
Hoe Dimitri de Condé zich opwerkte tot beste technisch directeur van België
Acht jaar na zijn laatste match als voetballer wint Dimitri de Condé met Genk de titel. Een terugblik op het parcours van een man die zich opwerkte van jeugdtrainer tot de beste technisch directeur van België.
Dit artikel verscheen daags voor de titelviering, op woensdag 15 mei 2019, in Sport/Voetbalmagazine
Eind oktober 2010 davert het Damburgstadion van Bocholter VV op zijn grondvesten wanneer Dimitri de Condé het voor bekeken houdt bij de derdeklasser. De Condé en trainer Frank Machiels, ploegmaats bij Lommel in de jaren 90, zijn helemaal op elkaar uitgekeken en ze zien geen basis meer om met elkaar verder te gaan.
De clubs staan in de rij om de sierlijke middenvelder onder contract te nemen en een maand later vindt De Condé onderdak in vierde klasse C bij Overpelt. De transfer komt tot stand met de hulp van zijn jeugdvriend Bart Peeters, doelman en aanvoerder van Overpelt. De twee speelden nog samen bij de UEFA-junioren van Lommel en De Condé heeft er veel voor over om nog een keer de kleedkamer te delen met zijn maat.
Begin december rept de 35-jarige De Condé zich met zijn loopschoenen naar de Finse piste van het Dommelhof in Neerpelt voor zijn eerste training en in januari maakt hij zijn debuut voor Overpelt. Enkele individuen vrezen voor hun plaats, maar voor de rest staat de hele spelersgroep honderd procent achter de komst van De Condé.
Veel eer valt er voor hem niet te rappen tegen ploegen als Zwarte Leeuw, Leopoldsburg en Spouwen-Mopertingen, maar uit alles blijkt dat hij er nog één keer alles uit wil persen. ‘De motivatie was nog intact bij Dimitri. Anders had hij niet voor een ploeg gekozen die tegen de degradatie vocht’, vertelt ex-ploegmaat Jan Gielen. ‘Onze start was dramatisch – na tien matchen hadden we vijf punten – maar dankzij de inbreng van Dimitri hebben we na een serieuze remonte het behoud verzekerd. Op het veld nam hij zijn verantwoordelijkheid en van trainer Michel Kenis mocht hij nu en dan de opwarming geven.’
Terwijl veel clubmedewerkers in de zaak-Pozuelo de emotionele toer opgingen, bewaarde De Condé zijn cool.
Op 11 maart scoort de Hasselaar zijn enige goal voor Overpelt op het veld van Lutlommel (0-3) en na tien duels komt er een abrupt einde aan zijn avontuur in Noord-Limburg. Het bestuur komt terug op een eerder gemaakte belofte dat zijn contract automatisch verlengd zou worden mocht de club zich redden. De Condé weegt zwaar op het budget en binnenskamers wordt er getwijfeld of hij nog een heel seizoen aankan.
Voor De Condé hoeft het niet meer en hij laat de laatste twee duels van de competitie schieten. Zonder het zelf te beseffen speelt hij op 16 april 2011 tegen Heusden-Zolder zijn laatste match uit zijn carrière. Na ruim 250 duels in eerste klasse verdwijnt hij geruisloos van het toneel. Een afscheidsmatch of staande ovatie is hem niet gegund.
‘Hij heeft spijtig genoeg niet het afscheid gekregen dat hij voor ogen had’, aldus Bart Peeters. ‘Het had op een mooiere manier afgehandeld kunnen worden. Ikzelf was van niets op de hoogte. Ik werk voor het leger en ik was gedurende acht weken op een buitenlandse missie in Griekenland. Mocht ik toen in België geweest zijn, dan was het misschien anders gelopen. Als aanvoerder had ik de plannen van het bestuur kunnen verhinderen.’
