Na een moeizaam seizoen bij Manchester United moet Adnan Januzaj (20) zich weer in de kijker voetballen. Slaagt hij daarin, dan zullen ook de Rode Duivels daarvan profiteren.
Met een brede glimlach op de lippen stapt Adnan Januzaj door de gang van het magische Wembley Stadium. Achter hem gaan Robin van Persie en Rafael. De piepjonge Belgische voetballer durft het zelfs aan om een grapje te maken met Patrice Evra. Hij weet dan nog niet dat hij diezelfde dag zijn debuut zal maken voor Manchester United. We zijn 11 augustus 2013 en coach David Moyes is nog niet de grootste schlemiel van de Premier League. De Mancuniansnemen het vandaag op tegen Wigan en zullen voor de twintigste keer de Community Shield, de Engelse supercup, winnen. Januzaj krijgt zeven minuten speeltijd. Dat is normaal, want Ryan Giggs is nog incontournable en Van Persie is een doelpuntenmachine.
Twee jaar later is er heel wat veranderd bij ManU. Louis van Gaal volgde David Moyes op en the class of ’92 – de generatie voetballers die in 1992 de FA Youth Cup wonnen en nadien jarenlang nationaal en internationaal furore maakten onder SirAlex Ferguson – haakte definitief af. Van Persie, Rafael en Evra zijn ondertussen vertrokken en Januzaj begon aan zijn vijfde seizoen bij Manchester United.
VADER, MAKELAAR EN OOM
In de herfst van 2013 klonk zijn Albanese naam helder in een verder dof en somber ManU-gezelschap, maar nadien ging het bergaf met het nieuwe nummer 11 van de Rode Duivels stilaan uit. 25 basisplaatsen in twee seizoenen Premier League, ook al gaat het om Manchester United, het is te weinig. Te weinig alleszins om een vaste stek op te eisen in de selectie van bondscoach Marc Wilmots en te weinig om met zekerheid te zeggen dat hij over de juiste kwaliteiten beschikt om in de Premier League te slagen.
Mansour Fellaini, broer van Marouane en buur van Adnan Januzaj in Manchester, kent de jonge Belg, maar ook hij kan zich net als zovelen maar moeilijk een goed beeld vormen van wie hij echt is. ‘We wonen in dezelfde stad, maar met Adnan is het zoals met Eden (Hazard, nvdr). We zeggen ‘hallo’ als we elkaar tegenkomen, maar meer niet. Met één verschil: met Adnan ga ik samen met Marouane al eens op restaurant. Maar daar houdt het op, want ’s avonds uitgaan of naar een dancing of nachtclub gaan doet hij niet.’
Sinds hij zijn professionele debuut maakte bij Manchester United, gaf Januzaj nauwelijks interviews. De communicatie rond hem is afgelijnd en georkestreerd. Met uitzondering van ManU TV, waartegen hij uiteraard moeilijk ‘nee’ kan zeggen, krijgen maar weinig media de mogelijkheid om hem persoonlijk te spreken. Langzamerhand zorgt dat voor onbegrip. Toen de Belgische voetbalbond in mei 2014 een persconferentie organiseerde waarin Januzaj zijn definitieve keuze voor België mocht uitleggen, was de media-aandacht overweldigend. Met een waterflesje als een soort antistressbal in de hand gaf Januzaj toe dat hij ‘nog nooit zelf iets geregeld had. Het enige wat ik tot nu toe moest doen, was mijn best op het terrein. Voor alles eromheen heb ik mijn vader en mijn makelaar.’
Enkele weken later, na zijn eerste officiële wedstrijd voor de Rode Duivels tegen Zuid-Korea, liet hij zich overvallen door een microfoon van de RTBF. Aan wie hij zijn eerste wedstrijd op een WK wilde opdragen, luidde de vraag. Bijna laconiek antwoordde Januzaj: ‘Aan mijn vader, mijn makelaar en mijn oom.’ Weinig verrassend.
BESCHEIDEN WERKER
Die oom is Kafer Altindag. Kort en met goed gekozen woorden antwoordt Altindag wanneer we enige uitleg vragen over de onwaarschijnlijke mediastilte die rond zijn neef bestaat. ‘Het is niets persoonlijks, maar er is mij gevraagd om niet over Adnan te praten. Het spijt me.’ Veel duidelijker kan het niet zijn. Icarus kwam al eerder te weten dat wie te dicht bij de zon vliegt, onvermijdelijk problemen krijgt met zijn vleugels. Het contact met de andere leden van de Januzajclan levert ongeveer hetzelfde effect op.
Kas Afrim zag Adnan Januzaj opgroeien en voetballen op de vroegere terreinen van FC Kosova in het Schaarbeekse Josaphatpark. Met nostalgie denkt hij terug aan de periode waarin le petit gamin het publiek vermaakte met zijn balkunsten. ‘Dat gebeurde tijdens de rust van de wedstrijden van de eerste ploeg’, mijmert Afrim. ‘Ik doe niet mee aan de omerta rond Adnan,’ zegt hij, ‘maar sinds zijn vertrek naar Manchester – hij was toen 15 jaar – legden zij richtlijnen vast en zelfs tegen ons zeggen zij niet alles.’
