Pro League-CEO Pierre François: ‘Wat vandaag gebeurt, is nog maar het begin’

© BELGAIMAGE
Thomas Bricmont

Te midden van de nog altijd niet aflatende storm die het Belgische voetbalschandaal ontketende, verdedigt Pierre François, CEO van de Pro League en voorheen algemeen directeur van Standard, zich tegen de aantijgingen en de kritiek die op hem afkomen.

Een liefhebber van paarden was hij al, maar of hij de witte ridder is die het schandaal in het Belgische voetbal helpt oplossen, daar hebben sommigen hun twijfels over. Want Pierre François heeft veel fans, maar ook veel critici in het wereldje.

Het is een man die zijn dossiers kent, maar die ook in de media kwam toen Luciano D’Onofrio over Standard regeerde. Vandaag is hij CEO van de Pro League, maar hij was ook aan de slag bij het White Star van John Bico en beleefde van binnenuit het failliet van RAEC Mons. Van de top van het Belgisch voetbal naar de kelder, kortom.

Ja, ik heb bemiddeld om een goed akkoord te vinden voor KV Kortrijk na een klacht van Mogi Bayat.

Pierre François

Als lid van een comité onafhankelijke experts moet hij nu concrete aanbevelingen doen omtrent het functioneren van spelersmakelaars in het Belgische voetbal. Pierre François ontvangt ons in zijn bureau op de eerste verdieping van het Glazen Huis van de KBVB om er te praten over een Belgisch voetbal dat al een aantal jaren aangetast is door schadelijke stoffen.

Wat was uw eerste reactie op de affaire die het Belgische voetbal teistert? Was u verrast door de aard van de beschuldigingen of was u op de hoogte van de illegaliteit van sommige praktijken?

Pierre François: ‘Het zijn misschien moeilijke dagen, maar ook dagen die nuttig kunnen zijn. Alleen kan ik vandaag niet zeggen wat ik denk over de beschuldigingen zolang het gerecht daarover geen uitspraak heeft gedaan. Ook al omdat ik denk dat dit nog maar een begin is. Maar vragen of ik van mijn stoel gevallen ben, is wat anders. Als u de voorzitter van de bouwnijverheid zou vragen of er in zijn sector zwart geld omgaat, zal hij u niet met een ernstig gezicht antwoorden dat hij daar niets van weet. Als u me had gevraagd of ik wist dat er illegale praktijken in het voetbal bestaan of bestaan hebben, had ik u waarschijnlijk geantwoord: ja. Waar ik wel door geschokt ben, is de beschuldiging van matchfixing. En dat we verplicht zullen zijn om iets te doen aan het makelaarswereldje, lijkt me ook de logica zelve.’

Waarom hebt u dan gewacht tot het gerecht zich ermee moeide?

François: ‘Zoals ik al zei: soms moet je gebruikmaken van de omstandigheden. De situatie is alleen maar erger geworden door de ontmanteling van het statuut van makelaar dat in 2015 door de FIFA is ingezet. Kijk maar naar het aantal makelaars dat vandaag in en rond het voetbal opereert, en waar ze zich allemaal mee bezighouden.’

Toch zitten tussen de marktleiders spelersmakelaars die al actief waren voor die verandering in de FIFA-regelgeving.

François: ‘Daar heeft u een punt. Het probleem overstijgt de twee makelaars in kwestie ( Dejan Veljkovic en Mogi Bayat, nvdr). De Pro League besloot niet over te gaan tot een registratie van makelaars omdat we geen enkele greep hadden op wat de clubs doen, aangezien de contracten bij de bond gedeponeerd worden en omdat wij als liga geen toegang hebben tot de gegevens die verzameld worden bij de FIFA TMS ( FIFA Transfer Matching System, platform waar alle clubtransfers verzameld worden, nvdr). De politieke wereld heeft evenmin initiatieven genomen, op een wetsvoorstel na dat niet goedgekeurd werd. Ook de KBVB ging niet verder dan een simpele registratie zoals gevraagd was door de FIFA. Ook wij hebben later geen initiatieven meer genomen, zodat je misschien gewag kan maken van een collectieve fout. Aan ons nu om dat straks bij te sturen.

‘Misschien was het fout van ons om niet eerder tussenbeide te komen, maar vandaag laat het momentum toe om dat wel te doen. We zullen dat ook doen en ingrijpende maatregelen nemen, ook al omdat we voelen dat de bestuurders en de voorzitter van de Pro League dat echt nodig vinden. Ik kan u verzekeren dat ook de andere Europese voetballiga’s maar één ding van ons verwachten: dat we het initiatief nemen, wetende dat men ons voorbeeld zal volgen.’

