Propere Handen: ‘Het was maar om te lachen’

Niemand betwijfelt nog dat één en ander niet pluis was in de aanloop naar de match KV Mechelen-Waasland-Beveren van maart 2018. Maar welke matchfixingdaden kunnen met zekerheid aan wie worden toegeschreven? Daarover breekt de Geschillencommissie Hoger Beroep van de voetbalbond zich dezer dagen het hoofd.

Er vloeiden de voorbije week heel wat tranen in de tuchtprocedure van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) over vermeende matchfixing bij de match KV Mechelen-Waasland-Beveren van 11 maart 2018. Sport/Voetbalmagazine woonde alle zittingen bij en hoorde onder meer hoe ex-Waasland-Beverenspeler Olivier Myny zich snikkend tot de Geschillencommissie Hoger Beroep richtte, die over de zaak moet oordelen.

Myny draait en keert

Een standvastige indruk had Myny tot dan niet gemaakt. In het strafonderzoek rond deze zaak heeft hij bij de onderzoeksrechter eerst verklaard dat zijn makelaar, Thomas Troch, hem daags vóór de wedstrijd had gevraagd zich wat in te houden. Toen later ook de KBVB een onderzoek voerde, legde Myny bij de onderzoekscoördinator van de bond een verklaring af waarin een cruciaal verschil zat met die uitleg bij de onderzoeksrechter: Troch had hem enkel gevraagd zich in te houden mocht hij scoren, zei Myny in het bondsgebouw. De bijhorende uitleg luidt sindsdien dat KV, dat eerder al interesse in hem had getoond, Myny nog altijd volgde.

Maar Myny vroeg bij de KBVB ook het statuut van spijtoptant aan. Zo gaf hij onrechtstreeks toe dat hij een fout gemaakt had, zij het naar eigen zeggen enkel met betrekking tot de meldingsplicht.

Toen hij voor de Geschillencommissie Hoger Beroep verscheen, hielden de speler en zijn raadgever/makelaar Jesse De Preter plots vol dat er niks verkeerds gezegd was in dat telefoontje met Troch. Die versie impliceerde dan weer dat hij eigenlijk nooit iets had moeten melden en strookte niet met zijn vraag om spijtoptant te worden.

Drie verschillende verhalen dus. Zelfs Dirk Thijs, die namens de Geschillencommissie Hoger Beroep de debatten leidde, liet zich het woord ‘eigenaardig’ ontvallen. Bondsprocureur Kris Wagner zag redenen genoeg om Myny zijn spijtoptantenstatuut af te nemen. Hij stelde zijn gevorderde straf prompt bij: twee maanden schorsing in de plaats van één. Ook objectieve waarnemers in de zaal kwamen in de verleiding om het gedraai en gekeer van het kamp-Myny te interpreteren als iets wat in de richting van schuld wees.

Bondsprocureur Kris Wagner wordt door zowel Waasland-Beveren als KV Mechelen 'een tunnelvisie' aangewreven.
Bondsprocureur Kris Wagner wordt door zowel Waasland-Beveren als KV Mechelen ‘een tunnelvisie’ aangewreven.© Belga Image

‘Trek iets over je hoofd’

Maar toen Myny in zijn eigen woorden eens schetste hoe één en ander was gelopen, bracht dat een deel van de zaal toch weer van de wijs.

Myny vertelde hoe hij op 10 oktober 2018, toen de zogenaamde operatie Propere Handen losbarstte, uit zijn bed was gelicht door de politie. ‘Alles werd me afgenomen: mijn gsm, mijn portefeuille, mijn wachtwoorden van sociale media, mijn pincodes. Ik had geen idee waarover het ging. Mijn vriendin stond te huilen. Eerst werd ik naar het politiekantoor van Waregem gebracht. Nadien reden ze met mij naar Hasselt. Toen we er bijna waren, zei een agent: ‘Trek maar iets over je hoofd, er staat veel pers.’ Ik antwoordde: ‘Waarom? Ik heb niks misdaan.’ Hij zei: ‘Het is beter zo.’ Dus deed ik dat maar.

