Noliko Maaseik kan vanavond in Kedzierzyn een belangrijke stap richting kwartfinales zetten. De coach en de kapitein wikken de (Europese en Belgische) tegenstand en de eigen ploeg.

De Champions League

Uiteraard is Anders Kristiansson opgetogen met de drie op drie in de Champions League, maar de Zweedse coach van Maaseik beseft dat kwalificatie voor de kwartfinale nog veraf is. “We mogen niet vergeten dat we twee van de drie wedstrijden thuis mochten spelen. Die moet je eigenlijk winnen. Of het nu een doelstelling, een hoop of een droom is om de Final Four te halen, we werken er in elk geval voor.”

Kedzierzyn, vanavond opnieuw tegenstander, blijft met een vijfde plaats in eigen land onder de verwachtingen en ook de twee verliespartijen in de Champions League, waarin de Polen de voorbije twee seizoenen telkens de Final Four bereikten, betekenen een opvallende tegenvaller. “Ik had niet verwacht dat ze de boot zouden ingaan tegen Wenen”, zegt Kristiansson. “Maar net als thuis tegen Sofia volleybalden ze in Bree erg sterk. Kedzierzyn beschikt niet over een elegant team, it’s not flashing, maar wel over robuuste en fysiek potige spelers. De wedstrijd in Kedzierzyn beschouw ik op papier nog altijd als de moeilijkste.”

Kristiansson meent anderzijds nog steeds dat zijn ploeg in een heel evenwichtige poule ondergebracht werd. “Op dit moment gelden wij gezien de resultaten als favoriet, maar in Wenen winnen blijkt ook niet zo eenvoudig. In eigen zaal zorgden ze voor twee opmerkelijke prestaties. Als je nu ( voor de wedstrijd van gisteren tussen Sofia en Wenen, in Bulgarije, nvdr) al zou beginnen te rekenen – wat we zeker niet zullen doen, want we bekijken het speeldag per speeldag – dan moet je vaststellen dat de slotwedstrijd op Wenen wel eens de beslissing zou vallen.”

“Bij ons kende Wenen een absolute offday”, weet kapitein Vital Heynen. “We moeten er niet op rekenen dat ze in eigen zaal weer zo pover zullen volleyballen. In de andere twee wedstrijden die we in de Champions League speelden, kon het eigenlijk beide kanten uitgaan. Denk maar aan die eerste set tegen Kedzierzyn : die kan je net zo goed verliezen en dan krijg je een totaal andere wedstrijd. Om maar aan te geven dat het verschil klein is”, deelt Heynen de mening van zijn coach.

De Belgische competitie

Veel waarnemers – zelfs in Roeselare durven ze het al eens te fluisteren – beschouwen Noliko Maaseik dit seizoen hors catégorie. “Of er in België nog tegenstand bestaat voor Maaseik ? Momenteel nog vijf ploegen”, reageert Kristiansson enigszins laconiek. “Ik toon altijd respect voor de tegenstanders. Ze beschikken allemaal over kwaliteiten. Een verschil met de andere teams vormt volgens mij wel dat onze kern tien evenwaardige volleyballers telt. Daardoor kunnen we in principe een slechte dag of een blessure bij een bepaalde speler beter opvangen.”

Door het uitvallen van Chad Strickland valt Menen wellicht te licht uit voor de titel, gaat Kristiansson verder. “Al weet je nooit met jongens als Steve Roelandt, Frederik Delanghe en Kris Tanghe. Met Roeselare ben je nooit klaar en, zoals ik al in augustus aangaf, beschikt Lennik ook over een stevig geheel. Ik geef toe dat we op het einde van de rit Everbeur en Torhout normaal gezien achter ons laten, maar thuis vormen ze voor elke ploeg een bedreiging.”

Heynen durft de zaken iets minder omfloerst te stellen. “Zoals op dit moment de kaarten liggen, gelden wij als favoriet en zie ik alleen in Roeselare een concurrent.”

De eigen sterkte

Je kan het seizoen pas beoordelen als het afgelopen is, zegt Vital Heynen. “Op bepaalde momenten twijfelde ik : kan deze jonge groep de knappe resultaten van vorig jaar wel bevestigen ? De uitblinkers van toen moesten constateren dat iedereen Maaseik nu kent en dat de tegenstanders het hen moeilijker maken. Het verbaasde mij dan ook een beetje dat we toch deze uitslagen kunnen voorleggen.”

