Het WK in Vlaanderen sluit zondag af met de wegrit van 268,3 km van Antwerpen naar Leuven. Topfavoriet is Wout van Aert, maar er staan heel wat jongens te trappelen om z’n droom uit elkaar te doen spatten. Magnus Cort, Peter Sagan, Sonny Colbrelli, Julian Alaphilippe en Mathieu van der Poel zijn maar enkele namen die hem het leven zuur kunnen maken.
Hoe ziet het parcours eruit?
Na de start op de Grote Markt in Antwerpen zet het peloton koers richting Leuven, via een allegaartje van lussen. Er is de lokale lus in en rond Leuven, met vier hellingen en de Flandrien lus met zes hellingen. Eerst gaan ze anderhalve keer over het lokale circuit, dan één keer over het Flandrien circuit, vervolgens vier maal het lokale circuit, daarna opnieuw één keer de Flandrienlus om te eindigen met 2,5 keer het lokale circuit. Rondjes draaien, maar dan op een hoger niveau. De finish ligt op de licht hellende Geldenaaksevest. Onderweg moeten de renners 2562 hoogtemeters overbruggen die verspreid liggen over 42 hellingen.
‘Het is moeilijk om het parcours te vergelijken met een andere wedstrijd”, sprak thuisrijder Jasper Stuyven die opgroeide in Leuven en wiens ouderlijke huis op 250 meter van de finish staat. “We gaan deels over de wegen van de Brabantse Pijl, maar die koerst telt slechts 200 km. Door het vele draaien en keren en de vele hellingen doet het ook wat denken aan de Ronde van Vlaanderen, maar het heeft ook wat weg van een Amstel Gold Race. Wie zal het zeggen? Het wordt hoe dan ook een nerveuze koers.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Wie zijn de grote uitdagers van de Belgen?
Topfavoriet is België met Wout van Aert. Hij is de uitgesproken kopman en krijgt zeven landgenoten in steun, al zullen een paar daarvan wellicht hun kruit mogen opsparen tot het eind, want ook zij wisten al een klassieker te winnen, zoals Jasper Stuyven, Tiesj Benoot of Yves Lampaert. De tegenstand moet vooral in ‘klassieke’ hoek gezocht worden.
Denemarken vaardigt een sterke ploeg af met de wereldkampioen van 2019 Mads Pedersen, man in vorm Magnus Cort die drie ritten won in de Vuelta, Kasper Asgreen die net naast het podium viel in de tijdrit zondag en dit jaar de Ronde van Vlaanderen won en ook nog Michael Valgren die vorige week met twee zeges opnieuw boven water dreef.
Een ander sterk blok is Frankrijk met titelverdediger Julian Alaphilippe, Benoît Cosnefroy, Arnaud Démare en Florian Sénéchal als grote namen. “Mijn titel verlengen zou ongelooflijk zijn”, aldus de Fransman, “het is een droom, maar dromen mag, niet? Het zou alleszins een kunstje zijn als ik daarin slaag. Het is intussen van Peter Sagan, en daarvoor van Paolo Bettini geleden.”
Europees kampioen Sonny Colbrelli stelde na z’n titel in Trento al dat hij ook droomde van de regenboogtrui. Hij etaleerde zijn blijvende goede vorm aflopen week nog eens met een zege in de Memorial Marco Pantani. Met nog Matteo Trentin en Gianni Moscon aan zijn zijde heeft hij twee sterke renners in steun.
En wat kan Mathieu van der Poel? De Nederlander twijfelde lange tijd over deelname door rugproblemen, maar hakte begin deze week de knoop door. “Mathieu heeft niet de ideale voorbereiding achter de rug”, aldus bondscoach Koos Moerenhout, “hij is niet de topfavoriet daardoor, maar anderzijds: indien hij geen kansen ziet op een medaille, dan zou hij hier niet starten.”
Opletten voor deze mannen
Outsiders zijn verder Michael Matthews, Marc Hirschi, drievoudig wereldkampioen Peter Sagan die de goede vorm opnieuw te pakken heeft, getuige z’n eindwinst in de Ronde van Slovakije afgelopen zondag, Groot-Brittannië met Tom Pidcock, al lijkt die verre van top na zijn olympisch goud, en Ethan Hayter. De jonge Brit maakte het Wout vanAert moeilijk in de Ronde van Groot-Brittannië, maar de afstand van 268 km lijkt nog wat te hoog gegrepen. Tot slot kan Slovenië rekenen op onder meer Primoz Roglic, Matej Mohoric en Tadej Pogacar, maar of zij een rol zullen spelen om de regenboogtrui is moeilijk te voorspellen.