De Chinese Super League: wat hebben we geleerd?

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De komst van een reeks sterren heeft de Chinese Super League niet door elkaar geschud: voor de achtste keer op rij werd Guangzhou Evergrande kampioen.

Axel Witsel kan bijna met vakantie. Dit weekend staat in de Chinese Super League de laatste speeldag op de kalender en dan zijn er nog twee interlands met België. Daarna: boeken dicht en naar een of ander strand.

Sinds de herziening van de eerste klasse in 2004 was het het veertiende seizoen in de Super League, maar het was het eerste sinds een aantal zakenmensen vorige winter met handenvol dollars gooiden en sterren naar China haalden. Niet alleen afgeschreven vedetten à la Carlos Tévez, die plots ’s werelds bestbetaalde voetballer werd, maar ook jongens in de bloei van hun carrière, zoals de Brazilianen Ramires, Oscar en Pato, de Colombiaan Jackson Martínez of onze landgenoot.

Om te beginnen: het spenderen van meer dan 360 miljoen euro aan de grote namen heeft de hiërarchie niet door elkaar geschud. Net als de voorbije zeven jaar stond er weer geen maat op topclub Guangzhou Evergrande, geleid door Felipe Scolari, die het na twee jaar wel voor bekeken houdt en opgevolgd zou worden door Carlo Ancelotti. Het Shanghai SIPG van André Villas-Boas en de Brazilianen Hulk en Oscar eindigde tweede en bereikte de halve finale van de Aziatische Champions League. In 2016 waren ze derde.

De grote teleurstelling is Jiangsu Suning, de ploeg van Ramires: vorig jaar nog vicekampioen, nu ternauwernood gered door Fabio Capello, die in de zomer insprong. Individueel was Tévez de grote ontgoocheling: amper veertien keer inzetbaar voor Shenhua, amper drie goals en op het einde bankzitter vanwege overgewicht.

Leidde de toevloed aan sterren tot meer publieke belangstelling? De topclubs scoorden goed qua toeschouwersaantallen, gemiddeld 24.000. Daaronder was het minder. In een land van 1,4 miljard mensen blijkt dat Europees voetbal op tv nog steeds veel beter scoort dan de Chinese variant. De rechtenhouder van het lokale voetbal vertilde zich een beetje in de betalingen en vroeg deze zomer om hulp.

Er kwamen ook plots alarmerende berichten over clubs die in nood zouden zijn en hun verplichtingen niet nakwamen. Een paar clubs ontkenden in een officiële mededeling, anderen zwegen. De zaak stierf een stille dood.

Na een interventie van de overheid? Die steunt het voetbal, maar stuurde wél de spelregels bij. De vorige buitenlanderslimiet (maximaal vier op het veld en eentje op de bank) werd dit seizoen herleid tot drie, om de eigen markt te beschermen. En voor de transferperiode in juni werden nieuwe financiële regels ingevoerd. Wie een speler kocht voor minder dan 45 miljoen yuan (5,8 miljoen euro) moest hetzelfde bedrag investeren in de eigen jeugdopleiding. Betaalde je meer, dan ging datzelfde bedrag naar Caesar, het voetbalfonds van de staat, die zo graag met haar team naar een WK wil. Gevolg: klinkende namen kwamen er in juni niet naar de Super League. Het is niet duidelijk of voor de komende transferperiode die investeringsregels van kracht blijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content