Een primeur in de Tour: zaterdag, zo belooft de organisatie, kunt u vanuit uw zetel voor het eerst tijdens een rechtstreekse uitzending meerijden op de fiets van een renner. Of dat uw favoriete coureur zal zijn, durven we niet te garanderen, want daarvoor wordt er in wielerland nog te veel gebakkeleid.

‘Yeah! Woohoo! Unbelievable, unbelievable, guys! Beautiful, great job!‘ De beelden vanuit de volgwagen van de anders zo coole Bjarne Riis, door het dolle heen na de overwinning van zijn renner Nick Nuyens in de Ronde van Vlaanderen, staan nog op het netvlies van iedere koersliefhebber. Ze dateren van vijf jaar geleden, uit de pionierstijd van de on-board camera’s in de wielerkaravaan. Nieuwe, veelbelovende technologie waar Woestijnvis een jaar eerder mee geëxperimenteerd had bij de opnames van de populaire fictiereeks De Ronde.

Ook in Issy-les-Moulineaux, randje Parijs, zijn ze van meet af aan gecharmeerd door de beelden die als een virus het web veroveren. ‘Wat als we nu nog eens een stap verder gaan, ‘ oppert een heldere geest in de kantoren van Tourorganisatie ASO, ‘en zo’n cameraatje in plaats van in de volgwagen, op een fiets monteren?’ Augustus 2013 is het zover: Tom Veelers, de toenmalige sprintloods van Marcel Kittel, en Mark Renshaw, destijds sprinter bij Team Belkin, zijn de proefkonijnen met dienst tijdens de World Ports Classic, een tweedaagse tussen Rotterdam en Antwerpen. De kijker meezuigen in de hectiek van een massaspurt, dat is het idee. Een succes wordt het niet – Renshaw noch Kittel speelt een rol van betekenis -, maar Thierry Gouvenou, parcoursbouwer van de Tour, is dan al overtuigd: ‘Als we ooit zulke beelden rechtstreeks kunnen brengen in de Tour, zal dat een nieuw publiek aantrekken.’

DE STRIJD OM DE KIJKER

Dat publiek waar Gouvenou over spreekt, is heilig voor ASO. Het is de drijfriem van de geldmachine die de Tour is geworden. Want waarom is niet de Giro, die nochtans qua landschappen en spankracht niet hoeft onder te doen, maar wel la Grande Boucle vandaag de dag het grootste jaarlijkse sportevenement ter wereld? Omdat de Tour zes jaar eerder geboren werd? Niet bepaald. Omdat er slimmere marketeers aan het roer van de Tour stonden? Voor een stuk. Maar vooral omdat de Tour in juli gereden wordt en dus sinds de invoering in 1936 van de congé payé in Frankrijk onder het Front Populaire van Léon Blum, in volle vakantieperiode valt. Daardoor konden er vorig jaar bijvoorbeeld gemiddeld ruim 4 miljoen Fransen vanaf 15 uur afstemmen op France 2 voor de rechtstreekse uitzending van de ritfinale, voor de etappe naar Alpe d’Huez zelfs bijna 5,8 miljoen.

Sporteconoom Daam Van Reeth (KU Leuven) berekende dat er dagelijks wereldwijd 15 tot 25 miljoen mensen naar de rechtstreekse tv-uitzending van een Touretappe kijken, zowat het drie- tot vijfvoud van het aantal livekijkers voor de Giro. Die kijkers, naast de 10 à 12 miljoen toeschouwers langs de weg, zijn ASO veel waard. Het organisatiebureau hangt voor zijn inkomsten van hen af. Hoe meer publiek, hoe meer geld de Tour kan vragen. Aan de tv-stations die opbieden voor de uitzendrechten. Aan de sponsorende merken die zoveel mogelijk zichtbaarheid nastreven. En aan de lokale en regionale overheden die hun etappeplaats zo aantrekkelijk mogelijk op de internationale kaart van het toerisme willen plaatsen.

