Wouter de Groot

‘Dat gezeur over die doden in Qatar. Ik wil gewoon voetbal kijken!’

Wouter de Groot Freelance adviseur en bestuurder in de sport

Het WK 2022 zorgt voor controverse. Moeten we naar Qatar gaan of iets anders doen? Het antwoord van Wouter de Groot, freelance adviseur en bestuurder in de sport.

Het artikel in The Guardian van 23 februari 2021 over het grote aantal sterfgevallen (ruim 6.500) heeft bij mij de vraag opgeroepen in hoeverre mensenrechten een rol spelen bij de beoordeling van kandidaatstellingen voor (grote) sportevenementen en of en hoe er in de toekomst beter rekening kan worden gehouden met het respecteren van mensenrechten.

De statuten en reglementen laten zien dat de FIFA een Human Rights Policy hanteert (mei 2017). De basis voor dit beleid wordt gevormd door UN Guiding Principles on Business and Human Rights1. De basis voor die ‘Guiding principles’ is onder meer de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)2. Dat betekent dat op papier de mensenrechten worden gerespecteerd. Mensenrechten die gelden voor deelnemers aan het WK voetbal, alle vrouwen en mannen die betrokken zijn bij de organisatie van het WK voetbal en voor de volledige supply chain van bedrijven en organisaties die nodig is om een WK voetbal te organiseren. In de ‘bidding regulations‘ voor het WK voetbal van 2026 zijn mensenrechten en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden inmiddels opgenomen.

Er blijft geen enkele reden over om het WK voetbal in Qatar te houden.

Wat zijn nu precies mensenrechten? En fatsoenlijke arbeidsomstandigheden? Tijd en plaats bepalen hoe tegen mensenrechten en arbeidsomstandigheden wordt aangekeken en hoe ermee wordt omgegaan. Alle landen in de wereld bevinden zich in een verschillende fase van ontwikkeling, er bestaan (grote) culturele verschillen en de ene democratie is de andere dictatuur niet. Het is daardoor moeilijk om overal dezelfde standaarden te hanteren.

Hier heeft de FIFA rekening mee gehouden. In gevallen waar verschillende normen worden gehanteerd, geeft het mensenrechtenbeleid van de FIFA (onder punt 7) aan dat dan de hoogste normen zullen worden gehanteerd. Om dit te onderstrepen heeft de FIFA samen met de regering van Qatar op 3 februari 2021 (dus 20 dagen vóór het bewuste artikel in The Guardian) een verklaring opgesteld die een nieuwe dimensie geeft aan het begrip holle frasen.

Tot op heden (24 maart 2021) is op de website van de FIFA geen reactie te vinden op het artikel in The Guardian, maar slechts ‘vrolijk’ en verantwoord nieuws over het WK van 2022.

Ook de stadions, of die nu verkleind worden of zelfs geschonken aan andere landen, zullen roze olifanten blijken.
Ook de stadions, of die nu verkleind worden of zelfs geschonken aan andere landen, zullen roze olifanten blijken.© GETTY

Ik ga in dit artikel niet specifiek in op de corruptie en de omkoping die hebben ‘geholpen’ om het WK voetbal van 2022 aan Qatar toe te wijzen, maar wel kort op de FIFA Code of Ethics. De laatste versie van deze Code of Ethics is sinds 13 juli 2020 van kracht. Onder 3, ‘Applicability in time’, staat dat de Code of Ethics ook van toepassing is op gebeurtenissen die in het verleden hebben plaatsgevonden. Dat zou kunnen betekenen dat ethische misdragingen van verantwoordelijken, vastgesteld uiteraard door de Ethische Commissie van de FIFA, met terugwerkende kracht veroordeeld kunnen worden. Aangezien in de jaren na de stemming, een groot deel van de stemgerechtigden zijn biezen heeft moeten pakken vanwege malversaties, zou het vermoeden kunnen ontstaan dat er geen eerlijke keuze heeft plaatsgevonden en dat de overeenkomst, op basis waarvan een opdracht tot het organiseren van een toernooi is verstrekt, feitelijk nietig is.