‘Binnen werden mijn boeien afgedaan en belandde ik in een cel met mensen die ik niet kende. We mochten geen contact maken. De politie vroeg of ik een advocaat had. Dat was niet zo. Ik vroeg of ik naar huis mocht bellen om er een te regelen. Dat mocht niet. Ik zou een pro-Deoadvocaat krijgen.

‘Na een uur of zes was het aan mij om verhoord te worden. Eerst mocht ik nog een kwartier overleggen met mijn pro-Deoadvocaat. Die zei dat het om een zaak van vele jaren geleden ging. Maar de speurder vroeg of ik benaderd was in de aanloop naar KV Mechelen-Waasland-Beveren. Die man zei ook dat ik maar beter eens goed nadacht, want dat ze alles wisten.

‘Pas na enkele minuten dacht ik aan dat telefoontje met Thomas. Ik vertelde dat Thomas mij gezegd had dat ik wat kalm moest zijn, ‘hou je wat in’, maar niet op een manier om iets raars te bedoelen. Daarin was ik misschien niet duidelijk genoeg.

‘Geboeid en met een touw rond mijn benen werd ik de volgende dag naar het gebouw gebracht waar de onderzoeksrechter zat. Onderweg hoorden we via de politieradio dat ik direct naar hem moest. De agenten zeiden: ‘Dat gebeurt normaal nooit.’ Ik werd nóg nerveuzer. Ik deed mijn verklaring opnieuw bij de onderzoeksrechter. Daarna werd ik vrijgelaten. Thuis zag ik mijn hoofd in alle media en wist ik: dit is niet goed. Toen ik bij Jesse De Preter terechtkwam, vertelde die mij over de meldingsplicht.

‘Intussen dacht ik na over wat Thomas precies gezegd had en wist ik weer hoe hij het had verwoord: ‘Oli, hou je wat kalm als je scoort.’ Dat vertelde ik aan de onderzoekscoördinator van de bond.’

Stilaan kwam Myny aan het slot van zijn betoog voor de Geschillencommissie Hoger Beroep. Zijn stem begon te stokken toen hij vertelde hoe hij tegenwoordig wordt beschimpt en hoe hij al heeft overwogen om zijn voetbalschoenen aan de kant te gooien. Al wenend besloot hij met de zin: ‘Ik haat de voetbalwereld, maar speel het spelletje te graag.’

Haaienwereld vol geritsel

Die haat voor de voetbalwereld is herkenbaar voor velen. Als deze tuchtprocedure iéts nog maar eens heel duidelijk heeft gemaakt, dan wel dat het milieu van het profvoetbal een haaienwereld vol geritsel is. Een omgeving waarin mensen vaker met een dubbele tong spreken dan oprecht. Uit verschillende telefoontaps in het strafonderzoek blijkt hoe zelfs binnen eenzelfde club de linkerhand vaak niet mag weten wat de rechterhand doet.

V.l.n.r André Deruyver, Dirk Thijs en Rik Ascrawat, die namens de Geschillencommissie Hoger Beroep deze zaak beoordelen. 'Ik weet wat het betekent te sporten op hoog niveau,' aldus de middelste, 'ik heb het zelf gedaan.'
V.l.n.r André Deruyver, Dirk Thijs en Rik Ascrawat, die namens de Geschillencommissie Hoger Beroep deze zaak beoordelen. ‘Ik weet wat het betekent te sporten op hoog niveau,’ aldus de middelste, ‘ik heb het zelf gedaan.’© belga

Na de getuigenis van Myny konden toehoorders in de zaal zich plots levendig voorstellen hoe ze zelf overstuur zouden geweest zijn mochten ze op hun 24e in zo’n context voor het eerst oog in oog gebracht zijn met een onderzoeksrechter. Ineens begrepen ze hoe een mens in heftige omstandigheden wankele verklaringen kan afleggen. Maar tegelijkertijd bekroop diezelfde toehoorders de vrees dat ze zich door de emotionele getuigenis van Myny in de luren lieten leggen.

