Brian Priske en Michael Klukowski, rechter- en linkerback bij Club Brugge, overschouwen hun seizoen. ‘Belangrijk is te luisteren naar wat de trainer zegt, niet de journalisten.’

Hun beider heenronde verliep in het door trainerswissels geplaagde Club Brugge als respectievelijk rechter- en linkerback niet gemakkelijk. Maar sinds de een zijn vertrouwen om aan te vallen herwon en de ander uit blessure terugkeerde, lijken ze aan de beterhand. Daarom : Brian Priske en Michael Klukowski over wat was en nog komt.

Hoe is het om back te zijn in Brugge dit seizoen, mannen ?

Brian Priske : “Het is tot nog toe een vreemd seizoen geweest. Zowel Michael als ik begonnen met grote verwachtingen. Ook Emilio ( Ferrera, nvdr) had grote verwachtingen voor de backs, wij moesten belangrijke spelers worden in het team. Michael en ik wilden daarin meegaan. We wilden spelers met verantwoordelijkheid worden. Maar zowel wij als de rest van de ploeg deden het niet goed. Dus het is voor iedereen een moeilijk seizoen geworden.”

Michael Klukowski : “Ik kreeg hetzelfde aan de hand als vorig jaar : ik raakte geblesseerd na zes, zeven wedstrijden, maar nu voel ik me veel beter dan vorig jaar. Toen kwam ik in januari terug uit blessure, maar nu voel ik me na de paar wedstrijden die ik speelde veel beter. Ook de ploeg is ondertussen veranderd. We beginnen nu beter voetbal te spelen dan we eerder dit seizoen al hebben laten zien. Het komt erop aan dat nog te verbeteren en dan zien we wel wat er gebeurt.”

Jullie speelden vanuit jullie positie niet aanvallend genoeg en er kwamen niet genoeg voorzetten.

Priske : “Dat is gemakkelijk gezegd. Ten eerste zijn wij verdedigers als deel van een ploeg. Dus je moet eerst je verdedigende taken vervullen. Ten tweede zijn wij allebei aanvallende backs, backs die graag naar voren gaan, maar wij hangen af van middenvelders en aanvallers : zij moeten de bal kunnen bijhouden en het daardoor voor ons mogelijk maken om naar voren te gaan. Als we telkens balverlies lijden, wordt het voor ons moeilijk om mee de aanval te steunen. Dat is te vaak het probleem geweest : dat we te gemakkelijk en te vroeg balverlies leden. En ja, oké, in sommige wedstrijden gaf ik slechte passes en voorzetten. Dat is dan mijn fout. Maar algemeen bekeken kan je zeggen dat Michael, Ivan ( Gvozdenovic, de doublure van Klukowski, nvdr) en ik naar voren gingen als we daar de kans toe kregen. In vergelijking met andere backs in België deden we het niet zo slecht. Alleen wordt er naar Brugge natuurlijk kritischer gekeken dan naar pakweg Charleroi.”

Klukowski : “We hebben het over een hele ploeg die niet goed presteerde. Dan wordt het voor elke positie moeilijk. Als wij niet naar voren gaan, vinden de middenvelders moeilijker een oplossing. Het hangt allemaal samen. Maar dat er dan kritiek komt, dat weet je. Je moet je gewoon blijven concentreren.”

Priske : “Belangrijk is te luisteren naar wat de trainer zegt, niet de journalisten.”

In de zestien

Wat verandert er voor jullie met de komst van Cedomir Janevski ?

Priske : “Moeilijk te zeggen. Ik zag dat Emilio kritiek kreeg omdat hij te defensief zou spelen, maar dat deed hij volgens mij nooit. Hij ging ervoor om wedstrijden te winnen. Hij probeerde ons als backs naar voren te stuwen, te onderstrepen dat we belangrijk waren voor de ploeg. Dus het is moeilijk om te zeggen wat er dan nu zal veranderen voor ons. Maar als de ploeg aanvallend goed begint te spelen, zullen wij ook meer beginnen op te vallen. Een van ons moet altijd achterin blijven als de ander naar voren gaat. Dat zal ook onder Janevski niet anders zijn.”

Vandaar dat hij tegen Anderlecht zo tekeerging tegen een van jullie.