Steevast bij de uitblinkers dit seizoen is Matias Raymaekers, de nog altijd maar 21-jarige middenman. “Matias maakte al veel progressie, maar hij kan nóg veel beter worden”, vindt zijn trainer. “Hij bezit de kwaliteiten om tot een erg complete middenspeler uit te groeien. Ook mentaal zit hij goed ik elkaar : hij bewaart altijd zijn kalmte.”

De man die de grootste stap vooruitzette, vindt niet alleen Kristiansson, is Petr Plátenik (22). “Hij bereikt stilaan het peil waarmee hij zijn stempel kan drukken op sommige wedstrijden. Vorig jaar stond hij in receptie iets minder stabiel dan Joa Paolo Bravo en Hiroyoshi Hanano, maar daar is nu geen sprake meer van. Anderzijds is het niet meer dan logisch dat juist Petr en Matias vooruitgang boeken. Het gaat per slot van rekening om de jongste spelers.”

En de meest talentvolle, voegt Heynen daaraan toe. “Maar de grootste kwaliteit van Maaseik blijkt dat elk van de tien spelers iets kan bijbrengen aan het team. Iedereen kan op een bepaald moment een wedstrijd beslissen.”

Een van de spelers die Bravo’s taken verlicht, is Michael Mayer. “Michi speelde werkelijk fantastisch vorige week tegen Kedzierzyn en ook in Sofia trok hij ons over de streep”, zegt Kristiansson. “Hij werkt bijzonder hard, even for our standards, maar hij moet dat doen om de dingen te leren die we van hem verwachten. Hij haalt nu ook een constant niveau, alleen bij zijn opslag lukt dat nog niet. Ik wil er geen zaak van maken en zeggen dat de ene beter is dan de andere, maar de cijfers die Michi haalt in aanval en blokkering waren tot voor een maand evengoed als die van Steve en de laatste weken een stuk beter. Weinig spelers springen zo hoog, maar Michi moet die hoogte nog efficiënter leren te gebruiken.”

Uit zijn verleden sleept hij soms wat technische problemen mee, stelt Vital Heynen dan weer vast. “Schijnbaar besteedden zijn vorige trainers nooit veel aandacht aan finesse. Ik moet toegeven dat ik licht verbaasd was over zijn gebrek aan basistechniek. Anders Kristiansson hecht daar veel belang aan en dan merk je dat Michi moet gaan nadenken over wat hij moet doen. En daar ondervindt iemand die zijn hele leven op emotie speelde duidelijk moeilijkheden mee. Maar met zijn power en sprongkracht betekent hij wel een enorme aanvallende troef voor Noliko.”

Die andere nieuwkomer is Mikko Esko, Heynens concurrent als spelverdeler. “Concurrent ? Nee, hoor. Hoe ouder ik word, hoe minder waarde ik hecht aan het al dan niet zelf spelen. Zolang ik nog iets kan bijbrengen, ga ik door. En als een ander meer bijbrengt, dan vind ik dat fijn voor het team.”

In de Champions League begon Heynen tot dusver altijd aan de set-up. “Dat vind ik niet meer dan normaal”, zegt Kristiansson. “Mikko sloot wat later aan bij de groep omdat hij bij de nationale ploeg zat, vervolgens moest hij een prekwalificatietoernooi voor de Olympische Spelen afwerken en onlangs miste hij opnieuw enkele dagen door met Finland aan te treden. Als je pas drie dagen voor een Champions- Leaguewedstrijd weer met de groep kan trainen, kan je niet verwachten dat je aan de wedstrijd begint. Maar de tijd dat Mikko hier was, speelde hij zowat vijftig procent van de matchen. De belangrijkste conclusie is dan ook dat Maaseik niet werkt met zes basispionnen, maar wel met tien volwaardige kernspelers.”

door Roel Van den broeck

‘De grootste kwaliteit van Maaseik is dat elk van de tien spelers een wedstrijd kan beslissen.’ (Vital Heynen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content