Het is toch opvallend dat zowel u als Marc Coucke, voorzitter van de Pro League, al jarenlang in deze voetbalwereld zit, zonder dat er al die tijd een alarm is afgegaan over wat er verkeerd liep.

François: ‘Ik heb toch de indruk dat het makelaarswereldje flink geëvolueerd is, met name in de negatieve zin, sinds mijn vertrek bij Standard in 2012. ‘

U werkte er met name bij een club waar uw voormalige baas een gerenommeerd spelersmakelaar was, die nooit echt zijn petje van makelaar weggeborgen heeft.

François: ‘Ik was diegene die hem ervan heeft overtuigd om te stoppen met zijn activiteiten als makelaar, en om vicevoorzitter van Standard te worden, wat hij ook heeft gedaan. Bij Standard heb ik hem nooit één euro commissie betaald bij een transfer.’

Dat diezelfde man, Luciano D’Onofrio, vandaag vicevoorzitter is van Antwerp en tegelijk actief blijft als makelaar, stoort u niet?

François: ‘Daar weet ik niets van. De makelaarsactiviteiten die hij nu zou uitvoeren, daar ben ik niet van op de hoogte.’

De zaak-Mouscron

In het dispuut tussen Royal Excel Mouscron enerzijds en KV Mechelen, OHL en Westerlo anderzijds hebt u Mouscron, dat toen geleid werd door de spelersmakelaars Pini Zahavi en Fali Ramadani, geadviseerd met het oog op het bekomen van hun licentie. Hoort dat bij de rol van de CEO van de Pro League?

François: ‘Toch wel. Alle clubs moeten een licentie bekomen. Het doel van onze competitie is dat de eerste kampioen wordt en dat de laatste degradeert. In het geval van Mouscron ben ik het die in het licentiedossier de regel invoerde die verbiedt dat een club geleid wordt door spelersmakelaars, maar ook dat bankrekeningen gelieerd zijn aan makelaars. Had ik Mouscron een plezier willen doen, dan had ik er niet mee voor gezorgd dat die tweede regel er kwam, die tot gevolg had dat in de lente van 2017 de licentie van Mouscron in eerste instantie niet toegekend werd door de licentiecommissie, waarna de club ze na verder onderzoek toch bekwam. En wat Westerlo betreft, of KV Mechelen dat vorig seizoen klacht indiende, begrijp ik dat ze de toepassing van de regels van het Belgische Arbitragecommissie van de Sport ( BAS, nvdr) wilden betwisten, maar niet dat die clubs de regelgeving zelf van de licentiecommissie aanvallen, omdat die de basis vormen van onze organisatie.’

Was het niet vreemd dat u deel uitmaakte van een comité experts dat zich boog over een reglementering wat de makelaars betreft, terwijl u vanaf 2003 toch in het systeem meedraaide, vanaf toen u bij Standard werkte?

François: ‘Ik werk onafhankelijk van de clubs. En toen ik nog voor bepaalde clubs actief was, had ik geen probleem met makelaars, ook niet bij het vastleggen van hun commissies. Het doel was altijd om als club zo weinig mogelijk te betalen. Zo kan ik u toevertrouwen dat ik in al die jaren bij Standard in totaal slechts 15.000 euro commissie heb betaald aan Mogi Bayat. Ik raadde Mogi en Laurent Denis altijd aan hun eigen contracten goed opgeborgen te houden in hun mapjes. De contracten die getekend werden, waren die met Standard. Geen andere.’

Op Sclessin verwijt men u nochtans de transfer van Cyriac naar Anderlecht te hebben vergemakkelijkt.

François: ‘Nochtans was dat een uitstekende zaak, toen.’

Het contract van een speler met twee jaar verlengen, daarin een opstapclausule van 2 miljoen euro laten opnemen en hem vervolgens meteen verkopen aan Anderlecht, dat lijkt eerder een opmerkelijke manier van doen.

François: ‘Hoeveel was Cyriac toen waard? Hij was geblesseerd, wilde weg en we kregen voor hem twee miljoen. Zonder contractverlenging was hij voor nul euro weggegaan. Nooit heeft mijnheer Duchâtelet ( die toen eigenaar was, nvdr) me verweten dat ik die zaak slecht heb onderhandeld voor Standard.’

Pierre François: 'Het klimaat in ons voetbal is giftiger geworden.'
Pierre François: ‘Het klimaat in ons voetbal is giftiger geworden.’© BELGAIMAGE

Van Mogi naar Bico

Na uw periode bij Standard ging u in april 2013 verrassend naar het White Star van de gecontesteerde John Bico. Was het destijds niet Mogi Bayat die bemiddelde bij uw overstap?