Het gaat, naar wielernormen, om astronomische bedragen. ASO draait, volgens de meest recente ramingen, jaarlijks een omzet van 180 miljoen euro, waarvan 36 miljoen euro winst. De Tour alleen al – ASO organiseert nog veel meer wielerwedstrijden, maar bijvoorbeeld ook de Open de France in het golf, de Dakarrally en de marathon van Parijs – zou goed zijn voor een jaarlijkse omzet van 100 tot 110 miljoen euro (zie kader).

HARTSLAG EN VERMOGEN

Redenen genoeg dus om de Touruitzendingen op tv zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Enerzijds trachten de organisatoren het parcours spectaculairder dan ooit te maken door minder opeenvolgende sprintersritten, minder tijdritkilometers en minder lange ritten in te lassen. Anderzijds zetten ze in op nieuwe technologieën. In dat verband ging ASO vorig jaar een partnership voor vijf seizoenen aan met Dimension Data, het Zuid-Afrikaanse technologiebedrijf dat ook titelsponsor is van het WorldTourteam waar Serge Pauwels voor fietst. Een revolutionaire kijkervaring werd beloofd, waarbij trackers onder het zadel samen 75 miljoen gps-metingen zouden genereren. Maar de aanduiding van de positie en (top)snelheid van individuele renners betekende niet veel meer dan een leuk extraatje, zoals een jaar eerder de toevoeging van de steiltegraad tijdens de beklimmingen wel aardig maar niet revolutionair was.

Veel wielertoeristen en analisten blijven in de Tour op hun honger zolang de hartslag van de renners en het vermogen dat ze ontwikkelen een goed bewaard geheim blijven. Een kwestie van technische mogelijkheden is het nochtans al lang niet meer. In 1989 (!) kon de kijker er al eens van proeven, toen de Fransman Marc Madiot, vandaag de dag teammanager bij FDJ, de gegevens van zijn LOOK-vermogensmeter liet afficheren tijdens de rechtstreekse uitzending van de klimtijdrit in de Alpen. Rond de eeuwwisseling zorgde de Ronde van Spanje voor een nieuwigheid door van een paar Spaanse toprenners de hartslag live weer te geven tijdens de uitzending. Maar omdat de ploegleiders van de concurrentie in hun volgwagen meekeken en de informatie doorspeelden aan hun kopman (‘Het is het moment om aan te vallen!’), was dat experiment geen lang leven beschoren.

Anno 2016 is niet alleen bij de organisatoren maar ook bij de teams de wil groot om meer rennersdata vrij te geven. In de afgelopen Ronde van Zwitserland kreeg u de hartslag, het vermogen en de trapfrequentie van een aantal toppers live te zien. Voor de Tour moet u daar niet op rekenen. Als werkgevers vinden de teams dat die gegevens hun intellectuele eigendom zijn. Elf van de achttien WorldTourteams, waaronder Etixx – Quick-Step en Lotto-Soudal (maar zonder Astana, Katjoesja, Movistar, IAM Cycling, Team Dimension Data, Ag2r La Mondiale en FDJ), bundelden hun krachten in de belangenvereniging Velon en eisen een deel van de tv-inkomsten in ruil voor de data. De organisatie achter de Ronde van Zwitserland, het sportmarketingbedrijf Infront Sports & Media, stemde daarmee in. Voor de almachtige ASO kan van broederlijk delen met de G11 geen sprake zijn. Alleen over het installeren van gps-trackers raakten beide partijen het eens voor de komende editie.

FIETSCAMERAATJES

Behalve de data zijn er dan nog de fietscameraatjes. Na de eerste tests in de World Ports Classic werden de voorbije twee jaar ook in de Tour fietsen met ultralichte cameraatjes uitgerust, op het stuur of achter het zadel. Die beelden waren achteraf in samenvattingen te zien en ook op de websites en sociale media van de teams. Maar niet live.

