Met een grote spirit en in een compleet aanvallende gedaante domineerde Club Brugge zeventig minuten lang de wedstrijd tegen Anderlecht. Vanaf de zijlijn pepte de nieuwe stuurman Cedomir Janevski zijn manschappen op. Het voetbal dat Club serveerde, was een kaakslag voor Emilio Ferrera, een nieuwe indicatie hoe fout de vereniging zat toen deze tacticus vorig jaar in april werd aangetrokken. Club speelde afgelopen zondag niet met de handrem op, het verstrikte zich niet in een tactisch spinnenweb, maar hervond oude waarden en voetbalde zoals het bij de ziel van blauw-zwart past : voluit en vooruit. Dat Anderlecht in de slotfase alsnog terugkwam, zorgde voor een grote frustratie, maar het neemt niet weg dat er in het Jan Breydelstadion eindelijk weer een straaltje licht scheen in de duisternis. Ook al vraagt deze prestatie om bevestiging.
Los van de match tegen Anderlecht staat Club Brugge voor een scharniermoment in zijn geschiedenis. Het moet zo snel mogelijk kleur bekennen en het vertrouwen van de hondstrouwe aanhang terugwinnen. De aanstelling van een nieuwe sportleider mag dan een delicate opgave worden, Club kan dit hete hangijzer niet voor zich uitschuiven. Er is nood aan een gezonde dosis voetbalverstand, aan een man met een grote kennis van de internationale markt. Dat laatste bleek niet echt de sterkte van Marc Degryse. Maar het is zeer de vraag wie die connecties nu wel heeft. Opportuniteiten zijn er in het buitenland nog altijd. Maar ze vragen wel een uitgebreide waaier aan contacten.
Duidelijkheid kan er ook in het trainersvraagstuk niet snel genoeg komen. De aanpak van Cedomir Janevski wordt unaniem geloofd, maar na twee weken kan er nog geen rapport van de Macedoniër worden opgesteld. Tenzij dat hij het elftal zijn identiteit wil teruggeven en aanvallend voetbal predikt. Wellicht zal Club zijn trainer beoordelen op de resultaten die in de volgende dertien competitiewedstrijden en in de bekercampagne worden behaald. Anderzijds rijst de vraag of er zoveel alternatieven zijn. Omdat een terugkeer van Georges Leekens naar het Jan Breydelstadion uitgesloten lijkt, dringen er zich eigenlijk alleen buitenlandse pistes op. Sentiment mag hierbij geen enkele rol spelen. Dat de hier en daar genoemde ex-speler Foeke Booy in de luwte van een provincieclub als FC Utrecht goed werk verricht, biedt geen enkele garantie dat hij een hoger niveau aankan. Juist de afgelopen jaren hebben duidelijk gemaakt dat je niet verder komt als je hunkert naar het verleden.
Ook Anderlecht kan die nostalgie niet verdringen. Het haalde tot veler verbijstering Walter Baseggio terug en hier en daar wordt ook Frank Vercauteren geïdealiseerd. Toch staat de trainer ook intern meer en meer ter discussie. Aan zijn voetbalinzichten twijfelt niemand. Maar dat volstaat als trainer al lang niet meer. Het vermogen om op de juiste manier met spelers om te gaan is steeds belangrijker. Dat vereist grote psychologische kwaliteiten. Dat is, om het zacht uit te drukken, niet echt het sterkste wapen van Vercauteren. Bovendien maakte de ploeg ook op het voetbalvlak onder hem geen enkele progressie. De belabberde manier waarop er tot diep in de tweede helft op Club Brugge werd gespeeld, was daar een voorbeeld van. Internationaal wordt Anderlecht nog steeds weggeblazen, in de competitie teert het op flitsen. Vercauteren slaagt er niet in het surplus aan techniek in een efficiënt geheel te bundelen.
Toch besloot Anderlecht afgelopen maandag verrassend om het contract van Vercauteren te verlengen. Precies op het moment dat de trainer in de pers werd neergesabeld omwille van zijn angstige manier van voetballen. Frappant was het dat Vercauteren na de wedstrijd op Club Brugge voor de zoveelste keer stelde dat de spelers de opdrachten niet hadden uitgevoerd. In die woorden zat een zweem van onmacht. Maar het vertrouwen in de trainer blijft bij bepaalde bestuurders kennelijk groot. Zo wil Anderlecht een teken van sportieve continuïteit stellen. Of dit een goed signaal is, zal moeten blijken.
DOOR JACQUES SYS