Geert Lenssens

Over onafhankelijkheid en waardigheid in het voetbal

Geert Lenssens Advocaat en auteur van het boek ‘Belogen en bedrogen’ verschenen bij Borgerhoff. 

Advocaat Geert Lenssens heeft zijn bedenkingen bij het ontslag van bondsprocureur Kris Wagner.

Het stof rond het ontslag van bondprocureur Kris Wagner, een paar weken terug, is intussen gaan liggen. Niets is echter wat het lijkt, want dat hier een zware rechtszaak van komt, is naar mijn aanvoelen vrijwel zeker, tenzij de betrokkenen het inzicht hebben om vooralsnog een dading te sluiten.

Maar om de tango te dansen moet je wel met twee zijn. Het tijdsverloop geeft echter de kans om wat dieper in te zoomen op het merkwaardige draaiboek van het hele verhaal.

Onze voormalige bondprocureur is een begenadigd en eminent jurist en dat wordt door vriend en vijand bevestigd. Dat zijn humor niet steeds doordringt en wat meer inspanning vraagt van de toehoorder is ook bekend.

Maar de gevolgen van de feiten die aanleiding gaven tot het eerder abrupte einde van het mandaat doen toch wel de wenkbrauwen fronsen. De KBVB was van oordeel dat de bondsprocureur met zijn recenteFacebookposts de grenzen van de sereniteit opzocht en mogelijks een schijn vanpartijdigheid zou creëren. Aangezien – nog steeds volgens de bond – reeds herhaaldelijk was aangedrongen op een serene en discrete invulling van de rol, was de maat zogezegd vol en kwam er dan maar een liquidatie zonder vorm van proces.

Die Facebookfilmpjes heb ik intussen bekeken. Ze waren niet alleen onschuldig, ze waren ook bewust sober en wat naïef – humoristisch gehouden om aan te tonen dat zelfs de bondsprocureur maar een gewone mens is, die het belangrijk vond in coronatijden fit te blijven en die de boodschap op een populaire manier wou verspreiden.

Een goede zaak en geen overbodige luxe lijkt me, als men het contrast ziet tussen de fysieke conditie van de gemiddelde speler in vergelijking met die van de gemiddelde supporter. ‘Et alors?’, zou wijlen François Mitterrand gezegd hebben.

Dat dit initiatief, dat ook uitging van anderen, gesteund werd door een andere advocaat die toevallig in het bestuur van een club zat, is ook niet bepaald schokkend en ik zie daar zelfs geen zweem van partijdigheid.

Advocaten hebben elke dag contacten met elkaar en even bevlogen als zij elkaar in de haren vliegen, even sereen en vriendschappelijk gaan zij daarbuiten met elkaar om. Kris Wagner trok die lijn gewoon door en hem kennende zou hij zich door niets of niemand laten beïnvloeden, zeker niet door iemand die huissport gewoon ook belangrijk vindt.

Het moet de bond echter om geheel andere redenen diep gezeten hebben om op een bruuske wijze in te grijpen en betrokkene niet eens de kans te geven zijn versie van het verhaal te geven. De juridische bespiegelingen rond het contract laat ik hier even buiten beschouwing, al moet men geen genie zijn om te weten dat een onmiddellijke stopzetting van een contract zwaar bier is. Dat kan slechts in heel uitzonderlijke gevallen en rechters zijn daar doorgaans erg streng in, en terecht.

Wat mij in het verhaal boeit, zijn de twee maatstaven die we terugvinden in de FIFA-statuten en in het bondsreglement. De vraag is of de principes van onafhankelijkheid en waardigheid wel door de bond zelf werden gerespecteerd in heel deze affaire.

De organisatie valt als dusdanig niet onder het publiek recht maar de privaatrechtelijke regels zijn wel bindend en als daar naar regels die onder eerstgenoemd recht vallen wordt verwezen, dan gelden die evengoed als wet. Eén van die principes is de hoorplicht en aansluitend de rechten van verdediging. Waarom werden die hier compleet genegeerd? Wagner kreeg niet eens de kans om zich te verdedigen en dat doet afbreuk aan zijn waardigheid. Het is nog erger dan een schijnproces, er is gewoon geen proces.

Een ander principe is de sereniteit. Is het sereen om een bondsprocureur publiek te vernederen en als een heks op een brandstapel te zetten? Ik denk het niet. Elke vorm van discretie was zoek in dit dossier.

Tenslotte is er de neutraliteit waar de FIFA- en KBVB-regels herhaaldelijk de nadruk op leggen. De bond heeft het over een ‘mogelijke schijn van partijdigheid’. Welnu een ‘mogelijke’ schijn is geen schijn. Bovendien moet er voor een ‘schijn’ wel wat meer in de weegschaal liggen dan hier het geval is.

Er was bij mijn weten geen enkel concreet lopend dossier waar de betrokken club het openbaar ministerie van de bond tegen zich had en als dat het geval was, dan kon het door één van de bondssubstituten opgevolgd worden. De bondsprocureur kent zoals elke praktijkjurist honderden advocaten en magistraten. Moet hij zich dan opsluiten en leven als een heremiet?

Bovendien is een bondsprocureur, ondanks de titel, een privaatrechtelijke persoon en valt de materie niet te vergelijken met publieke personen zoals echte procureurs en rechters. Dat werd recent nog eens bevestigd in het Optimadossier waar het ging over de schijn van partijdigheid bij curatoren.

In elk geval ontstaat hier sterk de indruk dat de bond andere redenen had om niet in een normale dialoog, laat staan in een regulier debat te gaan met haar eigen procureur en dat men dan maar gekozen heeft voor de Trumpiaanse liquidatie. Die redenen lijken zich eerder te situeren in het feit dat de bond het niet eens was met het beleid van haar procureur. Dat staat nochtans haaks op diens veel geprezen en noodzakelijke onafhankelijkheid.

Bovendien was de manier waarop hij pijnlijk aan de kant werd gezet in mijn ogen niet waardig. Ik denk dan ook dat de bond er best aan doet om in dit dossier een regeling te zoeken en hierbij om ethische redenen gebruikmaakt van de gelegenheid om aan haar voormalige waakhond eerherstel te gunnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content