Priske : “( lachje) Dat was onder Emilio net hetzelfde. Maar met een ruit op het middenveld waarmee we onder Janevski spelen, zal er uiteraard wat meer ruimte op de flanken komen en dat moeten wij kunnen uitbuiten.”

Klukowski : “Met Elrio ( Vanheerden, nvdr) heb je nu iemand die de bal kan bijhouden en hem op het juiste moment afspelen.”

Met andere woorden, wat jullie zeggen is : het wordt nu gemakkelijker voor de backs.

Priske : “Het is nog te vroeg om dat nu al zo te zeggen, maar je ziet dat Elrio offensiever is en we maar met één defensieve middenvelder spelen, dat betekent dat Elrio rond of in de zestien zal staan als er een voorzet komt, samen met een van de twee middenvelders. Dus er zal voorin normaal een extra man staan in vergelijking met vroeger. Emilio speelde bijna altijd met twee centrale middenvelders, ook al probeerde hij altijd een van de twee naar voren te duwen. Nu is het wat natuurlijker dat Elrio hoger speelt en erbij komt in de zestien.”

Wat bedoel je met ‘natuurlijker’ ?

Priske : “Als je naar het systeem onder Emilio kijkt, met twee centrale middenvelders op min of meer dezelfde hoogte, en dat vergelijkt met Elrio die nu vóór Sven ( Vermant, nvdr) speelt, dan zie je dat Elrio van nature hoger wil spelen en klaar wil staan voor de voorzet of op z’n minst de tweede bal. Dat kan het verschil met vroeger zijn, dat we nu meer in de zestien zullen komen.”

Klukowski : “Zo’n wedstrijd als tegen Anderlecht kan daarbij veel doen voor het individuele en collectieve vertrouwen. Want dat is wat we nu nodig hebben.”

Zelfvertrouwen

Waarom krijgt Club Brugge zoveel doelpunten tegen op stilstaande fasen ?

Klukowski : ” Hard to say. Het zal elke ploeg overkomen, maar bij ons moet je zeggen dat het te veel gebeurt.”

Janevski wil meer smeerlappen zien, maar jullie zijn quasi allemaal van hetzelfde, rustige niveau.

Priske : “Je wil in de zestien uiteraard ook geen domme dingen doen, maar hij heeft gelijk. Elke keer als we nu een lange bal of een hoekschop tegen krijgen, begint het door onze hoofden te spelen. Het zou niet mogen, maar mentaal weegt dat. Als je dan pech hebt, incasseer je in de negentigste minuut weer een tegendoelpunt. Misschien hebben we nood aan spelers die wat meer smeerlap zijn dan gewoon nice guys.

Zijn jullie als groep kritisch genoeg voor elkaar ?

Priske : “Het gebeurt wel, maar het is belangrijk dat we dat binnenskamers houden.”

Klukowski : “Als het niet goed gaat, kan iedereen naar iedereen wijzen. Spelers moeten kritiek ook op de juiste manier kunnen pikken. En of iedereen dat kan, is moeilijk te zeggen. Het belangrijkste is dat iedereen zijn job doet. We kunnen beter dan wat we al lieten zien.”

Priske : “Janevski probeert vooral veel vertrouwen in de ploeg te brengen. Hij weet dat we over kwaliteiten beschikken. We moeten ze er alleen uit krijgen. Als we daarin slagen, zullen we nog goede wedstrijden spelen. Tegen Genk, Standard, Anderlecht en Gent speelden we goed, we moeten dat ook tegen kleinere ploegen kunnen en drie punten pakken. Andere ploegen maken die wedstrijden af, wij missen dat killerinstinct.”

Klukowski : “Zoals Brian al zei : Janevski probeert bij iedereen het vertrouwen op te krikken, wat door tegen Beveren te winnen en goed te spelen tegen Anderlecht hielp, dus hij is daarin geslaagd. Soms kan je beter niet te veel nadenken, you know.”