François: ‘Het was Benjamin Nicaise die me introduceerde bij John Bico, en het klopt dat Mogi een rol speelde in mijn komst. Hij dichtte me een zekere vakbekwaamheid toe, en dat mag u hem toch niet kwalijk nemen, me dunkt. Wat Bico betreft: ik wist dat hij de makelaar was van Eden Hazard maar verder kende ik hem niet. Hij stelde me voor een club over te nemen die dicht bij het failliet stond. Ik heb er vijf maanden gewerkt, en dan heb ik mijn ontslag gegeven.’

Vandaag stelt men een minnelijke schikking die ik met het gerecht trof gelijk aan een schuldbekentenis. Dat klopt niet.

Pierre François

Waarom?

François: ‘Omdat ik geen toekomst zag voor die club. Ik wil ook benadrukken dat ik mijn ontslag gaf op een moment dat ik geen andere job op het oog had.’

Maar u stond wel dicht bij Mogi Bayat?

François: ‘Hij is een goeie relatie in het voetbal. Ik heb ook, toen hij Charleroi vertegenwoordigde in de Pro League, over hem gezegd dat hij een van de besten was qua interventies in de raad van bestuur. Vandaag ga ik hier niet het tegendeel beweren. Maar wanneer ik hem als spelersmakelaar tegenover mij had, heb ik hem nooit bevoordeeld.’

Waarom hebt u op vraag van Mogi een bemiddeling met KV Kortrijk georganiseerd opdat hij een commissie zou recupereren waarop hij meende recht te hebben?

François: ‘Ik heb dat gedaan om een akkoord te bekomen dat ook goed zou zijn voor Kortrijk, omdat het een einde maakte aan een klacht van Mogi. Wanneer een club een probleem heeft met een belanghebbende en die een beroep doet op de Pro League, om het even om wie het gaat, leg ik die eis voor aan de betrokken club en vraag ik of ik iets kan doen. Ik kan u verzekeren dat Kortrijk tevreden was met het resultaat omdat ik er tegelijk in geslaagd ben hun schuldenlast flink te verminderen ( wat ons door het Kortrijkbestuur werd bevestigd, nvdr).’

Minnelijke schikking

In 2014 hebt u een minnelijke schikking betaald in een onderzoek genoemd ‘Standard de Liège’ waarbij 33 mensen beschuldigd werden van witwassen van geld. Het is moeilijk om daar geen parallel met de zaak van vandaag in te zien.

François: ‘Ten eerste: ik heb nooit een minnelijke schikking betaald waarbij ik schuld bekende. Ik werd toen vervolgd voor een document dat ik getekend had in 2003. In tegenstelling tot andere betrokkenen heb ik nooit de verantwoordelijkheid voor die handtekening afgeschoven op anderen die hoger of lager in functie stonden dan ik. Ten tweede heb ik ten gevolge van die handtekening nooit één eurocent gekregen. Ten derde ben ik helemaal niet zeker dat, als mijn zaak voor de correctionele rechtbank was gekomen, ze tot een veroordeling had geleid.

‘Ik kan alleen vaststellen dat na de huiszoeking bij mij thuis, het in beslag nemen van de computer van mijn zoon en de mediatieke neerslag van heel die zaak op ons gezin, het parket me gefeliciteerd heeft voor het werk dat ik bij Standard had gedaan, en me voorstelde om dat proces af te wenden door een minnelijke schikking te treffen. Ik heb dat aanvaard om ervan verlost te zijn. Maar vandaag vereenzelvigt men die oplossing met een schuldbekentenis. Dat was het helemaal niet. Als de bedoeling is om na te gaan of ik vandaag de kwaliteiten heb om in een bevoegd comité onafhankelijk expert te zijn, is mijn antwoord: ja. Ik weet hoe makelaars onderhandelen, ik weet wat ze kunnen bijdragen ten goede als hun bedoelingen oprecht zijn, en ik ben onafhankelijk.’

Nochtans hebt u ook in het Belgisch voetbal zelf een aantal tegenstanders. Kent u ze?

François: ‘Nee, maar ik vind wel dat het klimaat in ons voetbal giftiger is geworden. Indertijd contacteerde Luciano D’Onofrio me in samenspraak met Robert Louis-Dreyfus nadat ik dertien jaar advocaat was geweest voor Standard. Dat hij toen een beroep deed op mij, is altijd gezegd, was een huwelijk tussen water en vuur. De serieuze gast, die ik was, met alle documenten altijd in orde aan één kant, en het voetbalgenie Luciano aan de andere kant van de tafel. We hebben onze taken goed afgebakend en goed gewerkt, al die jaren. Ik ben nog altijd overtuigd dat we toen een goed team hadden, ook in bestuurskring, waar ik drie goeie bonussen opgestreken heb, dankzij twee titels en een beker van België. Meer heb ik nooit gevraagd, en ook nooit gewild.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content