Net als op het hele seizoen drukten de Belgische vrouwen hun stempel ook op de Masters, het officieuze wereldkampioenschap.
Het drama van vorig jaar in het Staples Centre werd nog eens dunnetjes overgedaan. De promotors melden haast met trots dat de toeschouwersaantallen in de begindagen verdubbeld waren. Hun advertentiecampagne van één miljoen dollar had vruchten afgeworpen. Dat die opkomst nog steeds geen impact had op de gigantische thuishaven van de LA Lakers, werd professioneel over het hoofd gezien. In Los Angeles staat het hoofd van de plaatselijke bevolking immers niet naar tennis. Met de bosbranden nog maar net achter de rug heeft de basket- en ijshockeycompetitie veel meer te bieden.
Tennis blijft een nevensport over de plas, zonder opvallende Amerikanen verwordt het zelfs tot een obscure discipline. Maar zelfs met de familie Williams, ex-inwoners nota bene, op de baan vorig jaar kreeg het toernooi zijn troosteloze indruk niet uitgewist. In een stad met vier miljoen inwoners en honderden evenementen per jaar liggen de burgers niet wakker van acht meiden die strijden om één miljoen dollar.
Het zal wachten worden op de symbiose tussen de WTA- en ATP-tour vooraleer het officieuze wereldkampioenschap weer zal kunnen aansluiten met organisatorische successen. Want terwijl de Masters bij de vrouwen nog steeds op zoek is naar een eigen gezicht, is het afsluitend toernooi bij de mannen op zoek gegaan naar zijn eigen publiek. Door het succes van Sydney in 2001, met de nummer-één-notering van Lleyton Hewitt, en Sjanghai in 2002, met die dolle Chinezen, heeft het toernooi een reputatie opgebouwd die vermoedelijk zal worden voortgezet in Houston.
Larry Scott, de grote baas van de WTA en voormalig topfunctionaris binnen de ATP, speelde trouwens al leentjebuur bij zijn collega’s want hij beperkte het deelnemersveld tot acht vrouwen en nam het round-robinsysteem over. Bedoeling hiervan was de favorieten zoveel mogelijk aan het publiek te kunnen tonen en een verrassende exit van één van de kanshebsters zo goed als uit te sluiten. Het systeem toonde al onmiddellijk zijn deugdelijkheid want Amélie Mauresmo wist maar één wedstrijd te winnen in de poule maar mocht toch aantreden in de halve finales.
Niet dat deze ingrepen echt noodzakelijk zijn want naast de overduidelijke Belgische hegemonie blonk het damestennis ook dit jaar weer uit in voorspelbaarheid. Als de zusjes Williams niet snel terug op de scène stappen, zou de aandacht van het publiek nog wel eens wat meer kunnen verslappen. Venus en Serena haspelden alvast in een waas van blessureleed, rouw en desinteresse het einde van dit seizoen af. Hun contractueel verplichte verschijning op het modedefilé voorafgaand aan de Masters smaakte voor de Amerikanen, in tegenstelling tot de zelfontworpen creaties, naar meer.
Maar ondertussen bleef in LA alles dus bij het oude. De Belgische meisjes plaatsten zich met bravoure voor de halve finales. Kim Clijsters ging verder op haar winterelan. Tweemaal rustig meesterschap en een iets krachtdadiger optreden tegen Mauresmo volstonden om door te stoten. Die sterkte van Kim is echter ook tegelijkertijd haar minpunt. Vijfennegentig procent van haar wedstrijden wint ze op controle. Het beheerste meesterschap maakt dat de agressiviteit naar voren soms compleet uit haar spel verdwijnt. In het gros van de meer dan honderd partijen, een Kafelnikoviaans aantal, had de tegenstander te weinig troeven om dat controletennis uit te schakelen. Wil Kim echter nog een beter speelster worden – en dan hebben we het niet over palmares of ranking – dan zal ze dat aspect van haar spel toch moeten uitdiepen. Tegen de absolute top kan je je het niet altijd veroorloven om een korte bal niet op te volgen en de rally verder te sturen. Daar moet je het punt gaan zoeken en wordt het vaak aan het net gevonden.
Ligt daar misschien ook het verschil tussen Kim en Justine ? De Limburgse haalt, letterlijk en figuurlijk, spelenderwijs finale na finale. Wil ze dan nog werken om die laatste imperfecties uit haar tennis te halen ? Vindt ze dat nodig ? Voor die tien betwiste matchen op een jaar. Als het zo ook allemaal lukt. Kan ze die ingesteldheid bijwerken ? Justine wil gewoon de beste zijn. Niet alleen op papier en op de baan, maar ook in haar mogelijkheden. Ze schaaft aan de details tot alles op punt staat. Justine heeft het volleyspel wél ontwikkeld, ze heeft haar service wél bewerkt en ze heeft haar lichaam wél afgebeuld. Ze verdient die eerste plaats dan ook ten volle. Haar uitschakeling in de halve finale van de Masters ten spijt.
Het wordt nu wachten op een nieuwe generatie speelsters die de Belgische heldinnen nemen als voorbeeld. Die opteren voor een tactiek, meer gebaseerd op een technisch allround-game dan op brute power. In de nabije toekomst lijkt niemand in staat te tornen aan de Belgische heerschappij. Zelfs voor de befaamde zusjes Williams zal het afwachten worden of ze zin hebben om de strijdbijl op te graven. Vooral Venus mist het circuit niet en straalt niet echt gedrevenheid uit. Maar ook Serena lijkt haar zijprojecten bijna even interessant te vinden als haar hoofdjob en zal toch op de tanden moeten bijten om weer aan te sluiten.
Zoals voorspeld, werd door de wekelijks terugkerende overmacht van Kim en Justine meer en meer gefocust op de faits divers naast de baan. De onderlinge vetes, dopingheisa, sportiviteit, echtelijke ruzies en confrontaties werden bovengespit en uitgemolken. Het lot voor de besten van de wereld. Normaal in de schaduw van hun prestaties, maar door de gewenning voor die uitzonderlijke resultaten op de voorgrond geplaatst.
Daarom moeten de Williamsen weer aan de bak. En Capriati in het krachthonk. Lindsay Davenport gerevalideerd, Myskina helemaal geïntegreerd. Mauresmo moet zich nog meer ontwikkelen en Sharapova moet hen prikkelen. De WTA én zijzelf zouden er zeker niet rouwig om zijn.
door Filip Dewulf
In de nabije toekomst lijkt niemand in staat te tornen aan de Belgische heerschappij.