Was dit nu het verhaal van een 24-jarige die onwetend middenin het hoog spel van enkele ‘haaien’ was terechtgekomen? En was zijn gehengel naar dat statuut van spijtoptant een weinig doordachte, opportunistische poging geweest om een schorsing te ontlopen? Maar waarom had zijn entourage hem dan niet gewaarschuwd dat hij zo de facto schuld bekende? Was Myny na zijn breuk met Troch ook in de makelaarswereld even het noorden kwijtgeraakt? Had hij in die heftige periode een goede vertrouwensfiguur gemist die met hem een paar stappen vooruit dacht? Of was dit het verhaal van een jongeman die inmiddels zelf de knepen kent van het vaak verdorven voetbalmilieu en op een overtuigende manier probeerde onder een fout uit te geraken?

Kortom: waren de tranen van Myny die van een bange schuldige of die van een onschuldige?

Nóg overslaande stemmen

De getuigenis van Myny was illustratief voor nog meer getuigenissen tijdens de tuchtprocedure. Bij de man die door sommigen ‘misschien wel de meest integere der makelaars’ wordt genoemd, Evert Maeschalck, sloeg de stem over toen hij tegenover de Geschillencommissie Hoger Beroep over zijn vrouw en kroost sprak. Ook Waasland-Beverenvoorzitter Dirk Huyck – in een krant omschreven als ‘misschien te goed voor de voetbalwereld’ – presenteerde zich met een bibberende stem als de vermoorde onschuld. Hij bleef maar herhalen: ‘Ja, makelaar Dejan Veljkovic heeft me benaderd om de match om te kopen. Maar nee, ik ben daar niet in meegegaan.’

Namens de Geschillencommissie Hoger Beroep beantwoordde Thijs al die emotie empathisch. Na het gesnotter van Myny repliceerde hij haast vaderlijk: ‘Ik weet wat het betekent te sporten op hoog niveau, ik heb het zelf gedaan. We zullen onze verantwoordelijkheid nemen en het dossier zorgvuldig bestuderen.’ Dat laatste zinnetje herhaalde hij ook tegenover andere betrokkenen die hem met glazige ogen aankeken.

KV de afgrond in?

‘Het is niet gemakkelijk om in dit dossier aan waarheidsvinding te doen.’ Ook dat zinnetje herhaalde Thijs enkele keren. Nochtans is het volgens sommige partijen net héél makkelijk; zelfs een kind ziet dat er (een poging tot) matchfixing was, roepen zij.

Het klopt dat iedereen intussen aanvoelt dat één en ander niet pluis was rond die bewuste match. Alleen kan een Geschillencommissie Hoger Beroep niet zomaar sancties in het rond strooien en moet zij goed kunnen motiveren wie wat kan aangewreven worden op basis van welk bewijs.

Toen iedereen afgelopen week een laatste kans kreeg om Thijs en zijn twee collega’s, André Deruyver en Rik Ascrawat, in hun beoordeling bij te sturen, greep Peter Roossens die kans met beide handen. Hij is een van de advocaten van KV-bestuurder Olivier Somers.

Roossens ging grondig in op het inhoudelijke aspect van deze zaak. Een belangrijk moment, want het lot van Somers kan bepalend zijn voor KV. Voor de club is immers cruciaal of zij aansprakelijk gesteld wordt voor eventuele misstappen van bestuurders.

Wordt Somers schuldig bevonden, dan is de kans groot dat KV mee de afgrond induikelt, want hij is hoofdaandeelhouder en had in maart 2018 de dagelijkse leiding van de club in handen. Wordt pakweg enkel Thierry Steemans, de financieel directeur van KV, schuldig bevonden, dan is de kans op een straf voor geel-rood al een pak kleiner.

Roossens overliep alle getapte telefoongesprekken die Somers in een lastig parket hebben gebracht. Telkens weer kwam hij met een uitleg die Somers moest vrijpleiten. Roossens bediende zich daarbij – in navolging van enkele collega’s – wel van een handigheidje: hij creëerde de illusie dat met de getapte telefoongesprekken álle communicatie tussen de betrokken partijen op tafel lag. Quod non. De betrokken mensen spraken mekaar in de bewuste periode uiteraard ook live, zonder een derde of tap in de buurt. Alleen: uit dat gegeven vallen geen bewijzen te halen.