Over het recente (voetbal)leven van Januzaj kan hij weinig vertellen, maar de methodes van Abedin Januzaj, Adnans vader, kan hij wel toelichten. ‘Hij is overbeschermend, maar ook heel streng. Twee keer per jaar ontmoeten we elkaar nog, maar Adnan zien we nooit meer. Ook vandaag nog laat Abedin Januzaj zijn zoon niet los en bepaalt hij grotendeels hoe die zijn tijd indeelt. Ze wonen samen, weet je. Dat helpt niet.’
De enige optie die overblijft om het mysterie Adnan Januzaj op te klaren, is dus vijf jaar teruggaan in de tijd, naar de periode voor zijn transfer naar Manchester United. Als jeugdspeler van Anderlecht was hij toen zijn timide zelf op het jeugdcentrum in Neerpede. Jean Kindermans was er destijds directeur. ‘In tegenstelling tot wat je zou vermoeden gezien zijn uitzonderlijke talent, was Januzaj een enorm harde werker. Wat ik ook altijd bijzonder vreemd vond, was dat zijn vader álle wedstrijden en álle trainingen bijwoonde. Zoiets heb ik zelden meegemaakt.’
Abedin Januzaj was zo veeleisend dat Adnan verplicht werd zich uit te sloven op de zondagtrainingen, die normaal gezien enkel voor de invallers bedoeld waren. ‘Hij was op zaterdagnamiddag telkens titularis, maar op zondagochtend stond hij zonder uitzondering als een van de eersten op het trainingsveld.’ Voor Yannick Ferrera, de toenmalige trainer van de U15 van Anderlecht, getuigde het van een zeldzame bescheidenheid. Een onmisbare eigenschap voor de jonge voetballer om later te slagen als prof.
CLUBICOON
Een strenge vader, een heel begaafde zoon: het hoefde niet te verbazen dat de Januzajs de moeilijke weg bewandelden en kozen voor Manchester toen Adnan amper 15 jaar oud was. Verrassend daarentegen was de wens van zijn pupil, die manager Dirk De Vriese in juni van dit jaar uitsprak om bij Manchester United te blijven ‘om er uit te groeien tot een clubicoon’. De timing vooral verbaasde, want een jaar voor het EK in Frankrijk had Januzaj een moeizaam seizoen achter de rug bij de Mancunians. Hoewel hij bij de Rode Duivels vaak goed presteerde – tegen Luxemburg, Zuid-Korea en IJsland in het bijzonder – riskeerde hij volgens velen de goede trein (lees: de nationale selectie) te missen door op Old Trafford te blijven. Eind vorig seizoen zag hij The Theatre of Dreams immers meermaals kaal en verlaten tijdens wedstrijden met de U21 in plaats van sfeervol en tot de nok gevuld met de sterren van het eerste elftal.
Robert Waseige, bondscoach van 1999 tot 2002, behoorde ook tot het kamp van de sceptici toen Dirk De Vriese zijn uitspraak deed. ‘Of het nu Wilmots is of iemand anders, dat maakt niet uit. Als een bondscoach ziet dat een international bij zijn club zakt in de hiërarchie, dan is het zijn taak om daarover een stelling in te nemen. In dit specifieke geval en rekening houdend met de reputatie van de Januzajclan, moet hij zich richten tot de pater familias. Hij moet vader Januzaj duidelijk maken welke risico’s eraan verbonden zijn als hij koppig vasthoudt aan het idee om van zijn zoon een icoon van Manchester United te maken.’ Misschien kent hij Adnan Januzaj niet heel goed, maar zijn ervaring heeft Robert Waseige geleerd dat een allesoverheersende en overbeschermende entourage nefaste gevolgen kan hebben voor een voetballer.
Het is echter nog niet het moment om te panikeren, temeer omdat Januzaj een verrassend geslaagd competitiebegin kende bij ManU. David Meek, journalist bij The Guardian, vond dat opmerkelijk: ‘Ik zal je zelfs meer zeggen: Januzaj paste niet in de plannen die Van Gaal maakte in juli. Hij rekende op de komst van Pedro, maar toen die voor Chelsea tekende, gaf hij Januzaj een nieuwe kans.’
Er is wel nog werk om de persoonlijkheid van Adnan Januzaj vorm te geven. Het is nog een lange weg om van de nummer 11 een vechter maken, zowel op als naast het terrein. Januzaj kan een voorbeeld nemen aan Memphis Depay, het type speler dat nooit tevreden is over zichzelf en altijd meer wil. Na de heenwedstrijd tegen Club Brugge beklaagde die zich erover dat hij geen derde doelpunt had gemaakt.
Op dit moment is het nog moeilijk voor te stellen dat Januzaj zich boos zou maken op bijvoorbeeld een speler wanneer hij de bal niet krijgt. Of dat hij met de vuist op tafel slaat en als een leider het woord neemt. Maar als die metamorfose tot stand gebracht is, dan zal niet alleen de Januzajclan daarvan profiteren. Dan zal hij ook uit de schaduw treden bij de Rode Duivels.
DOOR MARTIN GRIMBERGHS FOTO’S BELGAIMAGE
‘Ook vandaag nog laat Abedin Januzaj zijn zoon niet los en bepaalt hij grotendeels hoe die zijn tijd indeelt.’ KAS AFRIM, EX-PLOEGMAAT