Cocktails van medicatie in het peloton: sportarts waarschuwt voor ‘finalebidons’

De bidon final: ‘Een mix van cafeïne, stimulantia, pijnstillers, luchtwegverwijders en hartmedicatie die in een flesje worden gemengd.’ © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Tom Teulingkx, voorzitter van de vereniging voor Sport- en Keuringsartsen (SKA), trekt aan de alarmbel over het gebruik van zogenaamde bidons finals in het wielrennen. Dat zijn flesjes met een mix van producten die renners in het slot van een wedstrijd nemen. Geen doping, maar wél ongezond – en mogelijk gevaarlijk – in deze cocktailvorm. ‘Helaas worden ze in het peloton als normaal beschouwd’, zegt Teulingkx.

Wat zijn ‘bidons finals’ en waarom zijn ze problematisch?

De ‘pot Belge’ was tot begin de jaren 2000 een beruchte term in het wielrennen. Die verwees naar een illegale cocktail van stimulerende middelen zoals amfetamines, cafeïne, cocaïne en heroïne, die renners namen om in langere koersen door de pijngrens te knallen.

Het werd vooral geassocieerd met Belgische wielrenners in de jaren ’60 en ’70, en raakte later ook bekend door het Festina-dopingschandaal in de Tour de France van 1998. De ‘pot Belge’ was zeer verslavend en gevaarlijk voor de gezondheid.

Vandaag gebruiken renners die niet meer, wel nog de ‘bidons finals’. ‘Het gaat om een mix van stimulantia zoals cafeïne, pijnstillers, luchtwegverwijders en hartmedicatie die in een flesje worden gemengd’, zegt Tom Teulingkx, SKA-voorzitter en lid van de medische cel bij de Belgische wielerbond.

Wat zijn de medische risico’s?

In tegenstelling tot de ‘pot Belge’ zitten in de ‘bidons finals’ alleen toegelaten producten. ‘Die kunnen de gezondheid in bepaalde gevallen wel schaden als ze samen worden ingenomen’, zegt Teulingkx. ‘Elke apotheker of arts zal bevestigen dat zo’n combinatie af te raden is wegens mogelijke interacties, versterkte bijwerkingen en belasting van de lever en nieren. Zeker wanneer het lichaam al extreem onder druk staat, zoals tijdens de finale van een lastige klassieker.’

Teulingkx heeft al concrete verhalen gehoord over renners die daardoor onwel zijn geworden. ‘De mix van geneesmiddelen kan op korte termijn klachten geven, maar op lange termijn ook orgaanschade, zoals lever-, nier- en hartfalen, veroorzaken.’

Om welke producten en bijwerkingen gaat het?

‘Sinds het Wereldantidopingagentschap (WADA) de pijnstiller tramadol begin vorig jaar op de dopinglijst heeft gezet, zoeken renners hun toevlucht tot soortgelijke producten. Pijnstillers die in de geneeskunde van vandaag amper nog worden voorgeschreven, maar die we opnieuw zien verschijnen in het peloton’, zegt Teulingkx.

‘Een voorbeeld is metazimol, onder meer bekend onder de merknaam Novalgin. Een heel sterk pijnstillend en koortsverlagend middel waarvan het gebruik kan leiden tot een drastische daling van de witte bloedcellen. Zonder die bescherming neemt het risico op infecties sterk toe.’

‘Een ander voorbeeld is tapentadol, bekend onder de merknaam Palexia, een opiaat dat een sterk pijnstillend en verdovend effect heeft. Tapentadol wordt intussen wel gemonitord door dopinglabo’s, maar staat nog niet op de WADA-lijst van verboden middelen.’

Pijnstillers worden in de ‘bidons finals’ gemengd met cafeïne en luchtwegverwijders zoals pseudo-efedrine (bekend onder de merknamen Sinutab of Clarinase) en theofylline. ‘Geneesmiddelenagentschappen raden die combinatie af, omdat ze hartritmestoornissen kan veroorzaken. Dat geldt ook voor producten die de bloedvaten openzetten om het hartminuutvolume op te krikken, zoals Cedocard. Hartpatiënten moeten dat nemen als ze een hartinfarct krijgen of voelen aankomen. Bij gezonde mensen kan het tot gigantische hoofdpijn en een bloeddrukval leiden waardoor iemand het bewustzijn kan verliezen’, zegt Teulingkx.

‘Deze producten horen niet thuis in een peloton. Geneesmiddelen zijn bedoeld om zieken te helpen. Niet om gezonde renners op te peppen of zelfs om hen, zoals andere marginal gains, een beetje sneller te laten rijden. Zij mogen geen patiënten worden die afhankelijk zijn van medicamenten.’

Hoe wijdverspreid zijn de ‘bidons finals’ in het peloton?

Volgens een insider worden ze toegestaan bij een meerderheid van de WorldTourploegen. Tom Teulingkx bevestigt dat. ‘Ik heb concrete info van meerdere trainers en artsen over het gebruik van finalebidons binnen hun eigen teams – dus geen jaloerse roddels over andere ploegen. Ze zijn het er niet mee eens, maar krijgen telkens hetzelfde antwoord te horen: “Het is niet verboden door het WADA, waarom zouden wij het dan verbieden?” Het wordt helaas als normaal beschouwd.’

‘Ik hoor verhalen van mensen die bij Belgische teams aan de slag zijn of van Belgen die voor buitenlandse ploegen werken. De deontologische lat van sommige teams en van hun dokters, vooral van de oudere generatie, ligt helaas niet hoog.’

‘Niet dat ze renners verplichten om een “bidon final” te nemen, maar als die erom vragen, dan krijgen ze het. Als arts moet je dan sterk in je schoenen staan om dat te weigeren in een team waar alles draait om prestaties. Renners, dokters en entourage worden zo te afhankelijk van elkaar. Het probleem is ook: zelfs als artsen of de stafleden in een ploeg niet meewerken, dan zijn er nog veel vrij te verkrijgen producten die een renner op eigen houtje kan kopen’, zegt Teulingkx.

Hoe kan het gebruik van ‘bidons finals’ aangepakt worden?

‘Met de vereniging voor sport- en keuringsartsen slaan we geen alarm bij het kleinste gerucht. Maar dit probleem is van die omvang dat ik het heb aangekaart bij NADO Vlaanderen (dat verantwoordelijk is voor het dopingbeleid in Vlaanderen, nvdr) en het ITA (het International Test Agency, dat de dopingcontroles uitvoert voor de Internationale Wielerunie, nvdr). Het ITA zou de flesjes en bidons moeten verzamelen aan de finish, of eerder als die worden weggegooid, en dan analyseren wat er allemaal in zit. Maar dat is praktisch niet eenvoudig’, zegt Teulingkx.

‘Een van de weinige dingen die wij met de SKA zelf kunnen doen is onze jonge artsen zo goed mogelijk opleiden, zodat zij te allen tijde de gezondheid van hun sporters op de eerste plaats zetten.’

Medicatie in het wielerpeloton: ‘Renners van vijftien jaar die al pijnstillers slikken, dat is hallucinant’

‘Daarnaast zijn we met onze jurist aan het bekijken of we als vereniging sancties kunnen treffen tegen sportartsen die onze deontologische code schenden. En of we onze deontologische code kunnen aanpassen, door bijvoorbeeld specifieker te omschrijven welke medicatie wij wel nog verantwoord vinden.’

Teulingkx vindt dat die discussie ook op een hoger niveau moet worden gevoerd. ‘Als we onze atleten gezond willen houden, moeten we ons dan beperken tot de lijst met verboden dopingmiddelen? Of die uitbreiden met medicatie die alleen nog in specifieke medische gevallen toegelaten kan worden? De strijd tegen doping is geen einddoel. Het is slechts een deel van de strijd voor gezondere topsporters.’

Marc Van der Beken (NADO Vlaanderen): ‘We zullen de “bidons finals” aankaarten bij de minister’

NADO Vlaanderen, het Nationaal Antidopingagentschap dat instaat voor het antidopingbeleid in de Vlaamse Gemeenschap, is op de hoogte van de problemen met finalebidons.

‘Voor ons agentschap begint en eindigt alles met de dopinglijst’, zegt directeur Marc Van der Beken. ‘Als die flesjes of bidons enkel medicatie bevatten die niet op die lijst staat en dus niet verboden is, kunnen wij geen concrete maatregelen nemen. Het verzamelen en analyseren van bidons tijdens een wedstrijd valt bijvoorbeeld onder de bevoegdheid van het International Testing Agency (ITA) en de Internationale Wielerunie (UCI).’

Woensdag is er een overleg gepland tussen NADO Vlaanderen en het kabinet van de Vlaamse minister van Sport Annick De Ridder (N-VA). ‘Daar zullen we het probleem van de “bidons finals” aankaarten, net als dat van vervuilde voedingssupplementen, dat het VRT-programma Pano onlangs aankaartte’, zegt Van der Beken.

Van der Beken wil ook de discussie voeren over de overmedicalisering binnen het peloton, en over de gevaren voor de gezondheid van renners: ‘Medisch verantwoord sporten is voor ons essentieel. We hebben bijvoorbeeld vijf jaar lang mee de kar geduwd om de pijnstiller tramadol op de verboden lijst te krijgen.’

Tot slot denkt NADO Vlaanderen aan verdere initiatieven: ‘We overwegen een studiedag voor sportartsen over deze problematiek, en bekijken of we ons antidopingcharter, dat we samen met de vereniging voor sport- en keuringsartsen hebben opgesteld, moeten uitbreiden. Daarin staat nu al dat artsen geen handelingen mogen uitvoeren die indruisen tegen de fair play of de dopingwetgeving. Maar mogelijk moeten we dat nog specifieker omschrijven.’

Knack vroeg ook aan het ITA en aan de UCI een officiële reactie, maar kreeg tot dusver nog geen antwoord.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content