Hoffelijkheid zonder grenzen?

Uiteindelijk ging Roossens zelfs het meest bezwarende element voor zijn cliënt niet langer uit de weg: de uithaal van Somers naar Huyck vlak na de verdachte wedstrijd, toen KV wel met 2-0 had gewonnen maar door de 4-0 van degradatieconcurrent Eupen tegen Excel Mouscron toch degradeerde. In een skybox van het Mechelse stadion slingerde Somers verwijten naar het hoofd van Huyck: ‘Gij hebt geen ballen aan uw lijf, crapuul. De Walen kunnen het wél regelen, en gij…’

Roossens zei: ‘Mijn cliënt ontkent niet dat hij zich boos heeft gemaakt toen hij Huyck en Olivier Swolfs (financieel directeur van Waasland-Beveren, nvdr) passeerde, die daar samenzaten met Steemans en Veljkovic.’ Maar Roossens legde de uithaal uit door te stellen dat het bestuur van Waasland-Beveren vóór de match hadden laten verstaan dat KV eenvoudig zou winnen. Roossens: ‘Ze zeiden dat het totaal niet draaide bij Waasland-Beveren en dat de motivatie bij de Beverse spelers niet groot was.’ Maar Waasland-Beveren presteerde in de match net heel goed. In die tegenstelling lag de kiem voor Somers’ furie, aldus Roossens.

Wordt Olivier Somers schuldig bevonden, dan is de kans groot dat KV Mechelen mee de afgrond induikelt, want Somers is hoofdaandeelhouder en had in maart 2018 de dagelijkse leiding van de club in handen.
Wordt Olivier Somers schuldig bevonden, dan is de kans groot dat KV Mechelen mee de afgrond induikelt, want Somers is hoofdaandeelhouder en had in maart 2018 de dagelijkse leiding van de club in handen.© belga

Intussen deed het pleidooi van Roossens een nieuwe vraag rijzen. Nadat de advocaten van Huyck eerder in de tuchtprocedure met handen en voeten hadden uitgelegd hoe de Waasland-Beverenvoorzitter de omkooppoging van Veljkovic had afgewimpeld, bleven andere partijen vragen waarom Huyck dan had ingestemd met een tweede ontmoeting met Veljkovic. Omdat meneer Huyck een hoffelijk en vriendelijk man is, zei de verdediging van Huyck. Op dat punt pleit in het voordeel van Huyck dat de politie die tweede ontmoeting stiekem volgde. Agenten konden met eigen ogen volgen hoe de Waasland-Beverenvoorzitter het papier wegduwde waarop Veljkovic een financieel voorstel wou neerpennen. Maar uit het pleidooi van Roossens bleek dus dat zelfs die tweede ontmoeting voor Huyck niet volstond om alle contact met Veljkovic te mijden, want na de match zat hij dus nog samen met hem in een skybox. Hoffelijkheid zonder grenzen?

De cirkel van Wagner

Bij de slotpleidooien bleef het ook uitkijken naar een uitleg voor het telefoongesprek dat Huyck daags na de 2-0 voerde met Swolfs. Daarin zei die laatste: ‘Voor hetzelfde geld hadden we voluit moeten gaan’, waarop Huyck repliceerde: ‘We hadden het beter gedaan.’

Kristof De Saedeleer raakte dit element in zijn slotpleidooi finaal dan toch eens aan, maar kon er geen overtuigende uitleg aan vastknopen. ‘Weer wil men daar vanuit een tunnelvisie bepaalde zaken uit destilleren die er niet zijn’, aldus de raadsman van Waasland-Beveren. ‘Uiteráárd impliceert dat gesprek niet dat men niet voluit zou zijn gegaan. Kijk hier rond: geen enkele speler zit op de beklaagdenbank behalve meneer Myny, en die is hier dan nog enkel omwille van de meldingsplicht.’

