Antwerp kampioen: met de centen van Gheysens en het adresboek van Overmars

Antwerp viert de titel na een thriller tegen Racing Genk. The Great Old staat er weer. © Getty
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

‘Bleft na ammel kallem en spelt gewoen kampijoeng’, deelden de Antwerp-fans op sociale media, in de aanloop naar de beslissende confrontatie tegen Racing Genk. Het is hen gewoën gelukt.

Met een rauwe streep in de winkelhaak besliste Toby Alderweireld de razend spannende competitie 2022-2023. Drie verschillende kampioenen in vijf minuten, het eindoordeel pas diep in de extra tijd van de laatste match, gierende adrenaline ook als je thuis in de zetel zit: dit is wat sport zo mooi maakt.

Alle drie de teams zouden terechte kampioenen zijn, maar Antwerp begon het best aan Play-Off I en won daarom voor het eerst sinds 1957 de landstitel. Om 20u37, bijna gelijktijdig met het affluiten van de titelmatch in Genk, werd de Wikipedia-pagina van Antwerp FC aangepast om de titel van 2023 bij het palmares te schrijven, wellicht door een fan die meteen online wilde tonen: The Great Old staat er weer.

Na dat laatste fluitsignaal wisten alle werkgevers rond Deurne dat ze op maandag niet veel werkvolk op de vloer moesten verwachten. Het is de Antwerp-fans dik gegund, na al die ellende. Dertien jaar in tweede klasse. Een 3-0 nederlaag tegen Vigor Hamme, een 5-0 bolwassing op Dessel Sport. De van nature blufferige Antwerp-fan werd een fatalist. Hij hunkerde naar de tijd waarin topspelers de Bosuil deden kraaien, zoals Hans-Peter Lehnhoff, die vorig weekend de aftrap gaf.

De helden van nu, die over dertig jaar de aftrap geven op galamatchen, zullen in Antwerpen nooit zelf hun bier moeten betalen. Misschien wel de belangrijkste was Jean Butez. De Fransman viel het hele seizoen op geen fout te betrappen. Het wordt voor een doelman natuurlijk makkelijker als een rots van het niveau Toby Alderweireld voor je staat. Een vedette met drive voor tien – hij zou niet misstaan bij de Rode Duivels, toch?

De komst van Alderweireld voegde tien miljoen waarde toe aan Willian Pacho, revelatie in de verdediging, die voor groot geld naar de Bundesliga vertrekt. Publiekslieveling Arthur Vermeeren doet er goed aan nog even te blijven: de interesse van FC Barcelona is echt wel prematuur. Alle ballen passeerden via Vincent Janssen, cruciaal in de titelstrijd. Als ze in een labo de ideale Antwerp-spits konden bouwen, dan kwam je uit bij Janssen: sterk, werkt hard, geweldige mentaliteit, maar ook slim in zijn passing. En je moet hem geen halve kans geven of de bal hangt in het net.

Champions League

Een ploeg kopen en ermee winnen is moeilijk in België. Vraag maar aan Marc Coucke. Ons land is geen aantrekkelijke bestemming voor ambitieuze voetballers. Wie ondoordacht de transfermarkt opgaat, zit al snel opgescheept met over het paard getilde pseudovedetten of spelers zonder drive. Die valkuil vermeden ze op de Bosuil.

Belangrijk ingrediënt in het succesrecept van Antwerp waren jonge Nederlanders wier carrière een tik had gekregen. Calvin Stengs, Jurgen Ekkelenkamp en Gyrano Kerk buisden respectievelijk in Frankrijk, Duitsland en Rusland. De al iets oudere Vincent Janssen faalde bij Tottenham Hotspur. Opgedolven uit het adresboek van manager Marc Overmars. Koopjes waren het niet, maar de beloning is er wel naar.

Zeker als de club zich plaatst voor de Champions League. Dat wordt het dilemma voor de Antwerpbestuurders de komende weken: kopen ze een ploeg voor de Champions League of vinden ze dat zelf een stap te hoog?

Het adresboek van Overmars bevat zeker namen die daar iets kunnen betekenen, maar dan moet Paul Gheysens een verse zak geld op tafel smijten. Alweer. De wilde weldoener engageerde zich al om eind juni bijna 50 miljoen euro in de club te steken, maar dat dient om de putten van dit seizoen te vullen.

Succes heeft vele vaders, maar we moeten er niet flauw over doen: zonder de centen van Paul Gheysens was het niet gelukt. De West-Vlaamse bouwpromotor nam de club over om een voetbalstadion te kunnen bouwen. Gheysens was geen Antwerp-fan. Misschien is dat niet eens zo slecht. Het geld rolt op Antwerp, maar typische, dure supportersaankopen – waar andere mecenassen zich aan bezondigen – daar liet Gheysens zich niet aan vangen. Niet alle transfers lukten, oké, maar op het moment zelf leken Steven Defour en Radja Nainggolan verstandige zetten.

Paul Gheysens wilde zich eerst binnenkopen bij AA Gent – vandaar dat zij in de Ghelamco Arena spelen – en bood daarna op Anderlecht. Bij Gent stuurde de bestuurstop hem wandelen, bij Anderlecht werd hij overboden door Coucke. Nu we zien welke lijken er bij Anderlecht uit de kast vallen, zal Gheysens zich gelukkig prijzen dat hij er naast greep. Al moest er ook bij Antwerp een diepe financiële put worden gevuld nog voor hij aan investeren kon denken.

Dat Gheysens zoveel geld in de club pompte, vloekt met de financial fairplay, maar wegens corona zijn die regels tijdelijk bevroren. De andere clubs klagen daar niet over, in het geval van Antwerp. Enerzijds omdat ze er zelf ook schuldig aan maakten, zoals Anderlecht, anderzijds omdat ze de investeringen van the Great Old graag zien gebeuren. Antwerp koopt in België en dat schept goodwill: het geld van Gheysens druppelt door naar andere clubs. Andere teams die de gevestigde orde kwamen verstoren in België, zoals Union en Eupen, weigeren te shoppen bij hun rechtstreekse concurrenten.

Strompelen

De titel van Antwerp getuigt ook van het falen van Club Brugge. Voor het seizoen dacht geen enkele analist, maar ook geen enkele tegenstander, dat er aan Club iets te doen viel. Het blauwzwarte bolwerk stuikte spectaculair ineen. Ze hebben het zichzelf aangedaan, daar in Sint-Andries, met ongelukkige keuzes in de trainersstaf. Een nochtans dure transferzomer leverde over het paard getilde vedetten op en weinig drive.

De late winst op Union Sint-Gillis – dat vooral zichzelf versloeg – kan niet verstoppen hoe zwak Club zich in de play-offs presenteerde. Het team strompelde naar het einde, maar daarin was blauwzwart niet alleen. De tegenstanders van de play-offs vinden de formule onfair, maar een al zeker zo groot probleem is dat er gewoon te veel wedstrijden worden gespeeld. Union betwistte zondag zijn 59e match van het seizoen. Overdaad. Belgische teams kunnen dat niet aan, de kernen zijn te klein.

Alle vier de ploegen in de kampioenenplay-off oogden doodmoe. Al aan het einde van de eerste helft hijgden spelers zich de longen uit het lijf. Dat komt ook door wat de usp van onze competitie is geworden: ‘No Sweat, No Glory’ werd de lijfspreuk van heel voetballend België. Aan inzet ontbreekt het niet op onze velden, en er is maar een klein vonkje nodig voor het bitsig, opgenaaid en venijnig wordt. Een beetje meer finesse en wat minder beuken zou de neutrale liefhebber plezieren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content