Vorig jaar was hij er als halftijds prof nog negentiende, maar komende zaterdag kijkt Pieter Mertens, Davita- mon-Lottorenner en dokter in spe, noodgedwongen vanuit zijn zetel naar de Amstel Gold Race. De conditie is nog niet goed genoeg na zes weken zonder competitie wegens een hernia. Ook Luik-Bastenaken-Luik rijdt Mertens niet.

Afgelopen donderdag reed je in de GP Pino Cerami je eerste wedstrijd sinds eind februari. Hoe is dat verlopen ?

Pieter Mertens : “Goed en niet goed. Het goede nieuws is dat ik weinig last had van mijn rug, maar ik heb wel een serieuze conditieachterstand, vooral omdat de meeste andere renners in het peloton naar deze periode pieken. Ik miste koersritme : na elke bocht moest ik diep gaan om de snelheid aan te houden, ik recupereerde niet goed, mijn hartslag zakte niet. Ik weet nu waar ik aan toe ben. Ik doe dagelijks rug- en buikspieroefeningen om mijn rug te stabiliseren.”

Wat is de oorzaak van je blessure ?

“Ik ben heel hard gevallen in de Ster van Bessèges en twee weken nadien zijn de symptomen begonnen. Ik had nog nooit eerder last van mijn rug, ik ben er zo goed als zeker van dat daar de oorzaak gezocht moet worden. In de Ronde van Californië is de herniatie, de uitstulping, echt opgetreden. Omdat de hernia vrij hoog in mijn rug zit, dacht ik eerst nog aan spierpijn, maar na de langste rit kon ik ’s morgens niet meer rechtstaan of me bukken. Ik moest bijna overgeven van de pijn en plat blijven liggen. In het ziekenhuis hebben ze een epidurale verdoving gezet om de ontsteking rond de geknelde zenuw af te remmen en terug in België heb ik meteen professor Goffin opgezocht in Leuven, van wie ik nog les heb gehad. Hij zei meteen dat ik veel te goed was om geopereerd te worden. Gelukkig, want anders had ik de rest van het seizoen mogen vergeten.”

Hoe ziet je programma er nu uit ?

“Donderdag ( morgen, nvdr) rij ik in Denain, daarna doe ik de ronde van Georgia. Ik moet rustig hernemen, elke dag competitiekilometers opdoen. Ik zou dit seizoen graag nog een grote ronde rijden, waarschijnlijk wordt dat de Vuelta.”

Je zette je studies voor twee jaar stop om alles op je wielercarrière te zetten. Voel je nu extra druk ?

“Helemaal niet. Het grootste verschil met toen ik nog studeerde, is dat ik veel meer rust kan nemen. Ik kan nu in de namiddag rusten in plaats van naar de les te gaan of achter mijn boeken te kruipen. Druk is er helemaal niet : ik geniet van elk moment dat ik wielrenner kan zijn, en mocht het niet lukken, dan weet ik wat mij te doen staat : weer gaan studeren. Ik vind trouwens dat men studeren in België te ouderwets bekijkt.”

Hoe bedoel je ?

“Iedereen denkt : eerst het middelbaar, daarna vier, vijf jaar hogere studies en vervolgens werken. Het zou veel flexibeler moeten. Ze klagen nu dat er te weinig topsporters zijn in België. Wel, geef jonge topsporters studiebeurzen, zo motiveer je hen om de twee te combineren. Nu denkt iedereen : zonder diploma ben ik niks en ik ben maar een paar jaar sportman. Op die manier gaat er veel talent verloren, bovendien is het verschrikkelijk voor de sporters die hun studies opgeven en wiens sportcarrière mislukt. Voor elke renner die slaagt, zijn er misschien tien die mislukken. En waar kunnen die dan naartoe ? Die mensen staan niet alleen zwak op de arbeidsmarkt, het moet ook mentaal een hele klap zijn als je op je 22ste, 23ste ontdekt dat je heel je jonge leven hebt opgeofferd voor een sport waarin je tekortkomt.”

LOES GEUENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content