De bondsprocureur kreeg wel vaker het verwijt dat hij vanuit een tunnelvisie geprobeerd heeft om een cirkel rond te maken die er niet is. Ook Huyck slingerde hem verwijten in die trant naar het hoofd. Volgens de Waasland-Beverenvoorzitter worden bepaalde delen van getapte gesprekken aangegrepen en laat de bondsprocureur andere delen links liggen, terwijl die net de indruk wekken dat er namens Waasland-Beveren géén competitievervalsing beraamd werd. Huyck: ‘In een gesprek met mijn ondervoorzitter zei ik: ‘KV moet er maar voor zorgen dat ze beter zijn.”

De Saedeleer bleef het er dan weer moeilijk mee hebben dat hij op het eind van de tuchtprocedure nog altijd niet wist welke daad van competitievervalsing Waasland-Beveren precies zou gepleegd hebben: ‘Zeg mij: welke speler? Welk moment? Laat mij niet vechten tegen windmolens.’

Dweizerik hangt de aap uit’

Bereidheid om KV te ‘helpen’ was er zeker op de Freethiel; dat zei Huyck met zoveel woorden in een getapt gesprek. Ook werd er concreet over nagedacht: in een getapt gesprek opperde Swolfs dat de jeugdige Daan Foulon kon worden opgesteld als verzwakking. Maar toenmalig Waasland-Beverentrainer Sven Vermant wou, zo blijkt ook uit de taps, absoluut winnen. Dat bracht Swolfs ertoe Vermant te omschrijven als een ‘dweizerik die de aap uithangt’.

Die quote gaf andere partijen munitie om te stellen dat Vermant ten minste de vraag moet gekregen hebben om niét met zijn sterkste ploeg te spelen. Maar Vermant zelf verklaarde bij de KBVB-onderzoekscoördinator dat hij vanuit het clubbestuur géén vraag in die richting kreeg. En Foulon speelde in die bewuste match uiteindelijk niét.

Een piste die ook onderzocht wordt, is of Waasland-Beverendoelman Davy Roef benaderd is. Maar Roef speelde net een beresterke partij tegen KV. Anderzijds sluit dat een benadering niet per definitie uit.

Blijven over als voorname pistes: de vermeende benadering van Myny. En het plotse afhaken van sterkhouder Rudy Camacho. Dat hij in extremis niet speelde tegen KV, legt Waasland-Beveren uit door te verwijzen naar zijn nakende transfer naar Montreal Impact.

Grappend gezegd?

Een nog niet eerder vermelde advocaat die zijn cliënt ook uit enkele netelige conversaties moest pleiten, was ten slotte Luk Delbrouck. Hij is de raadsman van Stefaan Vanroy, sportief verantwoordelijke bij KV.

Vanroy werd verdacht door de getapte telefoonconversatie die hij op 9 maart 2018 voerde met Steemans, twee dagen vóór de wedstrijd tegen Waasland-Beveren. Steemans vroeg toen aan Vanroy of die nog altijd interesse had om Myny binnen te halen. Vanroy repliceerde lauwtjes, waarop Steemans benadrukte: ‘Het is in functie van zondag.’ Vervolgens antwoordde Vanroy: ‘Ja, we zijn sterk geïnteresseerd.’

De uitleg van Delbrouck over dat belastende gesprek luidde: ‘We mogen de taps niet beluisteren. We kennen de intonatie niet. Dat kan ook lachend of grappend gezegd zijn.’

Daarnaast wees Delbrouck erop dat dat getapte telefoongesprek het enige element is waarmee de bondsprocureur zijn cliënt in verband kan brengen met een eventuele benadering van Myny. ‘Er is geen enkel materieel bewijs.’

Dat geldt voor iedere betrokkene. Dé vraag is of taptranscripties en -samenvattingen voor de Geschillencommissie Hoger Beroep volstaan voor een veroordeling.

De bondsprocureur vindt alvast van wel. En een repliek als die van Delbrouck bracht Wagner niet bepaald op andere gedachten: ‘Het was maar om te lachen, als je de pleidooien hier moet geloven. De bestuurders van voetbalclubs zijn humoristen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content