Het is derhalve in het belang van de FIFA zelf geweest om weliswaar toe te geven dat er zaken hebben plaatsgevonden die ‘niet helemaal zijn gegaan zoals het hoort’ (lees: corruptie, omkoping), maar dat dit onvoldoende was om tot een veroordeling over te gaan. Er is nog een reden waarom de FIFA het besluit niet terug zal draaien. Men is vermoedelijk bang voor schadeclaims door alle contractpartijen, die, uiteraard volledig te goeder trouw handelend, rechtsgeldige overeenkomsten met het organisatiecomité hebben gesloten.

Er zijn nog meer problemen met Qatar. Dat het geen voetballand is, geen (voetbal)infrastructuur heeft en dat het bloedheet is in de zomer (in een later stadium is pas besloten om het toernooi naar de relatief ‘koele’ wintermaanden te verplaatsen) wisten we al. Ook de stadions, of die nu verkleind worden of zelfs geschonken aan andere landen, zullen roze olifanten blijken.

Nee, naast het probleem dat Qatar geen democratische rechtstaat is, is er ook een cultureel aspect dat volgens mij meespeelt en waar de FIFA veel te weinig tegen gedaan heeft en dat is het fenomeen van het kafalasysteem. In een rapport van de ITUC (International Trade Union Confederation) uit 2014 staat uitgebreid beschreven wat er allemaal mis is in Qatar en welke rol dit kafalasysteem hierbij speelt. Het komt er in het kort op neer dat de werknemers nauwelijks rechten hebben, zich niet mogen organiseren, slecht en te laat betaald krijgen, onder erbarmelijke omstandigheden moeten werken, etc.

Door vóór het WK in Qatar te stemmen is men willens en wetens akkoord gegaan met het accepteren van wat feitelijk slavernij te noemen is.

Dit hadden de stemgerechtigden van de FIFA kunnen weten. Mijn stelling is dat door vóór het WK in Qatar te stemmen men willens en wetens akkoord is gegaan met het accepteren van wat feitelijk slavernij te noemen is. Op het racistische aspect ervan ga ik nu niet verder in. We kunnen ook vaststellen dat Qatar per hoofd van de bevolking zo ongeveer het rijkst is van heel de wereld en graag bij het ontwikkelde deel van de wereld wil horen.

Wat in het geval van Qatar daarom extra steekt, is dat het land blijkbaar te beroerd is om arbeiders ook te laten werken, betalen en huisvesten volgens die ontwikkelde normen. Vermoedelijk moeten we de rapporten van Human Rights Watch en Amnesty International afwachten om erachter te komen welke rol westerse bedrijven (architecten, aannemers, onderaannemers, adviseurs, consultants, etc.) gespeeld hebben om over de ruggen van slaven miljarden te verdienen. En er zal ook vast wel weer iets aan de hand zijn met de marketing- en uitzendrechten van het WK voetbal.

Er blijft geen enkele reden over om het WK voetbal in Qatar te houden. We zitten straks volgens Paul Onkenhout naar niets minder dan ‘de grootste blamage voor de sport sinds de Spelen van 1936 in Berlijn‘ te kijken. Hoe moeten we in de toekomst omgaan met mensenrechten en sportevenementen? Volgens de eerdergenoemde documenten streeft de gehele wereld een situatie na waarin alle mensen broeders (en zusters) worden. Een mooi streven, maar omdat een groeiend aantal landen steeds verder van de genoemde idealen af komt te staan (ook in ‘het westen’ verloopt het qua mensenrechten soms verre van vlekkeloos), is het misschien wenselijk om een ondergrens te benoemen. Tenminste, als ‘we’ serieus zijn met het beter maken van de wereld.

