arbeidsrecht en sportrecht Frank Hendrickx (KU Leuven) kan een renner ook een overstap weigeren.

Het was, zelfs voor insiders uit het wielermilieu en zowat alle renners van beide ploegen, een volslagen verrassing: het bericht van de doorgaans zeer goed geïnformeerde wielerjournalist Raymond Kerckhoffs (Wielerflits) over een aankomende fusie tussen Jumbo-Visma en Soudal Quick-Step. Volgens hem is die voor 99 procent afgerond en zou de nieuwe ploeg Soudal-Visma of Visma-Soudal gaan heten. Andere bronnen melden dan weer dat Jumbo-Visma nog een andere piste bewandelt, terwijl Patrick Lefevere in een mail aan zijn renners liet weten dat er op dit moment ‘geen concrete projecten en plannen’ zijn.

Overtal

Een van de grootste obstakels voor een fusie tussen Jumbo-Visma en Soudal Quick-Step is het aantal renners dat beide ploegen, bij de mannen elite, officieel onder contract hebben staan voor het seizoen 2024: Jumbo-Visma 27, Soudal Quick-Step 25. Samen 52 renners, terwijl volgens het UCI-reglement het maximale aantal voor een WorldTeam (een ploeg van de hoogste categorie) 30 renners is.

Aangezien een fusieploeg alle renners moet overnemen, tegen dezelfde voorwaarden van hun vorige contract, zijn er dat 22 te veel (of 20 als de Duitser Michel Hessmann een schorsing krijgt voor zijn positieve dopingplas). Zelfs als een fusie er pas zou komen tegen 2025, wat gezien de krappe timing voor 2024 realistischer lijkt, is er overtal. Dan hebben er nog 38 renners een verbintenis.

Des te opmerkelijker is dat de eerste fusiegesprekken tussen Zdenek Bakala (hoofdaandeelhouder van Soudal Quick-Step) en Richard Plugge (ceo van Jumbo-Visma) volgens Wielerflits al dateren van eind juli, nog tijdens de Tour. En dat Soudal Quick-Step nadíén in de eerste twee weken van augustus, het begin van de officiële ‘transferperiode’, zes inkomende transfers bekendmaakte: Gil Gelders, Warre Vangheluwe, William Lecerf Junior vanuit de eigen opleidingsploeg, Antoine Huby vanuit Vendée U, Luke Lamperti vanuit Trinity Racing, en Mikel Landa, de Spanjaard van Bahrain-Victorious die Remco Evenepoel moet bijstaan in het hooggebergte. Erna volgden nog Ayco Bastiaens (eind augustus, vanuit de opleidingsploeg Alpecin-Deceuninck) en op 15 september Jordi Warlop (ook uit het eigen Development Team).

Ook Jumbo-Visma maakte half augustus twee nieuwe renners bekend: Matteo Jorgenson van Movistar en Ben Tulett van INEOS Grenadiers, transfers die wel al vroeger waren afgerond. Daarnaast maken drie renners in 2024 de overstap vanuit het opleidingsteam: Johannes Staune-Mittet, Per Strand Hagenes en Loe van Belle.

Dé vraag is wat er, in het geval van een zeer moeilijk te realiseren fusie tegen 2024, met het overschot van 22 renners zal gebeuren. Die renners kunnen worden ontslagen, maar zij moeten dan wel een ontslagvergoeding krijgen. Voor de jonge renners met een relatief laag loon ten opzichte van de toppers zou dat qua kostprijs nog meevallen.

Verkoop licentie

Een andere oplossing zou de verkoop van een van de twee WorldTourlicenties (van Jumbo-Visma of Soudal Quick-Step) kunnen zijn, waarbij de ploeg die de licentie koopt ook een deel van het aantal renners overneemt. Onder meer Uno-X en Israël Premier Tech willen graag (terug) naar het hoogste WorldTourniveau, en misschien ook Total-Energies, Tudor of Q36.5. Maar die vijf teams hebben voor 2024 tussen de 22 en 28 renners onder contract. Ze kunnen dus maximaal acht renners overnemen, wegens de limiet van 30 renners. Die renners zijn bovendien niet verplicht om bij de ploeg in dienst te blijven, omdat de zogenaamde ‘paying agent’ (betaalheer) verandert.

Dat geldt ook voor alle renners die een contract hebben bij de vennootschap achter het team (Decolef voor Soudal Quick-Step of Blanco voor Jumbo-Visma) dat zijn WorldTourlicentie verkoopt. Omdat hun ‘paying agent’ wijzigt (naar de eigenaar van de WorldTourlicentie voor de fusieploeg), zijn zij volgens het UCI-reglement vrij om van team te veranderen.

Aangezien Patrick Lefevere en Zdenek Bakala, die respectievelijk 20 en 80 procent van de aandelen van Decolef in handen hebben, al aangaven dat ze een deel of al hun aandelen willen verkopen, lijkt het meest realistische scenario dat de WorldTourlicentie van Soudal Quick-Step wordt verkocht. Als daar tenminste een kandidaat voor is, een niet onbelangrijke voorwaarde.

In dat geval wordt Blanco eigenaar van de licentie van het fusieteam, en dus de ‘paying agent’, en kunnen alle renners van Soudal Quick-Step naar een ander team verhuizen, zónder opstapvergoeding te betalen. Al moeten ze dan wel toestemming krijgen van de president van de Professional Cycling Council (de Belg Tom Van Damme) en moet elk contract, aan de hand van de nationale wetgeving waar het is afgesloten, individueel worden bekeken.

