Uit de pers
De BBC World Service slaagde erin om de Ghanese middenvelder Emmanuel Agyemang Badu (29) van Hellas Verona te laten vertellen over zijn ervaring met Covid-19 en ander persoonlijk leed.
Het is een aangrijpend verhaal dat BBC-journalist John Bennett optekende. De 78-voudig international Emmanuel Agyemang Badu spreekt openhartig over hoe 2019 en 2020 de zwaarste jaren waren in zijn leven. Badu speelde in maart vorig jaar zijn eerste minuten voor Udinese, nadat een operatie aan de linkerknie hem elf maanden van de voetbalvelden had gehouden. Vier maanden later huurde Hellas Verona de middenvelder, met verplichting tot aankoop. Alleen werd hij in augustus naar het ziekenhuis gebracht, met bloedkonters in zijn longen, waardoor hij pas in december opnieuw aan voetballen toekwam.
Maar dan moest het ergste nog komen. In maart werd zijn zus Hagar in hun geboortestad Berekum doodgeschoten. Badu kreeg niet de kans om terug te keren naar Ghana en daar te rouwen met zijn familie. Verona ligt immers in het noorden van Italië, de regio die het zwaarst werd getroffen door de coronapandemie. ‘Dit is een bijzonder pijnlijke periode’, verklaarde hij. ‘De man die mijn zus neerschoot, blijft voortvluchtig. Een ramp, zeker nu door de genomen maatregelen tegen het virus alles veel trager verloopt.’
Door het virus zit ook Badu, die al maskers, handschoenen en ander beschermingsmateriaal schonk aan de politie en een ziekenhuis in Kumasi, in quarantaine. Helemaal alleen. ‘Mijn vriendin en ons kind zijn hier niet’, gaat de Ghanese routinier voort. ‘Ik vertoef al 34 dagen op een kamertje, terwijl mijn zus werd vermood. Gelukkig waren er de coach, de teammanager en de voorzitter. Elke dag belden ze me. Schitterend. Nu moet ik dit vooral aanvaarden, goed op mezelf passen, mentaal taai zijn en ermee leren leven.’
Badu kwam ook nog even terug op zijn bijna-doodervaring in augustus. ‘Het gebeurde een week voor de competitiestart’, vertelt hij. ‘De avond na een oefenwedstrijd kreeg ik bij thuiskomst last van mijn ademhaling. Ik nam het niet al te serieus, want ik dacht aan vermoeidheid. Ik kreeg pijnstillers. De volgende nacht werd het erger. Ik belde om twee uur de dokter, die gelukkig reageerde. Hij stuurde een kinesist, die vlakbij woonde en meteen aangaf dat we naar het ziekenhuis moesten. Ik was anders gestorven. Ernstig, maar niet zo dramatisch als hetgeen mijn zus overkwam. Het leven is meer waard dan de voetbalsport.’