Op de eerste rechtstreekse beelden vanaf een fiets was het wachten tot de wereldkampioenschappen op de baan in februari 2015 in Frankrijk, een organisatie van de internationale wielerunie. Het leverde bloedstollende televisie op. ‘Jongeren hebben vandaag de dag uiteenlopende interesses: van computergames tot sport’, zegt UCI-voorzitter Brian Cookson. ‘We kunnen niet verwachten dat ze zomaar voor wielrennen zullen kiezen. We moeten zelf een stap in hun richting zetten, onder andere door meer nieuwe technologie in de tv-uitzendingen te integreren. Mensen verwachten dat, zo blijkt uit het succes van andere kijksporten.’

In het wegwielrennen ging de primeur van de rechtstreekse fietscamerabeelden naar de Ronde van Abu Dhabi, een nieuwe rittenwedstrijd in oktober vorig jaar in samenwerking met Giro-organisatie RCS. Tijdens de slotrit op het Yas Marina F1-circuit zorgde een duo van Etixx – Quick-Step (met Stijn Vandenbergh) en van Giant-Alpecin (met Tom Dumoulin) voor live actiebeelden vanop de fiets.

Toen dit experiment een vervolg kreeg in de jongste Giro (en voor het eerst dus ook op de VRT te zien was), kon ook ASO niet achterblijven. De Tourorganisatie nam Euro Media France onder de arm, dat in het voorbije Critérium du Dauphiné de kijker tijdens de rechtstreekse uitzending al bevoorraadde met een unieke kijk vanuit de buik van het peloton. En ook voor de komende Tour belooft ASO zulke livebeelden, meer bepaald tijdens drie ritten: de eerste en de laatste rit en onderweg in de zestiende rit met aankomst in Bern.

Misschien denkt u nu: spannende zaterdag voor de boeg, de voorspelde massaspurt zal ik kunnen beleven vanop de fiets van Marcel Kittel of André Greipel. Helaas: ijdele hoop. ‘Er worden cameraatjes geïnstalleerd op de fietsen van drie renners van drie verschillende teams’, klinkt het bij ASO. Namen worden er nog niet prijsgegeven, maar net zoals de kijker in de Giro moest meerijden met ene Andrej Solomennikov van Gazprom-Colnago en in de Dauphiné met Kenneth Vanbilsen van Cofidis, zullen de beelden ook in de Tour niet van de renners van de G11 komen.

Tijdens de Dauphiné liet Vanbilsen in Het Nieuwsblad optekenen dat zo’n cameraatje zeshonderd gram weegt, wat relatief veel is op een koersfiets, en dat doordat de batterij zich in een van de twee drinkbushouders bevindt, hij maar één bidon meer over had. Bij Velon beschikken ze echter over cameraatjes van slechts 150 gram én bovendien mogen die sinds een recente wijziging in het UCI-reglement ook meegeteld worden om aan het voor een koersfiets vereiste minimumgewicht van 6,8 kilogram te geraken.

Het echte probleem ligt elders: er zit een heikele rechtendiscussie in de weg en de hebzucht van de betrokken partijen is te sterk. Alleen als ASO bereid is om een deel van haar inkomsten uit de verkoop van de tv-rechten af te staan, wil Velon beelden leveren en de rechtstreekse uitzendingen opwindender en moderner helpen maken.

Toch zullen er ook in de komende Tour camera’s op de fietsen van de Velonteams geïnstalleerd worden. Maar voor de beelden ervan zullen we zoals de jongste jaren aangewezen zijn op de eigen onlinekanalen van Velon en de teams, in uitgesteld relais.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER – FOTO’S VELON

Hoe meer kijkers, hoe meer geld de Tour kan vragen aan de tv-stations, de sponsors en de etappeplaatsen.

‘We moeten zelf een stap in de richting van jongeren zetten, onder andere met meer nieuwe technologie.’ BRIAN COOKSON

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content