Van ploeg veranderen zo laat op het seizoen is echter niet vanzelfsprekend. Veel plekjes hebben andere WorldTeams niet meer, op Movistar (slechts zeven renners officieel onder contract voor 2024) en INEOS Grenadiers (vijftien renners voor 2024) na. Bij de Britse ploeg zitten er wel zes contractverlengingen in de pijplijn. Niet toevallig circuleren er ook geruchten over een fusie tussen die twee teams.

Weigeren?

Er rijst ook de vraag of een renner van wie de ‘paying agent’ dezelfde blijft, kan weigeren om mee over te stappen in een fusieproject. Volgens professor arbeidsrecht en sportrecht Frank Hendrickx (KU Leuven) is hiervoor het Europese recht van toepassing, ook voor topsporters. ‘Gezien het principe van de vrijheid van arbeid voorziet die Europese wetgeving in een weigeringsrecht. Dat kan op verschillende manieren worden toegepast in verschillende landen, volgens het nationale recht’, zegt Hendrickx.

‘Het weigeringsrecht kan “zacht” zijn: een werknemer kan in België in alle gevallen weigeren om over te stappen naar het nieuwe fusiebedrijf. Die moet daarvoor dan wel een verbrekingsvergoeding betalen, zoals wanneer een werknemer in andere gevallen zijn contract wil opzeggen. In het Belgische recht bestaat er wel onduidelijkheid over wat die verbrekingsvergoeding dan precies moet zijn, maar dat is nog een andere discussie.’

‘Er bestaat ook het “harde” weigeringsrecht’, zegt professor Hendrickx. ‘Dat geldt wanneer een werknemer kan aantonen dat een fusie een significante en negatieve impact heeft op zijn situatie en positie binnen het fusiebedrijf, in vergelijking met zijn vorige situatie. Zelfs al worden het loon en de duur van zijn verbintenis geëerbiedigd. Als die werknemer het hard kan maken dat zijn contract zo niet wordt gehonoreerd en afspraken niet meer worden nageleefd, dan hoeft hij niet eens naar de rechter te stappen. Dan hoeft hij zelf ook geen ontslag te nemen, maar zijn de gevolgen voor de werkgever. Die moet in dat geval de ontslagvergoeding betalen.’

‘Daar zijn een heel aantal voorbeelden van bekend. In Nederland kon een werknemer bijvoorbeeld een functie weigeren omdat zijn reistijd naar het nieuwe fusiebedrijf veel langer werd. In Nederland staat het weigeringsrecht wel sterker dan in België. Daar wordt een reden voor een weigering makkelijker aanvaard door een rechter, of zoekt men ook vlugger naar een billijke oplossing tussen de twee partijen.’

Contractuele en mondelinge afspraken

De vraag is: wat als Remco Evenepoel (indien zijn ‘paying agent’ niet verandert) zou vinden dat hij in de nieuwe fusieploeg niet meer de status van bij Soudal Quick-Step heeft, omdat hij dan het kopmanschap in de Tour de France moet delen met tweevoudig winnaar Jonas Vingegaard? En wat als INEOS Grenadiers zo weer interesse zou tonen in de Belg?

Wat als Primoz Roglic (indien Jumbo-Visma de WorldTourlicentie voor de fusieploeg behoudt) er nu helemaal van overtuigd is dat hij wil vertrekken, als ook Evenepoel zijn ploegmaat zou worden, naast Vingegaard en Sepp Kuss? Of wat als het Nederlandse talent Olav Kooij, die dit jaar zijn contract bij Jumbo-Visma verlengde, zou vinden dat hij in een nieuwe fusieploeg niet meer optie één wordt voor de massasprinten, aangezien hij dan ‘concurrentie’ krijgt van Tim Merlier (nu in dienst van Soudal Quick-Step)? En wat als Kooij vindt dat dit een negatieve impact op zijn beloofde programma zal hebben, vooral met oog op grote rondes?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Belangrijk is om te weten wat er letterlijk in het contract staat’, zegt professor Frank Hendrickx. ‘Worden daarin sportieve garanties vermeld, over de pikorde binnen de ploeg, over deelname aan wedstrijden? Als die garanties niet meer gelden na een fusie, dan sta je als werknemer erg sterk.’

‘Maar ook concrete, mondelinge beloftes kunnen juridisch bindend zijn, als die sinds of bij het afsluiten van het contract nadrukkelijk tussen werkgever en werknemer zijn gemaakt. Eventueel in het bijzijn van getuigen, of zelfs via e-mail. In het geval van Evenepoel acht ik die hypothese niet uitgesloten, als met hem duidelijk is afgesproken dat hij de enige kopman wordt voor de komende grote rondes, en de ploeg rond hem wordt gebouwd.’

Dat heeft CEO Patrick Lefevere in de media ook al vaak zo gezegd: alles op “project Remco”. ‘Toch blijven zulke mondelinge afspraken, zeker volgens het Belgische recht, juridisch voor interpretatie vatbaar, en kun je discussiëren over een puur sportieve situatie van bijvoorbeeld het kopmanschap’, zegt Hendrickx.

‘Een bijkomend, weliswaar niet doorslaggevend, argument dat Evenepoel of een andere renner in dat geval zou kunnen aanvoeren: in hoeverre werd hij betrokken bij onderhandelingen over de nieuwe fusieploeg? Was hij totaal verrast door het nieuws? Evenepoel zou dan kunnen aangeven dat er geen rekening is gehouden met zijn belangen, en dat dit een impact heeft op zijn eventuele nieuwe situatie’, zegt Hendrickx.

‘Ik vermoed wel dat de juridische adviseurs van beide ploegen en teameigenaars dit allemaal zullen hebben bekeken. Maar zelfs dan blijft men gebonden aan de Europese wetgeving, in dit geval het weigeringsrecht. En dat kun je niet zomaar opschuiven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content