Mijn suggestie is een tweetrapsraket: formuleer voorwaarden waaraan voorafgaand voldaan moet zijn en expliciteer de ondergrens van die voorwaarden. Het is belangrijk om die voorwaarden afzonderlijk te beoordelen en niet in samenhang. Als mensenrechten dan wat lager scoort, maar duurzaamheid, bezoekerscapaciteit of infrastructuur heel hoog, dan kan men toch gunstig uit de bus komen. Ook moet duidelijk worden gemaakt wie mag beoordelen en hoe wordt beoordeeld. Bij voorkeur gebeurt dit transparant en onafhankelijk.

Om een voorbeeld te noemen; de huisvesting van de arbeiders. Als het mogelijk is om richtlijnen voor hotelfaciliteiten voor deelnemende ploegen en bobo’s te formuleren dan moet dit ook voor huisvesting van arbeiders mogelijk zijn. Verder kan er uiteraard (onafhankelijk) toezicht georganiseerd worden op (ook op bv. de arbeidsomstandigheden). Er zijn genoeg partijen die constructief mee willen denken. Het is een beetje als voldoen aan de voorwaarden om lid te mogen worden van de Europese Unie, met dit verschil dat van tevoren al duidelijk is dat wanneer je niet meer aan één of meer van de voorwaarden voldoet nádat de toewijzing heeft plaatsgevonden, dat je dan ook meteen het toernooi kwijt bent.

Volgens onderzoek van The Guardian overleden al 6.500 mensen bij het bouwen van stadions voor het WK in Qatar.
Volgens onderzoek van The Guardian overleden al 6.500 mensen bij het bouwen van stadions voor het WK in Qatar.© GETTY

Wat overblijft is niet zozeer de vraag of westerse normen en waarden (van democratie en rechtstaat) worden opgelegd aan de ‘rest van de wereld’, maar of men bereid is om een minimum aan onvervreemdbare mensenrechten met elkaar af te spreken. Zo staat het immers ook geformuleerd in de UVRM! Kunnen alleen democratische rechtstaten nog sportevenementen organiseren? Dat zou kunnen. Een sportevenement ‘gebruiken’ als middel om maatschappelijke misstanden aan de kaak te stellen en het gesprek met het organiserende land te voeren, werkt volgens mij niet (China en Rusland). Ik kan geen sportevenement bedenken waar dit argument wel voor op is gegaan.

Het gaat dus enerzijds om het formuleren van voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een sportevenement te mogen organiseren en anderzijds aan het expliciteren van de ondergrens van die voorwaarden. De maatschappelijke impact moet aan de voorkant geregeld worden en sport heeft de mogelijkheid en de macht om dit voor elkaar te krijgen. Op die manier kunnen sportevenementen helpen om de wereld daadwerkelijk een betere plek te maken.

Maar dan moet de internationale gemeenschap wel bereid zijn om al die mooie teksten in al die mooie verdragen meer te laten zijn dan woorden op papier. Anders moeten we met elkaar maar eens concluderen dat sportevenementen geen wezenlijke maatschappelijke veranderingen tot stand kunnen brengen en dat mensenrechten niet universeel zijn, wellicht zelfs een wassen neus. Dat 6.500 mensen voor niets zijn gestorven en dat we eigenlijk zeggen: ‘Dat gezeur over die doden in Qatar. Ik wil gewoon voetbal kijken!’.

Voor meer informatie: ogvsportadvies@gmail.com.

Dit is een bewerkte, kortere versie van een artikel dat eerder verscheen op Sport Knowhow XL.

Noten:

1. Human Rights Office of the High Commissioner, Guiding Principles on Buisiness and Human Rights (2011), HR/PUB/11/04, United Nations.

2. Zie ook p. 19, Guiding Principles on Buisiness and Human Rights (2011). An authoritative list of the core internationally recognized human rights … enterprises should respect the standards of international humanitarian law.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content