PUBERENDE TIENERS
Na twee gelijkaardige incidenten in een halfjaar staat het hoofd van De Condé niet meer naar voetballen – enkel een uitzonderlijk voorstel kan hem op andere gedachten brengen. De ontnuchtering was acht jaar daarvoor al compleet bij De Condé toen Lommel, de club waar hij als tiener doorbrak in eerste klasse, in vereffening ging. In 2002, een jaar eerder, had hij al op straat gestaan na het opdoeken van Eendracht Aalst. Zijn liefde voor het voetbal was toen even bekoeld.
‘Ik ga mijn kinderen afraden om professioneel sport te beoefenen’, liet de Condé zich ontvallen in Het Nieuwsblad. ‘De studies moeten primeren, want met de bal valt er straks nog nauwelijks wat te verdienen. Bovendien is de mentaliteit rot en pikken de vele buitenlanders de plaatsen in van onze jeugd. Maar ondanks alles ga ik verder met dit spelletje.’
De Condé aast op een job als hoofdcoach ergens in een lagere afdeling. Twee maanden na zijn anonieme aftocht uit vierde klasse waait De Condé, houder van een UEFA B-diploma, de toenmalige Cristal Arena binnen om er de U17 onder handen te nemen.
Aanvankelijk ziet hij het niet zitten om een bende puberende tieners te trainen, maar hij kan uiteindelijk niet weerstaan aan de lokroep van Genk. Het valt veel mensen op dat hij de stap naar het trainerschap vlot verteert. Hij weet wat er speelt in het hoofd van zijn spelers en legt zware tactische materie op een simpele manier uit. Een spelersgroep laten toeleven naar een climax is ook een van zijn specialiteiten.
‘In de dug-out was hij de rust zelve. Hij behield altijd de controle over zichzelf’, herinnert Tom Custers zich, momenteel trainer van de U15 en destijds assistent van De Condé bij de U17. ‘Hij was doelgericht in zijn coaching. Hij ging niet staan roepen om te roepen. Ook niet tijdens de rust. Hij straalde als trainer veel rust uit, maar hij kon tegelijkertijd zijn drive overbrengen op de spelers. Hij is een complete trainer. Ik heb altijd gedacht dat hij als hoofdtrainer bij een eersteklasser zou uitkomen.’
In zijn derde seizoen bij Genk erft De Condé een generatie met enkele goudhaantjes als Leon Bailey, Jordy Ekangamene, Holly Tshimanga, Bryan Heynen, Tyron Ivanof, Nordin Jackers en Dries Wouters. Ze vormden de ruggengraat van de kampioenenploeg bij de U16 en bij de U17 laten ze zich ook meteen opmerken. Na enkele speeldagen wordt Standard met 6-1 van de mat gespeeld, met in de hoofdrol het aanvallende trio Bailey-Ekangamene-Tshimanga.
De kern is echter zo smal dat De Condé bij een jongere leeftijdscategorie moet gaan shoppen om aan genoeg spelers te geraken. Custers: ‘Toen Bailey vertrok, hielden we twee aanvallers over. Aangezien we niet meer in een 4-3-3 konden spelen, heeft Dimitri het idee opgevat om in een 4-4-2 te spelen met een smalle ruit op het middenveld en hoge flanken. Volgens hem kun je met die bezetting veel kanten uit. Ik moet zeggen dat hij heel creatief is omgesprongen met het spitsenprobleem. De rest van zijn visie bleef dezelfde: dominant voetballen, hoog druk zetten en zelf bepalen waar we de bal zouden veroveren. We hebben dat seizoen de titel aan Anderlecht moeten laten, maar het was bijna elke week genieten van ons voetbal. In geen enkele wedstrijd hebben we ondergelegen.’
Getuigen van klasse
Half maart 2015 neemt De Condé plaats op de stoel van technisch directeur. Hij heeft zich van onderen uit naar de top gewerkt en kent alle facetten van de club. Hij weet hoe belangrijk de jeugd is en mist nauwelijks een thuismatch van de beloften. Hij is graag gezien in de Jos Vaesen Talent Academy, omdat hij altijd aanspreekbaar is en bereid is te luisteren naar de vragen en verzuchtingen van de jeugdtrainers.
Zijn band met de spelers is mogelijk nog groter. De Condé waakt over het mentale welzijn van de spelers en klopt overuren om de familiale issues van zijn jongens op te lossen. Het is zijn verdienste dat Bailey teruggekomen is naar Genk en dat Sander Berge gebleven is.
Aan nieuwkomers laat hij op een bord zien welke positie hij voor hen vrijhoudt. ‘Ik voelde meteen het vertrouwen van De Condé’, getuigt een speler die recent werd aangeworven. ‘Ik zal niet vergeten wat hij zei: ‘We kennen jouw kwaliteiten en we weten wat je waard bent. We zullen er alles aan doen om jou bij Genk te doen slagen.”
Wie De Conde niet kent, zal denken dat hij te rechtschapen is voor het voetbalwereldje. ‘Of hij te braaf is? Ik vind van niet’, zegt Peeters. ‘Hij is nog altijd de rustige jongen van vroeger, maar hij is zeker niet volgzaam. Ik denk dat hij veel heeft opgestoken als filiaalhouder en vertegenwoordiger in het bandenbedrijf van zijn vader. Daar heeft hij de knepen geleerd.’
De Condé onderscheidt zich vooral van zijn concurrenten door zijn oog voor puur talent. Hij ziet meteen de groeimogelijkheden van Alejandro Pozuelo en Roeslan Malinovski. En hij komt heel vroeg een dan nog onbekende speler als Elias Cobbaut op het spoor. Cobbaut geraakt bij Genk door de eerste screening, maar tot een transfer komt het niet omdat Peter Maes hem geen plaats in de A-kern kan garanderen na de zomervoorbereiding.
In de zomer van 2018 komt De Condé namens Genk een tweede keer aankloppen bij Cobbaut. De Limburger is op zoek naar een vervanger voor de aan Sampdoria verkochte centrale verdediger Omar Colley, maar Cobbaut verkiest een overstap naar Anderlecht.
‘Aan het einde van het gesprek met Dimitri de Condé en Philippe Clement wist ik precies waar ze naartoe wilden met Elias’, zegt Alain Denil, makelaar van Cobbaut. ‘Maar ik was vooral aangenaam verrast door de reactie van De Condé toen we voor Anderlecht kozen. In het milieu kom je veel mensen tegen die in zo’n situatie boos of bits reageren. Het getuigt van veel klasse dat De Condé op geen enkel moment wrok heeft getoond.’
Dimitri de Condé onderscheidt zich vooral van zijn concurrenten door zijn oog voor puur talent.
DAGJE GRASPOP
De voorbije jaren was Genk niet echt een toonbeeld van duurzaam beleid: in een tijdsspanne van vier jaar mochten Gunter Jacob, Alex McLeish, Peter Maes, Albert Stuivenberg en Patrick Janssens beschikken en stapte voorzitter Herbert Houben zelf op. De enige stabiele factor in die periode is De Condé.
Maar hij kan niet verhinderen dat zijn veelbelovende expeditie met Janssens en Stuivenberg strandt. Ze komen nochtans overeen dat ze bij elkaar zullen blijven en er ligt een scenario klaar in geval de resultaten tegenvallen. Achteraf verbaasde Stuivenberg zich erover dat hij vanuit een bepaalde hoek te weinig steun had gekregen. Feit is wel dat Pozuelo en Malinovski vaak hun beklag gingen doen bij De Condé over Stuivenberg en dat er iemand geslachtofferd moest worden om het publiek te kalmeren.
In de kleedkamer wordt het optreden van De Condé in de zaak-Pozuelo wel gesmaakt. Terwijl veel clubmedewerkers de emotionele toer opgaan, bewaart de Limburger zijn cool. In eerste instantie verdedigt hij het standpunt van het management om Pozuelo aan zijn contract te houden.