Priske : “Hij houdt het simpel. Er zijn bij hem niet zoveel grote tactische issues. Met wat we van Emilio leerden hebben we een fantastische basis voor de rest van het seizoen. Dat heeft iedereen nu in het achterhoofd. Emilio ís tactisch en dat deed hij heel goed. Dat loont nu voor de nieuwe coach. Hij hoeft daar niet zoveel op te focussen. Iedereen weet waar hij moet lopen of staan. Ook al is het systeem wat anders. Zolang je de defensieve basis hebt, kan je aan het mentale werken. De trainer roept de hele tijd dat we zullen winnen en op den duur ga je dat zelf ook geloven. Zeker als je wint. Hij doet mij denken aan Redknapp bij Portsmouth. Hij kwam in januari bij de club en de ploeg was een puinhoop, maar na een maand ging het nog altijd niet de goede kant op. Toen heeft hij ons allemaal bij elkaar geroepen en benadrukt dat we kwaliteiten hadden en dat het programma er goed uitzag. We wonnen de eerstvolgende wedstrijd en dat deed het zelfvertrouwen omhoog gaan. Als je als trainer positief denkt, gaan spelers dat op den duur ook doen.”

Klukowski : “En dan krijg je dat beetje geluk ook mee.”

Het fameuze toverwoord in het voetbal : dat beetje geluk !

Klukowski : “Maar dat beetje geluk kán ook je vertrouwen helemaal opkrikken.”

Jullie lijken ons nochtans eerder rationele voetballers die zich niet laten opnaaien door een trainer of laten lijden door ‘dat beetje geluk’.

Priske : “Maar het doet toch goed om te voelen dat een hele ploeg er stáát.”

Moeten we het nog even over Kevin Roelandts hebben, Brian ?

Priske : “( lacht) Ik was niet gelukkig met die situatie en dat ben ik nog altijd niet, maar ik laat het liever zo. Misschien dat ik er op het eind van het seizoen nog iets over zal zeggen, maar ik concentreer mij nu op mijn eigen spel.”

Klukowski : “Soms voel je je zeker, maar als het niet goed draait, vecht je tegen jezelf, moet je tonen dat je daar op je plaats staat. Sommige spelers hebben misschien het gevoel dat ze zeker zijn van hun plaats, maar als ik slecht gespeeld heb, denk ik daar een paar dagen later nog aan. Ik ben niet het type to take it easy.”

Rijsel

Jullie wonen allebei even buiten Rijsel. Hoe is het leven in Frankrijk ?

Klukowski : “Goed.”

Priske : “Voor mij is het perfect. Mijn gezin voelt er zich thuis en mijn dochter kan naar een internationale school : ze spreekt al Engels van in Portsmouth en nu leert ze ook Frans. Het was geen keuze om níét in Brugge te wonen, maar meer een kans die zich aanbood om een nieuwe taal te leren.”

Want het is uiteraard niet voor het financiële voordeel dat jullie daar wonen.

( schieten beiden in de lach)

Klukowski : “Het is een plus. Maar als er geen verschil in belastingen was, zou ik daar ook gaan wonen. Ik ken Rijsel, want ik voetbalde er eerder, en ik spreek beter Frans dan Nederlands.”

Priske : “Het financiële speelde ook een rol toen ik voor Brugge tekende. Zonder in Rijsel te gaan wonen, zou het voor mij niet mogelijk geweest zijn om weer in België te komen voetballen. Maar als de belastingen dezelfde waren, zou ik óók in Rijsel gaan wonen, hoor. Dat de 18-procentregel misschien zal veranderen, zal het voor veel Belgische ploegen moeilijker maken. Ik zou liever hebben dat ze een voorbeeld nemen aan Nederland of Denemarken en een limiet instellen, waardoor je buitenlanders krijgt met een beter niveau.”

Klukowski : “Dat is meer voor de clubs dan voor de spelers een issue.”

Priske : “De ene dag rijden we met de ene mee naar de club en de andere dag met de andere.”

Klukowski : “We beginnen elkaar te kennen.”

Priske : “Het is voor mij belangrijk geweest dat Michael in de buurt van Rijsel woonde. Dat maakte het gemakkelijker om naar daar te gaan, want de club kent daar niet zoveel mensen als hier. Hij hielp mij een huis vinden in de juiste buurt, en met de telefoon- en tv-aansluitingen.”

Klukowski : “Eerst zat ik daar alleen in Rijsel, maar nu komen er meer en meer spelers naar ginder. Salou woont er nu ook, Mana ( Ishiaku, nvdr) komt ook. Nog een paar spelers en meer dan de helft van de ploeg woont daar. ( droog :) We kunnen daar trainen : er ligt een veldje rechtover mijn huis.”

Priske : “We zijn momenteel een bus aan het zoeken voor de verplaatsing ( lacht).”

Klukowski : “Of een limo.”

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content