
De 4-4-2, de eerste liefde van Felice Mazzu
Toen Felice Mazzu dat systeem gebruikte om de match op KV Mechelen te doen kantelen, zei men dat hij daarmee afstapte van zijn principes. Maar eigenlijk is de 4-2-2 altijd al het favoriete systeem geweest van de Carolo. Een terugblik.
De ene is supersub bij US Avranches in de Franse derde afdeling. De andere is targetspits bij FC Olympic Namur, een stevige tweedeprovincialer. Met andere woorden: de ploegen waar ze momenteel spelen verraden dat de topperiode van David Pollet en Giuseppe Rossini al een hele poos achter ons ligt. Negen jaar geleden stonden ze samen in de aanval van Sporting Charleroi op bezoek in het Jan Breydelstadion. Het is weldegelijk met een 4-4-2 op het tactisch bord dat Felice Mazzu zijn entree maakt als trainer in eerste klasse.
Noch de 2-0-nederlaag, noch de jaren die voorbijglijden zullen de diepe overtuiging van de Carolo veranderen. Bij de Zebra’s zal hij nadien Cédric Fauré aan Lynel Kitambala koppelen en David Pollet aan Jérémy Perbet, en tijdens zijn korte passage bij KRC Genk stelt hij meermaals Ally Samatta op naast Paul Onuachu.
Overtuiging
Mijn favoriete opstelling is er een met twee aanvallers’, vertelt Mazzu in het midden van zijn lange periode in Henegouwen. ‘Twee échte spitsen hé, geen negenenhalf. Elk jaar ben ik bij Charleroi met een 4-4-2 begonnen. Ik heb dat altijd geprobeerd.’ Het is uiteindelijk met een duo voorin (Deniz Undav en Dante Vanzeir) maar met drie man achteraan dat de coach, op dat moment bij Union, ei zo na voor dé verrassing van het vaderlands voetbal in de eenentwintigste eeuw zorgt.
Het is met dezelfde overtuiging – de 3-5-2 is nu ‘zijn’ systeem geworden – dat hij plaatsneemt op de trainersbank van het Lotto Park. Voorgoed? Of alleen maar tot afgelopen zondag en het succes op KV Mechelen, dat afgedwongen werd door Wesley Hoedt bij de rust te vervangen, over te schakelen op een viermansverdediging en de jeugd een kans te geven?
Het beste systeem
Al in de lagere afdelingen van het Belgisch voetbal hield Mazzu ervan om in de zomer, tegen de herneming van de competitie, zijn 4-4-2 zo nauwgezet mogelijk voor te bereiden. Een systeem waar hij passioneel over uitweidde toen hij in 2016 de kantoren van onze redactie bezocht: ‘Het is de opstelling waarmee je het best het veld bezet. Je hebt twee lijnen van vier spelers, die bijna in elk systeem bestaan, en de twee spitsen laten je toe om in balbezit met twee spelers hoog op het veld op de verdediging van de tegenstander te wegen. De centrale verdedigers worden daardoor in verlegenheid gebracht, want ze gaan twijfelen wat ze moeten doen: man op man spelen tegen de twee aanvallers of een middenvelder laten uitzakken om een numerieke meerderheid te creëren. Om dat systeem te spelen heb je veel kwalteit nodig. Want als je laag speelt en de spitsen bewegen niet goed, dan komt er op het middenveld veel ruimte en tijd voor de driehoek van de tegenstander. Maar als je dominant bent en je speelt de hele tijd op de helft van de tegenstrever, dan kan die driehoek niet zoveel kwaad aanrichten.
Zijn voorganger bij Anderlecht zal dat waarschijnlijk niet ontkennen. Vincent Kompany werkte aan een ambitieuze filosofie met een 4-2-2-2-systeem. Daarbij moest een van de spitsen afhaken tussen de linies en de andere voor dreiging zorgen door diep te lopen en daar de ruimte te zoeken. Die weg zou nu ook Felice Mazzu kunnen bewandelen. Ook al leidt dat tot de paradox dat een terugkeer naar zijn geliefd systeem zou betekenen dat hij zijn ideeën verloochent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier