Zelfs tijdens een trainerswissel kabbelt Westerlo onbewogen voort. ‘We hebben bewezen dat we een crisis kunnen oplossen.’ Drie dagen in het spoor van de Parel der Gemoedelijkheid.
Maandag
Elke club heeft er een en die van Westerlo heet Danny Vlayen, de waakvlam voor de sfeer. Vanmorgen heeft hij Jan Ceulemans een laatste hand geschud toen die, het oog gericht op Club Brugge, afscheid kwam nemen en zich verontschuldigde tegenover de nieuwkomers die mede om zijn naam naar Westerlo waren gekomen. “Hij was ontroerd, aangedaan”, zegt Vlayen. “De echte Jan Ceulemans die veel mensen niet kennen.”
Nu, in de namiddag, staat hij als assistent-trainer samen met Frank Dauwen, trainer van de beloften en vanaf dit seizoen ook deels assistent van de eerste ploeg, luidkeels de training te leiden. “Rustig ! Rustig !” Want ook al is het na de fysieke testen van vanmorgen de eerste training van het seizoen, voor sommigen schijnt er al veel van af te hangen. Toch een wilde tackle dan maar dus. Bernt Evens. Zondigen tegen het credo van de club is hem als nieuwkomer vergeven, maar een weekje rust zal de enkel van Jochen Vanarwegen toch in acht moeten nemen, blijkt als de training is afgelopen.
Amper een paar kilometer verderop, in Tongerlo, ontdekken de Westerlotop en zijn belangrijkste kandidaat voor het trainersschap rond dezelfde tijd, vier uur, dat het Doornhof gesloten is. Bespreking en ondertekening van het contract laten de heren dan maar op de stoeltjes buiten plaatsvinden en eten om de tweejarige verbintenis van de nieuwe trainer te vieren doet het gezelschap achteraf in hostellerie Geerts, waarna om zeven uur een persvoorstelling wacht.
Als het geroezemoes van sponsoren en vrijwilligers dan in de businessclub is verstomd, kan Herman Wijnants, aan een lange tafel geflankeerd door Danny Vlayen, rechterhand Wim Van Hove, een lege stoel voor de nieuwe trainer, en Guido Kestens, voorzitter van de beheerraad, zijn ploeg voorstellen. “Vorig seizoen zijn we geëindigd met 2 op 27 en normaal gooi je dan je trainer buiten, maar de onze is zelf gegaan”, grijnst de manager, die in werkelijkheid vanwege slechte resultaten al meer spelers dan trainers de deur heeft gewezen.
Vijf nieuwe spelers zullen de eerste ploeg vervoegen : Ronny Gaspercic, Nico Van Kerckhoven, Tom Van Imschoot, Bernt Evens en de uit de jeugd overgehevelde Steven Vandenbergh. En dan is er ook nog een nieuwe trainer. “Wim, laat hem maar binnen komen.” Eerst is er – die vrolijke fransen zijn er bij zo’n gelegenheden altijd – nog iemand die zich voor Barry Hulshoff uitgeeft, maar dan is hij er echt en… hèhè, veeerrássiiing, het is Herman Helleputte !
“Het deed mij plezier dat ik hier vandaag een contract kon tekenen”, zegt hij, eens gezeten, “want gisteren zei ik het nog tegen vrienden : ‘Als ik carte blanche krijg om een club te kiezen en het kan niet Anderlecht of Club Brugge zijn, dan mag het Westerlo worden.’ Ik heb vertrouwen in de spelers want daar hangt het van af.”
Eén telefoontje van Herman Wijnants naar Guido Kestens, voorzitter van de beheerraad, volstond om vandaag met Herman Helleputte als eerste en belangrijkste kandidaat meteen een verregaand gesprek aan te mogen knopen. Korte lijnen regeren Westerlo. “We hebben met de gang van zaken de laatste dagen bewezen”, onthoudt Kestens, de voormalig directeur-generaal van C&A, “dat we een manager en een assistent hebben die een crisis kunnen oplossen zonder één valse noot.”
Wim Van Hove is die assistent. “Vroeger”, zegt hij na de persconferentie een broodje nemend, “kenden ze ons bij wijze van spreken twintig kilometer buiten Westerlo al niet meer. Maar met Jan Ceulemans is dat veranderd, maar waarom zouden er geen andere goeie trainers zijn dan Jan Ceulemans ? Vergeet niet dat hij van Ingelmunster, derde klasse, naar ons kwam. Puur qua palmares als trainer staat Herman Helleputte al verder dan Ceulemans en hij kreeg overal waar hij werkte goeie kritieken. Wat ze allebei gemeen hebben, is dat zoals Herman Helleputte net zei, ze vinden dat de spelers bepalen hoe goed de trainer is. Daarom dat Ceulemans vanmorgen ook tegen de spelers zei : ‘Dankzij jullie ga ik naar Club Brugge.’ We zullen komend seizoen zonder onze Kempense eigenheid te verloochenen proberen het tegendeel bewijzen van een grijze muis te zijn en proberen het seizoen wat meer kleur te geven.”
Herman Helleputte zelf is het die daar, niet gespeend van enige humor, mee begint door droogjes de vraag te pareren of er nu ook Afrikanen naar Westerlo gaan komen. “Neen”, grijnst hij, “ik wil wel eens een rustig seizoen hebben.” Iedereen lacht. Bobsam Elejiko en Peter Utaka dan ook maar.
Dinsdag
Dinsdag fitnessdag. Na de ochtendtraining, die door Herman Helleputte grotendeels observerend werd gevolgd, zal er in de zaal aan de conditie worden gewerkt. Maar in afwachting daarvan wordt er geluncht en in de door tv-klanken gevulde kantine gelummeld of gekaart en – dank u – koffie geschonken. Buiten herinneren een reusachtige beker en veelkleurige snippers nog aan de opnames van Fata Morgana die in het weekend plaatsvonden. Aan Herman Helleputte nu om de herinnering aan die andere fata morgana die nog door de club waart weg te poetsen. “Maar ik wil Ceulemans hier helemaal niet doen vergeten”, zegt hij, “daarvoor is Ceulemans te veel een monument.”
Hij kent hem goed : ze zijn al meer dan dertig jaar vrienden, fietsen samen geregeld en stonden in de NRG, fitnessclub in Lier, wel eens naast elkaar op de loopband. “En dan spraken we natuurlijk wel eens over mekaars ploeg.” Twee jaar geleden volgde Helleputte bovendien telkens en passant Westerlo als tegenstander van de ploeg die hij dan telkens scoutte als komende opponent van Beveren. Mario Verheyen, Nico Van Kerckhoven, beloften- en assistent-trainer Frank Dauwen, keeperstrainer Carl Engelen, jeugdcoördinator Erwin Vandenbergh : allemaal heeft hij ze bovendien bij Lierse als trainer, hulptrainer of speler op zijn pad gekruist
“Toen ik gisteren met Herman Wijnants praatte, kon ik dan ook zonder moeite met hem de ploeg overlopen”, zegt hij. Maar hoe is hij van plan Westerlo te laten voetballen ? “Je moet je sterke punten naar voren brengen”, antwoordt hij. “Bij Beveren was dat de techniek, hier is dat meer het enthousiasme en de kracht die je moet proberen uit te buiten. Kan ook niet anders, want Beveren, waar ik drie jaar prettig heb gewerkt, was technisch extreem. Hier zal ik, denk ik, tactisch wel meer kunnen doen omdat deze jongens bepaalde zaken, verdedigende bijvoorbeeld, sneller gaan uitvoeren. Als het bij Beveren wat goed ging bijvoorbeeld, liep iedereen naar voren, hoezeer je er elke training ook op hamerde wanneer ze achterin moesten blijven. Ook qua discipline zullen de anciens hier meer de groep corrigeren, schat ik. Chris ( Janssens, nvdr) is daar een hele goeie voor, denk ik. Het is ook geen verrassing dat ze eind vorig seizoen weinig punten pakten toen hij is uitgevallen. Ook als het minder gaat, sleurt hij de anderen voort.”
Helleputte is geen trainer die zich al bij voorbaat wegsteekt achter het excuus dat de aankopen er niet op zijn advies zijn gekomen : “Er zijn heel goeie aankopen gedaan volgens mij. Al lachend heb ik vroeger al vaak tegen de Jan gezegd telkens hij mij vertelde welke spelers er gingen komen : geef mij volgend jaar maar kaarten in de eretribune en als je dan niet bij de vier eerste speelt, zal ik van daar af wel zorgen dat je buiten ligt ( lacht).”
Woensdag
Voor Westerlo is het vanavond pezen in de provincie, want het speelt een eerste oefenwedstrijd op Beerzel, thuisbasis van sponsor Veralu én Jef Delen. 0-6 staat het bij de rust al en het elftal dat in de tweede helft aantreedt, is anders dan dat van de eerste : de viermansverdediging is er een met drie geworden. Nico Van Kerckhoven, Jochen Vanarwegen en Wim Mennes staan, wegens licht geblesseerd voor de eerste twee en revaliderend tot eind augustus voor de laatste, in geen van beiden. 0-10 wordt het uiteindelijk. Niet de overwinning, maar de gelopen meters en de opgedane conditie is wat hier telt.
“Wat ik bevestigd heb gezien”, zegt Herman Helleputte achteraf in de kantine op een broodje kauwend, “is dat er een enorm goeie mentaliteit heerst. Vanmiddag hebben we toch vrij pittig getraind en dan nog zie je dat ze nu in een matchke van niks toch direct alles geven. Dit is een ploeg met body en kracht, maar ook met techniek en ze corrigeren elkaar ook, peppen elkaar op. Ik heb daar genoeg met Jan over gepraat en dat is precies wat hij mij altijd heeft aangegeven. Ik heb de uitslagen van de conditietest nog niet gezien, maar Delen en Wagemakers bijvoorbeeld, gaan het goed gedaan hebben. Dat weet ik zo als ik dat loopvermogen zie.”
Een snelle spits en een rechtsachter zal er, weet hij, zeker nog bij komen. Een rechtsachter is er – Wagemakers beschouwend als rechtsmidden – eenvoudig niet voorhanden. “En als in de spits Harrie Gommans speelt, moet je daarnaast snelheid hebben staan. Maar je kan ook met twee snelle spitsen spelen. Harrie kan heel belangrijk zijn, want hij is sterk aan de bal, een echte targetman die het ziet en als je dan opkomende mensen mee krijgt…”
In de hoek van Beerzels kantine praat Herman Wijnants van achter een Duvel ondertussen met Bob Van Jole en Eduardo, de manager achter Jaja Coelho, de door Westerlo zelf via Feyenoord gehaalde Braziliaan van America’s Bello Horizonte. Nog altijd houdt de club er goede contacten op na en dat Orlando en Adelberto eind vorig seizoen kwamen testen, bezorgt Wijnants nog altijd binnenpretjes. Tien dagen – tíen ! – wist hij Jan Ceulemans en Frank Dauwen naar Brazilië te sturen zonder dat ook iemand er maar lucht van kreeg. Korte lijnen regeren Westerlo.
Veel kans dan ook dat de versterking straks uit de Braziliaanse hoek komt. Vooraf rekende Westerlo via Chelsea op Mikel en Ogbuke, twee Nigerianen die op het WK voor min 20-jarigen furore maakten, maar mede daardoor wellicht onhaalbaar geworden zullen zijn. “Veel kans dat Chelsea ze dan liever op een hoger niveau wil laten spelen, maar morgen komt er wel een Braziliaan testen”, zegt Wijnants, terwijl de spelers zich druppelsgewijs richting bus begeven. Aan de muur hangen de uitslagen van de vluchten op Quievrain en Noyon. Voor oude duiven en jaarlingen. Bij Westerlo is op de aan beide liezen geopereerde Wim Mennes na iedereen straks ook startklaar, oude duiven en jaarlingen met een zere enkel incluis.
door Raoul De Groote
‘Wat ik bevestigd heb gezien, is de enorm goeie mentaliteit.’ (Herman Helleputte)
‘Ik grapte vaak tegen Jan : als je niet bij de vier eerste speelt, zal ik zorgen dat je buiten ligt.’ (Herman Helleputte)