Hij wijzigt zijn mening wanneer hij vanuit de spelersgroep het signaal krijgt dat de rust in de kleedkamer pas zal weerkeren met het vertrek van Pozuelo. De bevlogen speech van De Condé toen de transfer van de Spanjaard beklonken was, blijft lang hangen. ‘De Condé heeft het vertrek van Pozuelo geminimaliseerd en hij drukte ons op het hart dat hij echt in de kwaliteit van de groep geloofde’, aldus een speler die aanwezig was tijdens de redevoering. ‘In tegenstelling tot wat in de media verschenen was, hadden we volgens De Condé geen Pozuelo nodig om onze doelen te bereiken.’
Twee maanden geleden liet ex-Genktrainer Mario Been de naam van De Condé vallen bij Feyenoord, dat op zoek is naar een nieuwe sportieve baas. In zijn zoektocht naar een opvolger voor LucDevroe zou Michael Verschueren voor de winterstop ook aan De Condé gedacht hebben. Net als twee jaar geleden trouwens, toen Herman Van Holsbeeck nog het commando voerde. ‘Maar ze zullen bij Genk al vieze dingen met Dimtiri moeten uitsteken om hem weg te jagen’, zegt jeugdvriend Peeters. ‘Waar in België kan hij op sportief vlak beter zitten dan bij Genk?’
De Condé was gecharmeerd door de interesse van Anderlecht, maar hij zag een verhuis naar Brussel niet zitten. ‘Ik heb als speler te veel naar mijn zin van club moeten veranderen. Als technisch directeur ben ik honkvast’, vertelde De Condé aan Het Belang van Limburg. ‘Ik wil hier bij Genk verder doorgroeien. Ik heb blauw bloed en zie mezelf niet werken bij een andere Belgische club. Daarvoor ben ik te veel Genksupporter.’
Met een dagje Graspop of een heavymetalshow van zijn favoriete groepen Life of Agony , Slipknot of het Deense Volbeat valt De Condé wel te verleiden. In zijn periode als speler slaagde hij er ooit in om zijn STVV-ploegmaat Peter Delorge naar een heavymetalconcert mee te lokken. Hij gebruikte toen al zijn charisma en overredingskracht om in het hoofd van zijn gesprekspartner te kruipen.
De Condé – Schoofs: het succesduo van Genk
Dirk Schoofs, sinds 1 augustus 2016 hoofdscout in de Luminus Arena, is achter de schermen een van de architecten van het huidige succes. Samen met Dimitri de Condé vormt Schoofs het hart van het Genkse transferverkeer. Het is op aangeven van Schoofs dat het scoutingapparaat een grondige opknapbeurt kreeg. Het aantal scouts werd tot vijf herleid en er werd een nieuwe database aangemaakt. Vanuit het perspectief van Schoofs mag Genk niet afglijden naar een situatie waarin makelaars de macht hebben.
De Condé en Schoofs zijn onafscheidelijk en delen zelfs een bureau in het stadion. De taakverdeling is duidelijk: Schoofs pluist samen met een vijfkoppig team van scouts databanken als Wyscout uit en wanneer ze een topprioriteit op het oog hebben, neemt De Condé het vliegtuig om de speler in kwestie ter plaatse te bekijken. ‘Ik kijk meer naar de verdedigend ingestelde spelers, maar onze visie op voetbal is zo gelijklopend dat we vaak op dezelfde lijn zitten wanneer we een speler observeren. Ik vind het als hoofdscout vooral belangrijk dat ik een rechtstreekse lijn heb met de technisch directeur.’
Van zodra Schoofs en De Condé overtuigd zijn van een speler wordt het rapport voorgelegd aan een commissie die de transfers goedkeurt. ‘In tegenstelling tot wat bij andere clubs gangbaar is, worden bij Genk beslissingen over inkomende transfers in teamverband genomen’, zegt Kristof Vandersmissen, makelaar van Casper De Norre en Dries Wouters. ‘In een structuur waarin één persoon alle beslissingen neemt, kun je snel te maken hebben met een gebrek aan transparantie.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier